Buizerd (Buteo buteo)
Maximale afmeting:51- 56cm.

Veelzijdigheid en flexibiliteit zijn toverwoorden in het zaken- leven, maak ze je eigen en je hebt een voorsprong op de rest. De buizerd heeft deze eigenschappen van nature. Niet alleen de prooidieren die hij bejaagt, maar ook zijn jachttechniek maken hem tot een van de meest complete roofvogels. Ook zijn verenpracht is zeer veelzijdig. Vooral aan de onderzijde waar hij wit, bruin - witgevlekt of volledig bruin kan zijn. De buizerd hangt het grootste deel van de dag in de lucht, zwevend boven open terreinen en bosranden heeft hij zijn brede vleugels in een ondiepe V-stand staan. Hij heeft een korte, brede afgeronde staart met dwarsstrepen en een donkere band aan het eind. Hij komt in een groot deel van Europa voor en is zowel stand- als trekvogel.

De buizerd komt in vele gebieden voor zolang er maar voldoende boomgroei aanwezig is. Hij eet alles wat hij maar voor zijn klauwen kan krijgen. Het liefst eet hij veldmuizen, maar afhankelijk van de beschikbaarheid, jaagt hij ook op ratten konijnen en watervogels.

De buizerd moet het niet van zijn snelheid hebben, maar beschikt wel over een aantal verschillende jaagtechnieken:
hij kan aanvallen vanuit een uitkijkpost van waaruit hij zijn gebied kan overzien, vanuit een zweefvlucht boven het jachtterrein of door een achtervolging over de grond. Al vliegend is de vogel echter minder succesvol dan bij een aanval vanuit een uitkijkpost.

De buizerd nestelt voornamelijk in het bos waar hij zijn nest maakt van takken bekleed met dunne twijgen, mos en gras. Ze blijven de gehele broedperiode aan het nest werken waardoor de randen steeds hoger worden. De 3-4 eieren worden tussen maart -mei gelegd en in 33-35 dagen uitgebroed.

Het mannetje brengt meestal de prooi aan en als de jongen na zes tot zeven weken het nest verlaten, worden ze nog lange tijd door beide ouders gevoed.
De trekvogels gaan in september - oktober weg en komen in maart - april weer terug.

© biesbosch.nu

© biesbosch.nu 2024