Patrijs (Perdix perdix)
Maximale afmeting:30 cm..

De koningin van het legsel. Zo zou je het vrouwtje kunnen noemen. Zij is in staat om wel 25 eieren te leggen waarmee ze een van de grootste legsels in de vogelwereld produceert.

Hoewel de patrijs van oorsprong een steppevogel is, heeft ze zich (net als de fazant) uitstekend aangepast aan het leven op bouwgronden. In grote delen van Europa is ze te vinden op de akkers. Vaak heeft ze te leiden onder het gebruik van pesticiden die ter bestrijding van het onkruid tevens het voedsel van de patrijs vernietigen.

De patrijs komt algemeen voor op grasland, heidevelden, duinen, weilanden en akkers. Daar doen ze zich tegoed aan reusachtige hoeveelheden onkruid en zaden waarbij ze in de zomer ook wel insecten eten. Op de patrijs is sinds heugenis veelvuldig jacht gemaakt en siert tot op de dag van vandaag nog de borden van de betere restaurants.

In de zomer en winter leven patrijzen in kleine troepen waaruit zich in februari -maart paren beginnen te vormen. Het mannetje verdedigt zijn territorium en paradeert voor het vrouwtje heen en weer met gespreide vleugels en staart om haar gunsten te winnen.
Zoals reeds gezegd, kan het vrouwtje in april -juni een grote hoeveelheid eieren produceren (10-25) die ze in een eenvoudig kuiltje tussen het klaver of het koren legt.
Ze worden door het vrouwtje uitgebroed terwijl het mannetje de wacht houdt.

De jongen zijn in het begin heel zwak en bij slecht weer sterven er veel. Ze hebben geelachtig bruin dons met donkerbruine tekeningen die vooral aan de zijkanten van de kop goed te zien is. Na ongeveer 16 dagen kunnen ze vliegen, maar ze blijven in een kleine troep bijeen nabij het ouderlijke nest..

© biesbosch.nu

© biesbosch.nu 2024