Zweefvlieg (Syrphidae)

Zweefvliegen hebben twee vleugels en zijn dus echte vliegen.
Er komen in ons land zeker 150 soorten voor.

Over het algemeen zijn ze bont gekleurd, vaak geel met zwart, zoals wespen. En dat is niet voor niets. Deze vorm van mimicry biedt een uitstekende bescherming. Een vogel die ooit een wesp gepakt heeft en is gestoken past er wel voor om nog eens zo'n geelzwart gekleurd beest te pakken!
Zweefvliegen zijn in staat om doodstil in de lucht te hangen en dan ineens met een rotgang weg te schieten. Het meest tref je ze aan op bloemen, vooral schermbloemige. De larven kunnen planteneters zijn, of leven van schimmels of rottend hout, of ze jagen op b.v. bladluizen.

Er is er één, de "blinde bij", die echt op een bij lijkt en waarvan de larven in modderig water leven. Om in dat vuile water aan zuurstof te komen heeft ze op het achterlijf een rechtopstaand buisje als een soort snorkel.

Om zweefvliegen van bijen en wespen te onderscheiden moet je naar de ogen kijken. Zweefvliegen hebben veel grotere ogen dan bijen en wespen. En als je er een vastpakt en hij steekt, dan was het geen zweefvlieg!

door: Jac. Blommaart.

© biesbosch.nu

© biesbosch.nu 2024