Woelmuis (Myodes glareolus)

Je zult maar een woelmuis zijn. Al direct na je geboorte ben je gedoemd om verorberd te worden. Hoewel je 1-1/2 jaar oud kan worden, kom je waarschijnlijk niet veel verder dan een paar maanden en eindig je in de maag van een kerkuil. Bejaagd door vele soorten roofdieren rest je niets anders dan je als een razende voort te planten. Naast bijnamen als rottekop en zeemol noemen ze je wel 'stapelvoedsel'. Nee, als je weer aan de beurt bent, houd je je vast muisstil bij het horen van de naam woelmuis.

Onder de familie woelmuizen vallen ondermeer de rosse - en Noorse woelmuis, en de aard - en veldmuis. Gemeenschappelijk hebben ze een zachte, langharige vacht. Kleine oren, korte poten, een relatief korte staart. Het mannetje is iets groter is dan het vrouwtje. Binnen de soort bestaan er vele geslachten en de 'geleerden' zijn het er nog niet over eens wie nu precies waarbij hoort.

Het menu van de woelmuizen bestaat voornamelijk uit plantaardige voedsel. Afhankelijk van het geslacht eten ze grassen, zaden, boombast, bladeren, vruchten, noten, mossen en paddestoelen. Incidenteel eten ze wormen, spinnen en insecten.

Zoals gezegd, dienen ze zelf vaak als 'stapelvoedsel' voor roofdieren als de hermelijn en de wezel en roofvogels waaronder de buizerd en de rans - en kerkuil. Het is mede hierdoor dat de familie woelmuizen een belangrijke functie heeft in de voedselketen. Naast hun eigen (vaak) schadelijke knaaggedrag, waarbij ze jonge aanplant en cultuurgewassen aanvreten, zijn ze een belangrijke voedselbron voor andere dieren. Het is maar goed dat ze hiervan niet vooraf op de hoogte zijn. Dat gaf ze anders alleen maar muizenissen.

Belangrijk voor het voortbestaan van de vele geslachten is het in stand houden van de leefgebieden. Sommige woelmuizen komen in een klein en geïsoleerd gebied voor. Binnen hun territorium graven de muizen een uitgebreid gangenstelsel waaraan ze voortdurend aan blijven werken, Het vrouwtje is in staat om 3-7 jongen per maand te werpen die vervolgens al snel zelf aan het voortplantingsproces kunnen deelnemen. Ook komen er bij sommige geslachten zogenaamde kringloopschommelingen voor waarbij de populatie explosief kan toenemen.

© biesbosch.nu

© biesbosch.nu 2024