|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Wilgenhoutrupsvlinder (Cossus cossus) Een grote, plompe, grijsbruine nachtvlinder die je vanaf eind juni kunt aantreffen maar door zijn uitstekende schutkleur moeilijk is te vinden. De rups is veel opvallender, als zij tenminste te voorschijn komt. Ze leeft namelijk in de stam van hoofdzakelijk wilgen en populieren. In juni heeft de volwassen vlinder eitjes gelegd in de spleten van de schors en de jonge rupsjes vreten zich naar binnen. Al knagend groeien ze gedurende de volgende twee a drie jaar uit tot een vingerdik exemplaar. Op de rugzijde zijn ze bruinrood, wat uitzonderlijk is, want in hout levende rupsen en larven zijn haast altijd wit. Ze zijn verwant aan de rupsen die de aboriginals in Australië met smaak opeten. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
© biesbosch.nu 2025 |