START

RECREATIE

MAGAZINE

NATUUR

HISTORIE

EDUCATIE

OVER ONS

LOGIN

 
 
 Wandelen over ruige paden

Griend museumpad

Algemeen
De kanotocht Griendmuseumpad begint bij het bezoekerscentrum 'De Hollandse Biesbosch'. Hier zijn verschillende kanotypen te huur. Eigen kano's kunnen te water gelaten worden bij de kleine trailerhelling voor het bezoekerscentrum.

Het gebied van de 'Kikvorsch en Otter', waarin de route ligt, is één van de laatste slikken- en gorzengebieden in de Sliedrechtse Biesbosch die na de St. Elisabethsvloed van 1421 weer boven water kwam. Het is dus nog een relatief jong gebied. Eén van de oorzaken hiervan is dat het gebied nog lang onder invloed van het getijde heeft gestaan waardoor er minder aanslibbing plaats vond. Was dat niet gebeurt had er nu waarschijnlijk een 'vet' loofbos op gestaan waar je beter met je mountainbike terecht kon dan met een kano. Pas na de aanleg van de Nieuwe Merwede en het daarmee afsluiten van de open verbinding van kreken 'Wantij' en de 'Kikvorschkil' met de vroegere 'Groote Hel' kreeg men de kans de landaanwassen in het gebied wat meer te ontginnen tot hakgrienden en nog weer later tot bouw- en graslandpolders.

Het resultaat is dat je er nu naar hartelust kan kanoën door een doolhof van doorgeschoten wilgenbossen met modderige kreken en sloten. Een aantal hakgrienden worden nog onderhouden door Staatsbosbeheer. We gaan je niet uitleggen wat er verder nog allemaal te zien is. Het is teveel om op te noemen, ga gewoon maar varen. Verdwalen kun je niet, hoogstens moet je een omweg maken.

Biotoop
Het gebied bestaat uit wilgenvloedbossen. Een deel van het gebied, de 'Sterlinggriend', wordt als historisch cultuurlandschap bewaart. Hier wordt nog onderhoud gepleegd aan de grienden, een soort wilgenakkers waar rijshout wordt gewonnen. Ook is er een kleine wilgentuin te zien met de meest voorkomende wilgensoorten van de Biesbosch.

Flora & fauna
Toen in 1970 het sluiten van de Haringvliet een eind maakte aan het grote getijdenverschil in de Biesbosch begon de brandnetel aan haar opmars. Brandnetels hebben een hekel aan veel water. Een groot deel van dit gebied stroomt bij vloed zelden meer onder. Dit heeft tot gevolg dat er meer lucht in de bodem kan dringen waardoor plantenresten sneller vergaan. Tijdens het rottingsproces komt veel stikstof en fosfaat vrij. Brandnetels zijn hier gek op en groeien explosief waarbij ze andere planten overwoekeren. Eigenlijk zijn deze brandnetelruigten niet erg bevorderlijk voor de biodiversiteit. Misschien dat het gewijzigde spuibeleid van de Haringvlietsluizen hier wat verandering in kan brengen.

Halverwege het pad kijk je uit over de Mariapolder (een voormalige landbouwpolder die sinds 1994 plasdras staat en een belangrijke foerageerplaats is voor vogels). De afgestorven boom in de midden van de plasdras gezette graslandpolder wordt als rustplaats gebruikt door tientallen aalscholvers. De boom is bezweken onder de zure uitwerpselen. Bomen zijn maar een aantal jaren bestand tegen dit 'bombardement'. De aalscholvers gaan dan weer op zoek naar een nieuwe boom tot ze ook die weer hebben 'uitgewoond'.

Historie
In vroegere tijden beschikte het gebied niet over het 'luxe' pad waarover de wandelaars nu lopen. Griendwerkers moesten zich een weg banen door drassige of ondergelopen wilgenakkers, waar zij het hout hakten. Vervolgens droegen ze de bundels rijshout over glibberige sporen naar de rietaken. Via de vletsloten brachten deze aken het hout naar de plaats van bestemming.

In het gebied staat nog een houten- en stenen griendkeet. De houten is gebouwd na 1926, toen de 'grienduilen' (bijnaam voor griendarbeiders), door het ketenbesluit van 1924 verplicht in houten of stenen keten moesten worden ondergebracht. Voor dit ketenbesluit verbleven ze vaak in 'schrankketen' , povere optrekjes van riet en wilgenhout.

 

ZOEKEN

 
 

ACTIVITEITENKALENDER

 

 Kalender

Maart 2024

Ma Di Wo Do Vr Za Zo
123
45678910
11121314151617
18192021222324
25262728293031

 
 
 

© biesbosch.nu 2024