START

RECREATIE

MAGAZINE

NATUUR

HISTORIE

EDUCATIE

OVER ONS

LOGIN

 
 
 Wandelen over ruige paden

Deeneplaat

Algemeen
De kanotocht Deeneplaat begint aan het haventje van Jachthaven/Cafe van Oversteeg. Hier zijn verschillende kanotypen te huur. Het is een uitstekende mogelijkheid om kanotocht te combineren met een prachtige wandeling door een voormalig griendencomplex. De route kan in 5 à 6 uur worden afgelegd ( 3 uur kanoën en 2 uur wandelen) maar je kunt er ook de hele dag mee zoet zijn. Hier en daar gaat de route over vrij breed water. Hou daarom bij veel wind rekening met de keuze van de kano als er kinderen mee gaan.

De kanotocht is een avontuur op zich. Je vaart door prachtige waterpartijen omzoomd door rietkragen en wilgenvloedbossen. Bij de Deeneplaat aangekomen kun je kiezen tussen verschillende afmeerplaatsen waaronder een gezellig binnenhaventje met een picknicktafel. Ook een prachtige brede vletsloot, die je midden in het gebied brengt, behoort tot de mogelijkheden. De ingang van deze vletsloot ligt net voor de kribben (bij hoog water onder).

Biotoop
De Deeneplaat is een prachtig gevarieerd natuurgebied. Het ligt aan het Gat van de Noorderklip, een breed water op de Zuidwest punt van de Biesbosch. Het westelijke deel bestaat uit een ruig wilgenvloedbos. Het oostelijk gedeelte bestaat uit grienden die nog onderhouden worden zoals dat eeuwenlang is gedaan. Delen van het gebied lopen, bij hoge waterstanden, nog steeds onder water. Vandaar de naam wilgenvloedbos.

Karakteristiek voor de Deeneplaat zijn de vletsloten. Via deze brede sloten werd met griendaken (lange platte schuiten) het rijshout afgevoerd. Verder liggen er nog veel zogenaamde klepduikers. IJzeren buizen met kleppen die ervoor zorgen dat het water bij eb uit de griend kan maar er bij vloed niet in.

Flora & fauna
Flora De Deeneplaat is één grote kruidentuin. Hoewel de brandnetel overheerst groeien er in totaal zo'n 130 soorten planten waaronder; valeriaan, look zonder look, groot hoefblad, wilgenroosje, spindotter, kaardebol en vogelmelk.

De meest opvallende is de reuzenbalsemien. Deze soms wel 3 meter hoge plant is als enige in staat om de brandnetel tijdelijk te verdringen. Hij komt oorspronkelijk uit de Himalaya en is ooit door iemand hier uitgezaaid. Sinds de sluiting van de Haringvliet in 1970 is ze sterk gaan overheersen, wat in augustus resulteert in een zee van paarse bloemen.

De meest voorkomende wilgen in de grienden zijn de schietwilg, kraakwilg, amandelwilg en de Duitse dot. Op de dijken staan populieren die aangeplant zijn om het binnengebied en de dijken te beschermen tegen harde wind. Tegenwoordig wordt het westelijke deel van het gebied aan haar lot overgelaten. Daardoor hebben de vlier en andere loofboomsoorten ook een kans gekregen. Op de bomen groeien allerlei mossen en korstmossen.

Fauna De rijke flora in het gebied trekt een groot aantal insecten aan waar vervolgens weer veel vogels op af komen. Enkele interessante vogels zijn de wielewaal, de grote bonte specht en gekraagde roodstaart.

De naam Deeneplaat kan verwijzen naar de deen (een kleine zwanensoort) die zich hier vroeger verzamelde. Dat doen zwanen overigens nog steeds alleen zijn het nu geen deenen maar knobbelzwanen die in het voedselrijke gebied energie opdoen voor de trek naar het zuiden.

Tenslotte leven er in het gebied naast konijnen en muizen (waaronder de zeldzame Noorse woelmuis) ook reeën en bevers. De laatste heeft er zelfs een burcht.

Historie
De Deeneplaat komt rond 1800 boven water. Op een kaart uit 1807 wordt de plaat vermeld als 'zanden, met laag water droog'. Na 1839 komt ze bij laag water zo vaak droog te staan, dat men besluit om het droogvallende gebied te omkaden met dijken. De naam Deeneplaat verschijnt voor het eerst op een kadastrale kaart van 1850.

Het westelijk deel (ook wel 'Nieuwe Deen' of 'Deeneplaat 1' genoemd) wordt ingericht als griend en het oostelijk deel (ook wel 'Oude Deen' of 'Deeneplaat 2' genoemd) als weiland of bouwland. Later worden er echter in dit oostelijke deel ook wilgen aangeplant.

In deze eerste fase van de griendcultuur verblijven de griendwerkers in zogenaamde schrankketen. Dit zijn hutjes van hout en riet. Na het zware werk in de grienden slapen de mannen naast elkaar in dit armzalige onderkomen. Vocht, koude en tocht, in combinatie met het zware werk, maakt dat alleen de sterken hier kunnen overleven. De bijnaam voor deze ijzervreters is 'grienduil'.

Door het ketenbesluit dat de overheid in 1924 nam werden er vanaf dit jaar houten of stenen griendketen gebouwd. Hierdoor verbeterde hun situatie iets maar het hield niet over. De griendwerkers woonden van maandag tot vrijdag in deze keten. Op de Deeneplaat staan nog twee griendketen. Een houten van 1912 en een stenen van 1935. De vletsloot die door het midden van het gebied loopt is waarschijnlijk tussen 1920 en 1930 gegraven.

In 1960 neemt Staatsbosbeheer de plaat over. De teruglopende vraag naar griendhout nopen hen echter om het gebied op een andere manier te gaan beheren. Het westelijke deel groeit al snel uit tot een wilgenvloedbos als men besluit de wilgen daar niet langer te kappen. In het oostelijke deel houdt men nog steeds een aantal hectare grienden in stand. De houten griendkeet (Zwarte keet genaamd) is in het jaar 2000 'heropend' na in originele staat te zijn gebracht door enthousiaste vrijwilligers van het informatiecentrum in Drimmelen.

 

ZOEKEN

 
 

ACTIVITEITENKALENDER

 

 Kalender

Oktober 2024

Ma Di Wo Do Vr Za Zo
123456
78910111213
14151617181920
21222324252627
28293031

 
 
 

© biesbosch.nu 2024