START

RECREATIE

MAGAZINE

NATUUR

HISTORIE

EDUCATIE

OVER ONS

LOGIN

 
 
 Wandelen over ruige paden

Jantjespad

Algemeen
Het Jantjespad ligt in het noordelijke deel van de Brabantse Biesbosch (ook wel Noordwaard genoemd). Het 3 kilometer lange, door Staatsbosbeheer aangelegde, wandelpad ligt nabij de Spieringsluis en is met auto, fiets of openbaar vervoer prima te bereiken. Er is op dit moment in de Noordwaard een merkwaardige ontwikkeling gaande. Sinds de desastreuze watersnoodramp van 1421, die van een rijk landbouwgebied een grote binnenzee maakte, hebben de bewoners van het gebied er honderden jaren over gedaan om het land terug te veroveren op het water. Nu men er net in is geslaagd om van de gehele Noordwaard wederom een vruchtbaar landbouwgebied te maken zal het water er echter weer terugkeren. Natuurontwikkeling en waterberging is dit keer de reden. Tijdens de wandeling over het Jantjespad krijg je twee typische Biesboschlandschappen te zien. Het eerste deel van de route gaat door een buitendijks gelegen aanwas. Hierop ligt een doorgeschoten griend (een soort wilgenakker) waar de knotwilgen van weleer inmiddels hebben plaats gemaakt voor een ruig wilgenbos. Het pad leidt je dwars door het ruige en zompige gebied waarbij je regelmatig een prachtig vergezicht hebt over de brede rivier de Nieuwe Merwede. Het tweede deel van de wandeling gaat over de dijkjes van de polder Jantjesplaat. Deze polder 65 hectare grootte polder zal van bouwland worden omgezet naar grasland. Hiermee zal het naar alle waarschijnlijkheid een populair gebied voor ganzen worden waarvan er in de winterperiode duizenden in de Biesbosch verblijven.

Biotoop
Het Jantjespad herbergt grofweg vier biotopen: rietgorzen, wilgenvloedbos, grasland en water. Rietgorzen: in het buitendijkse gebieden vind je natuurlijke aanwassen waarop riet groeit. In het voorjaar is het gebied bevolkt met grote hoeveelheden zangvogels waaronder de kleine karekiet, snor of, hoe kan het anders, de rietgors. Hier kun je ook de bruine kiekendief zien jagen op watervogels en kleine zoogdieren die zich tussen het riet ophouden. Grote aaneengesloten rietpercelen zijn zeldzaam geworden in de Biesbosch. Op de aanwassen van het Jantjespad ligt nog een prachtig stuk.

Wilgenvloedbos: vroeger bestond het buitendijkse deel van het wandelpad uit wilgenakkers. Hier werd rijshout geoogst door het knotten van wilgen. Dit rijshout werd gebruikt voor uiteenlopende toepassingen. Na het beëindigen van de griendcultuur in de jaren 50 en 60 is deze griend verworden tot een wilgenvloedbos. In het vloedbos vind je veel brandnetel en reuzenbalsemien maar ook de reusachtige bereklauw en de zeldzame spindotter komt er voor. Naast vele (water)vogels huizen er ook de Noorse woelmuizen. In de Biesbosch leeft hiervan zelf een aparte ondersoort.

Grasland: met het omzetten van bouwland naar grasland hoopt Staatsbosbeheer op polder Jantjesplaat een goede biotoop voor de gans te creëren. Jaarlijks overwinteren een miljoen ganzen in Nederland. Na hun lange tocht vanuit gebieden rond de poolcirkel strijken er duizenden in De Biesbosch neer. Vanaf eind oktober tot eind maart verblijven ze er en doen zich tegoed aan gras, oogstresten en wintergraan. Om het aangrenzende boerenland te ontzien zal Polder Jantjesplaat een ganzenopvang functie krijgen.

Water: ondanks dat er onder water voor ons weinig te zien is zwemmen er toch zo'n 25 vissoorten rond in de rivier de Nieuwe Merwede en het Gat van den Hardenhoek. In het voorjaar kun je verschillende vissoorten zien paaien in de ondiepe gedeelten van kreken en tussen het riet. Meerkoeten, waterhoentjes en diverse soorten eenden doen zich tegoed aan riet en waterplanten en als je geluk hebt kun je zelfs een visarend zijn spectaculaire duikvluchten zien maken op jacht naar maaltje bliek of brasem.

Historie
Steeds hadden de bewoners van de rijke en vruchtbare Grote of Zuidhollandse Waard de strijd tegen het water gewonnen, de dijken gedicht en rustig verder geboerd maar de desastreuze watersnoodramp van 1421, die de geschiedenis in zou gaan als de St. Elisabethsvloed, had het gebied deze keer voor het grootste deel onder water doen verdwijnen. Vanaf nu zou de eens zo rijke en vruchtbare landbouwpolder nog slechts de trieste naam 'De Verdronken grote Waard' dragen. De brede monding van de Nieuwe Merwede bij Werkendam herinnert nog aan de plaats waar de Noorddijk het in 1421 (of 1424) had begeven. Al snel na de ramp kwamen delen van de oude Waarddijk echter weer boven water. In de luwte ervan kon het natuurlijke proces van aanwassen en opgorzen beginnen en al snel werden vanuit Werkendam de eerste zand- en slibplaten omkaad en zo heroverd op het water.

Nu, eeuwen later, is men er bijna in geslaagd de oude situatie van voor 1421 te herstellen. Op enkele weerbarstige kreken na is het hele noordelijke deel van de Brabantse Biesbosch weer polderland. Sinds een paar jaar is er echter iets merkwaardigs gaande. Daar waar men na de ondergang van de 'Grote Waard' moeizaam was begonnen met opnieuw inpolderen van het verdronken land, is men (bijna 600 jaar na dato) aan de westzijde begonnen met het weer terugbrengen van het water. De reden hiervan, hoe paradox ook, is de bescherming tegen overstromingen. Polder Maltha beet in 1998 de spits af en is sindsdien weer 'wetland'. De Boven- en Beneden Spieringpolders staan plasdras en zullen uiteindelijk weer aangesloten worden op het buitenwater en gaan dienen als waterberging tijdens extreem hoge waterstanden. En als we de vele plannen mogen geloven zal het hier niet bij blijven.

"Het kan verkeren" zei de 17de eeuwse filosoof Bredero en zoals zo vaak, blijkt ook hier zijn gelijk. Hoeveel polders in de Noordwaard gaan we weer aan het water afstaan?

 

ZOEKEN

 
 

ACTIVITEITENKALENDER

 

 Kalender

Maart 2024

Ma Di Wo Do Vr Za Zo
123
45678910
11121314151617
18192021222324
25262728293031

 
 
 

© biesbosch.nu 2024