Noten
(21) In Hingman1885 leest men over dit
dijkvak van Houweninghen het volgende:
"Ten eijnde vande voirs. weeren van Cort
Ambacht begin Huweninghe, daer noch een
stuck van den ouden dijck staat met een
peerboom". Deze boom komt voor op de
kaart behorende bij het verbaal van 1560
(het bovenaangehaalde is uit het verbaal
van 1521 - 1523).
(22) Fockema Andrea 1950, 10. Ook Jac.
van Oudenhoven's Out Hollant nu
zuyt-Hollandt, Dordrecht 1654, noemt
deze dijk n.a.v. een charter van Graaf
Willem III uit 1314, een verordening
over de dijkschouw uit te voeren 3x per
jaar door de "schout van eenen
yegelijcken Ambachte". "Die van
Werckendam ende die van Houweningen den
Dijck die haer toebehoort, tot Geert die
Wittenlande ende een deel van het slijck
dat hem aenkomt, ende die van
Giessen-mond den Dijck bij Robbenshouve...",
en zo verder naar het westen. Met dit
Giessenmonde wordt volgens onbetrouwbare
reconstructiekaarten en enkele oude
schrijvers een dorp bedoeld, gesitueerd
in onze polder of in het voormalige Cort
Ambacht. Dit is onmogelijk, in oude
akten waarbij Giessenmonde wordt genoemd
betreft het vaak de visserij aan de
noordoever van de Merwede, vóór- en in
de mond van de Giessen, er ontstond ook
verwarring met de naam Giessen-dam.
In bovengenoemde charter zou dus met
deze naam een gedeelte van de dijk
tegenover Giessemond mee bedoeld worden.
(23) Het betreft hier een lichtgrijzig
wijnkannetje met bruine partijen en
tamelijk gladde wand met zoutglazuur.
Waarschijnlijk een product uit
Langerwehe. De vorm komt overeen met
afb. 21b uit J.G.N. Renaud, Middeleeuwse
ceramiek, AWN-monografie, nr. 3
(1976), maar dan slanker en zonder
randstempel. (Vriendelijke mededeling P.
Verhagen, Groinchem).
(24) Verheij e.a. 1961, 22, 23 en 24 (I.S.
Zonneveld), Blanken Jz. 1819.
(25) Het geslacht Houweninghe(n)
(wellicht ook Houwelingen) heeft
zich naar dit dorp genoemd. Het geslacht
van Houweninghe, Kuyck van Houweninghe
kwam voornamelijk in Gorkum, de
Woudrichemerwaard, het Land van Heusden
en Altena en de Langstraat voor. Het
geslacht gaat echter niet verder terug
dan de 16de eeuw. D.G. van Epen,
's-Gravenhage, Het Nederlands
Patriciaat, 1923, 13de jrg., 107.
De naam Houweningswater met de Sneepkil
is een nog bestaande kreek, gevormd na
1421. Echter ook een gedeelte van de
Merwede (Meruada of Meriwida), in het
oorkonde uit 877 en 897 van de Oude Wiel
tot bij het Gasthuiswater bij
Craayestein was een viswater dat van 877
- 1700 eigendom was van de abdij van
Nijvel (Nivelles), 30 km ten zuiden van
Naaldwijk, de akte uit 1700, staat de
naam Houweningewater. Koch OHZ., nr. 20
en 22. Cartularium van Nyvel, Brussel.
Literatuurlijst
Aa, A.J. van der, 1844.
Aardrijkskundig Woordenboek der
Nederlanden. Gorkum.
Baardman, C. e.a., De ruige Biesbosch.
Den Haag.
Balen, van, 1677. Beschrijvinge der
Stad Dordrecht. Dordrecht.
Belonje, J., 1972. Het ambacht Van der
Mijle met zijn leenkamer, Hollandse
Studiën 3.
Bergh, L. Ph. C. van den, 1866 - 1873.
Oorkondenboek van Holland en Zeeland,
2 dln. Amsterdam en 's-Gravenhage.
Beverwijck, Joh. van, 1640. 't Begin
van Holland in Dordrecht. Dordrecht.
Blanken, J., 1819. Memorie.
Amsterdam.
Brokken, H.M., 1982. De voormalige
gebieden in de provincie Noord-Brabant,
Holland, nr. 3 -4, 121 -
127.
Dalen, J.L. van, 1922. De St.
Elisabethsvloed na vijf eeuwen herdacht.
Dordrecht.
Dalen, J.L. van, 1931. Geschiedenis
van Dordrecht. Dordrecht.
Esch, C. van der, 1965. Romeinse en
middeleeuwse vondsten in de Sliedrechtse
Biesbosch. Westerheem XIV, 158 - 162.
Fockema Andrea, S.J., 1950. De Grote-
of Zuid-Hollandse Waard. Studiën
over Waterschapsgeschiedenis III.
Leiden.
Fremery, J. de, 1901. Oorkondeboek
van Holland en Zeeland, suppl. Van
den Bergh, 's-Gravenhage.
Gotschalk, M.K.E., 1971a.
Stormvloeden en rivieroverstromingen in
Nederland. Deel I en II. Assen.
Gotschalk, M.K.E., 1971b. De St.
Elisabethsvloed. Spiegel Historiael,
6de jrg., nr. 12 668-675.
Hingman, J.H., 1885. De Maas en de
dijken van den Zuid-Hollandschen waard
in 1421. Den Haag.
Koch, A.C.F., 1970. Oorkondenboek van
Holland en Zeeland tot 1299. 's-Gravenhage.
Korteweg, K.N., 1948. Rechtsbronnen
van Woudrichem en het Land van Altena,
2de stuk. Utrecht.
Leenders, K.A.H.W., 1982. Land en
water tussen de bergen. Holland, nr.
3 - 4.
Lips, C.J.P., 1938. Oudheidkundige
vondsten in de Biesbosch, Dordrechts
Nieuwsblad, Dordrecht 12 maart.
Lips, C.J.P., 1974. Wandelingen door
Oud Dordrecht. Deel I. Zaltbommel.
Modderman, P.J.R., 1955. De
bewoonbaarheid van het rivierkleigebied
in de loop der eeuwen, Tijdschrift
van het KNAG 72, 30 - 38.
Modderman, M., 1982. De goederen van de
abdij Berne in het land van heusden tot
1236, Holland, nr. 3 - 4, 133 -
139.
Ramaer, J.C., 1899. Geografische
geschiedenis van Holland bezuiden den
Lek en de Nieuwe Maas in de Middeleeuwen,
Den Haag.
Stol, T., 1981. Opkomst en ondergang van
de Grote Waard, Holland nr. 3 -4,
120 - 145.
Teixera De Mattos, L.F. 1936. De
weaerkeeringen, waterschappen en polders
van Zuid-Holland, deel IX, afd. VI 's-Gravenhage.
Vechoven, Jac. van, 1727. De
noodlijdende Alblasserwaard ofte
omstandig verhaal van de dijk- en
inbreuken. Dordrecht.
Verhey, C.J., e.a., 1961. De
Biesbosch, land van het levende water.
Zutphen.
Verhey, C.J., en Schönhage H.A., 1949.
Tussen Merwede en Amer, een
beschrijving van de Biesbosch, ANWB.
Verhey, C.J., 1960. De Sliedrechtse
Biesbosch. Ongepubliceerd
RIVON-verslag. Dordrecht.
Visser, A., Werkendam ontdekt verleden,
fragmenten uit de geschiedenis van
Werkendam en De Werken. Werkendam
(ongedateerd).
Copyrights Cees van der Esch. |