Amateurarcheoloog Cees van der
Esch wroet al sinds zijn jeugd
in de bodem op zoek naar sporen
uit het verleden. Het Eiland van
Dordrecht en in het bijzonder de
Sliedrechtse Biesbosch hebben
hierbij zijn speciale aandacht.
Jarenlang deed hij verslag van
zijn opgravingen in het
tijdschrift 'Westerheem' van de landelijke
vereniging van de Archeologische
Werkgemeenschap Nederland, en het
regionale kwartaalblad 'Grondig Bekeken'
van de afdeling Lek-en Merwestreek.
In samenwerking met Biesbosch.nu
gaan we een deel van zijn werk
opnieuw publiceren. Zo krijgt u
een prachtig inkijkje in de
ontstaansgeschiedenis van de
Sliedrechtse Biesbosch; een
gebied vol tegenstrijdigheden en
met een niet mis te verstane
historie.
|
|
Houweninghen onder de loep
deel 1
(vondsten van een voormalig dorp in de polder
Ruygten bezuiden den Peereboom)
Inleiding
Op zaterdag 9 oktober 1983 hebben leden van de
afdeling Lek- en Merwestreek, interessante,
laatmiddeleeuwse vondsten
gedaan in de polder Ruygten bezuiden den
Peereboom. Deze polder is een onderdeel van de
Sliedrechtse Biesbosch, het meest
noordoostelijke gedeelte van de tegenwoordige
Biesbosch (zie afb. 1).
Dit gebied bestond oorspronkelijk uit
verschillende waarden.
Na afdamming van de belangrijkste rivieren,
ontstond in de 13de eeuw door samenvoeging van
het Land van Altena en Heusden de de Langstraat
één groot waterschap. In de 14de eeuw genaamd de
"Grote Waard". Deze werd vele malen door rivier-
en zeewater geteisterd. Uiteindelijk viel de
genadeslag in de nacht van 18 op 19 november
1421, door de zogenaamde Sint-Elisabethsvloed.
Vondsten
Zo nu en dan vernemen wij, dat door graafwerk
vondsten uit die tijd worden gedaan. Zo ook in
deze polder. De pachter, de heer H. Groeneveld,
vertelde ons, dat er in 1937 een heuvel is
afgegraven waar veel stenen uit te voorschijn
kwamen. Ook bij het uitbaggeren van een sloot
kwamen stenen te voorschijn.
Wij besloten dan ook, door bemiddeling van de
heer H.A. de Kok, de oppervlakte van de
bouwpolder af te zoeken en boringen tot 1.50
meter diep te verrichten. Hierbij vonden we al
direct aardewerkfragmenten van uiteenlopende
makkelijk, zoals fragmenten van de Paffrath
kogelpot, 12de eeuw en eerste helft 13de eeuw,
verschillende fragmenten van vroeg steengoed èn
het latere materiaal uit Siegburg, dat tot en
met het eerste kwart van de 15de eeuw voorkwam.
Ook de producten die hier te lande vervaardigd
werden ontbraken niet, namelijk gesmoord- en
spaarzaam geglazuurd, rood aardewerk van grapen,
waterkannen, koekenpannen, ed.
Verder vonden we randfragmenten van borden die
met slibtechniek versierd waren. Voorts enkele
botfragmenten, resten van ijzer en twee
opgerolde stukjes lood, die dienst hebben gedaan
als verzwaring bij de drijfnetvisserij(1)
|
Luchtopname van het Oostelijke
deel van de Sliedrechtse
Biesbosch.
Rechts, onder de vleugel, ligt de
Kop van de Oude Wiel. Hier
splitsen de rivieren de
Beneden,- Boven,- en de Nieuwe Merwede zich. Bovenin liggen,
doorsneden door het Kanaal van
Steenenhoek, Neder- en
Boven-Hardinxveld. Onderin
slingert de Sneepkil zich een
weg door
het voormalige landbouwgebied.
Het gebied waar de voormalige 'Houweningenaars'
woonden.
Copyright Henk van de Graaf. |
Op de bodem en in
het talud van een sloot ± 75 meter ten zuiden
van de voormalige heuvel, troffen wij tot onze
verbazing drie fragmenten van een gemetselde
fundering aan. De dikte van het stuk wat zich in
het talud bevond bedraagt ± 60 à
65 cm; de fundering is opgetrokken uit
kloostermoppen met een formaat 29x14x6,5 cm,
maar gecombineerd met een veel kleiner formaat,
namelijk 22x10,5x5cm.
De onderzijde van dit gedeelte, ligt op slechts 1.25 meter
beneden het maaiveld. Dit moet een stuk zijn die
met het maken van de sloot daarin is gedumpt (en
anders is er, zeg omstreeks 1500 gepoogd een
nieuw gebouwtje neer te zetten).
In het centrale deel van
de Biesbosch zijn bij baggerwerkzaamheden al
eerder muurrestanten naar boven gehaald, maar op
veel grotere diepten.(2)
Deze waren
afgedekt door een dik kleipakket. Gezien de
grootte van de Biesbosch zijn de teruggevonden
restanten van de voormalige woonplaatsen
betrekkelijk gering in aantal. Door de
eeuwenlange eb- en vloedwerking is het oude
polderpatroon voor een deel verwoest met name
waar geulen zijn ontstaan.
|
De Biesbosch, detail met boven
een rand van de Alblasserwaard,
gekleurde gravure, ongesigneerd,
ongeveer 1730. Foto Cees van der
Esch onder copyright van GAD ill. 91³. |
Ook zijn er
dikke lagen zand en klei afgezet. Door de
geringe diepte van onze vondsten moeten we
concluderen, dat deze strook langs de Merwede,
één van de gebieden is met de minst gestoorde
ondergrond. Oudheidkundige vondsten kunnen we
dus eerder hier verwachten. Juist deze
plaats is voor een uitgebreide opgraving zeer
gunstig te noemen; geringe diepte en een
betrekkelijk ongestoorde ondergrond.
Dit geldt bijvoorbeeld niet voor Craayestein,
het westelijke ambacht van het oudste
Sliedrecht, ook verlaten na 1421, (in de loop
van de tijd werd deze parochie verdeeld in drie
ambachten, van oost naar west: Kort Ambacht,
naast Houweninghe, Lang Ambacht en Craayestein).
Nu is dit gebied voor het grootste deel
verstoord door
havens, industrie, recreatieparken en de stort
bij de Derde Merwedehaven
(3).
Wordt vervolgd.
Cees van der Esch
Papendrecht, 2009
Dit
artikel is de bijgewerkte versie van het
originele artikel uit 1985.
Het is aangevuld en/of gewijzigd in verband met
nieuwe inzichten en latere opgravingen (1988 - 1990).
|