Column
Weg met natuurontwikkeling II
(Mens en onmens)
Henk
van de Graaf
|
In een
kreekje aan het eind van de Sionsloot in de Sliedrechtse
Biesbosch lagen in de weekeinden vaak een aantal boten
uit Dordrecht afgemeerd. Deze groep mensen zochten
elkaar op voor gezelligheid en vertier in de natuur.
In
dezelfde kreek leefde een aantal muskusratten die, met
hun onverbeterlijke graafwerkzaamheden, de oever waaraan
de boten lagen ondermijnden. |
|
Eén van de
Dordtenaren klaagde hierover bij de boswachter die de
rattenvanger informeerde. Deze plaatste vervolgens een drijvende
vangkooi in de kreek met lokvoer, maar vergat de toegangsdeur
scherp te stellen zodat de muskusratten de kooi konden leegeten
zonder gevangen te worden.
De Dordtenaren,
die vanuit hun boten zicht hadden op de vangkooi, moesten
grinniken om zoveel domheid en vermaakte zich met de levendige,
guitige diertjes die de muskusratten bleken te zijn als ze zich
rond de kooi ophielden. Ze plaatste er soms zelfs extra voedsel
in om nog meer te kunnen genieten van de ‘bollen wol met
buitenboordmotor’ zoals ze de diertjes lachend waren gaan
noemen.
De
rattenvanger besloot echter tot rigoureuzere maatregelen en
wilde een aantal klemmen in de kreek plaatsen, maar de
Dordtenaren zeiden dat het niet nodig was. Ze hadden inmiddels
wat grond en kunststof matten geregeld waarmee ze de oever
provisorisch hadden beschermd tegen verdere ondermijning. Wat
hen betrof mochten de muskusratten gebruik blijven maken van de
kreek. Ze waren gehecht geraakt aan de diertjes en keken er elk
weekend weer naar uit om hun ‘vriendjes’ te zien.
De
rattenvanger echter, zei dat het zijn taak was om muskusratten
te vangen en plaatste toch een aantal klemmen in de kreek.
Toen op
een dag één van de Dordtse kinderen kwam aanlopen met een klem
waarin een muskusrat, vastgeklemd aan twee voorpoten, de
verdrinkingsdood was gestorven kwamen de Dordtenaren in opstand.
Ze haalden de klemmen weg en weigerde de rattenvanger de toegang
tot de kreek. Zij zouden voortaan zelf wel zorgen dat de schade
die de muskusratten aan de beschoeiing toebrachten zou worden
voorkomen of hersteld. Er was dus geen reden meer om de
muskusratten te doden. En zo leefden de Dordtenaren en de
muskusratten nog lang en gelukkig in de kreek aan het einde van
de Sionsloot.
In dit
fictieve verhaaltje verandert een muskusrat van een ‘ondier’ in
een ‘beschermd’ dier. De vraag is hierbij, waar de mens de grens legt
tussen dier en ondier.
En waar ligt die dan bij de mens; mens of onmens?
Met
andere woorden, is
de rattenvanger een onmens en veranderen de Dordtenaren van
‘onmensen’ naar 'mensen' door handelend op te treden zonder
onmenselijk te worden?
Naar mijn
mening zal er bij elk menselijk optreden in de natuur gekeken
moeten worden naar, hoe menselijk te handelen en heeft elk
individu de ‘verantwoordelijkheid van mens’ om niet als onmens
op te treden.
Natuurontwikkeling gaat vaak gepaard met grootschalige,
onmenselijke natuurvernietiging voordat de nieuwe natuur zich
laat ontwikkelen.
Ik pleit hierbij dan ook voor het toevoegen van een ethicus bij
grootschalige natuurontwikkelingsprojecten als uitgevoerd in de
Ruigte bezuiden de perenboom en Kort en lang ambacht. Dergelijk
grote ingrepen zouden ethisch getoetst moeten worden volgens
menselijke maatstaven. Zo kunnen boswachters, projectleiders en
uitvoerende als mens, en niet als onmens verder.
Er zijn immers
nogal
wat zaken misgegaan
in dit project (niet compenseren van slikplaten volgens
habitatrichtlijnen,
weggraven
Noorse woelmuizenkolonie,
wegbaggeren
van het cultuurhistorische kunstwerk de ‘schotbalken’, het mogelijk
vergraven van het kerkje van het verdronken dorp Houwelinge en het na jaren
onderwater te hebben gestaan, weer leegpompen van een deel van
de polders).
Zie column ‘weg met de natuurontwikkeling
I’.
Ik vraag me tenslotte af, of het aannemerswerk door
Rijkswaterstaat en Staatsbosbeheer wel juist is
uitbesteed. Een dergelijk werk dient te worden uitgevoerd door
aannemers met verstand van zaken en niet door rauwdouwers.
Henk van de
Graaf
Ps. voor de duidelijkheid; ik spreek geen waardeoordeel uit over
individuen of organisaties. Wij hebben in Nederland veelal
duidelijke afspraken en wetten waarin is vastgelegd hoe te
handelen bij ingrijpende projecten als ‘Ruimte voor de rivier’
en Noordwaard I en II.
Ethische gezien kunnen we echter nog veel leren door
‘onmenselijk’ handelen waar mogelijk te voorkomen zodat we als
volwaardige mensen terug kunnen kijken op een ethische
verantwoorde uitvoering van natuurontwikkelingsprojecten.
Reageer op dit artikel
Foto
©
HenkvandeGraaf/www.stockburo.nl |