Biesboschmode
Hannie Visser-Kieboom
Blauwe
neusdoeken, verrafelde kleppepetten en een blauwe onderboks. Het
zijn slechts enkele van de kledingstukken die worden beschreven in
het boek ‘Land van Nameloozen’ (1946) van G. van der Heide.
Nog een bekende
is de ‘Turk’, een soort kiel die griendwerkers dragen. Bij toeval
hoorde ik recent dat mijn oma die in de jaren zestig nog thuis
naaide voor de verkoop in de textielwinkel van Zus Pellicaan te
Werkendam. Waar de naam ‘Turk’ vandaan komt, heb ik niet kunnen
vinden. Misschien heeft het iets te maken met het spreekwoord ‘zo
zwart als een Turk’. Griendwerkersverzamelaar Gerrit Vink uit Soest
mailde het artikel ‘Mededelingen van een griendbaas’ van W.F. Renaud
uit 1992. Daarin wordt gesproken over gele kielen en wordt de naam
Turk niet genoemd. “Ze waren niet in de winkel te koop, maar werden
door de vrouw zelf gemaakt met twee tegelijk, die afwisselend werden
gedragen. Een gele kiel ging ca. twee jaar mee en werd telkens weer
versteld door het opzetten van stukken totdat het goed volkomen op
was”. Oudere Werkendammers weten nog te vertellen over de ‘Turk’,
maar kunnen niet zeggen of deze nu gemaakt wordt van katoen of Turks
leer.
|
Rijswerkers
Maan van Elzelingen en Gerrit Visser
dragen een
Turk.
Copyright Historische vereniging Werkendam |
In hetzelfde artikel van W.F. Renaud
wordt ook melding gemaakt van de onderbroek van de griendwerkers.
“Op het onderlijf droeg men een onderbroek met lange pijpen van
blauw katoen met witte strepen. Wit ondergoed werd niet gedragen
want dat was niet schoon te houden. Van het werken in de grienden
werden kleding en lichaam namelijk pikzwart”. Die passage past in de
beschrijving uit het boek ‘Land van Nameloozen’, waar sprake is van
een blauwe onderboks. Vink heeft zo’n onderbroek na laten maken en
toont hem altijd aan een waslijntje met griendwerkerskledingstukken,
samen met een kiel en gebreide sokken. “Maar ik ben nog steeds op
zoek naar een echte, oude onderbroek”, zo vertelt Gerrit Vink.
|
Waslijntje
met griendwerkerskleding.
Copyright Gerrit Vink |
Opmerkelijk genoeg
schrijft Thomas Westerhout in zijn standaardwerk over de riet- en
griendcultuur niet over de kleding van de griendwerker.
In het
recent verschenen ‘Biesboschboek’ van Wim van Wijk beschrijft hij de twee-duimers. Gebreide wanten met twee duimen, die door de
griendwerkers worden gedragen. Volgens Van Wijk worden de twee
duimen gebreid omdat de wanten het snelste verslijten bij de duimen.
Door de want dan om te draaien, kon je hem nog een tijdje langer
dragen. De wanten worden door de vrouwen zelfgebreid, vaak in groot
formaat. Door het wassen krimpen de wanten en vervilt de wol. Zo
worden ze vrijwel waterdicht.
Enkele van die twee-duimers zijn
bewaard gebleven in het Biesboschmuseum en de Koperen Knop te
Hardinxveld. In een krantenartikel worden ze beschreven, er is zelfs
een werkbeschrijving van de wanten opgenomen. Daarom presenteer ik u
een moderne variant op de twee-duimers in moderne kleurtjes. Voor de
liefhebbers te koop voor 50 euro per paar; wel wat duur. Maar
gegarandeerd handwerk en echte Biesboschmode! Overigens ontdekte ik
recent nog een andere moderne vorm van Biesboschmode; bontvelletjes
van de muskusratten. “Heerlijk warm in je laarzen”, zo vertelt
Biesboschrattenvanger Jan van der Stelt.
|
Moderne
versie van de Twee-duimer.
Copyright Historische vereniging Werkendam |
Hannie Visser - Kieboom
Reageer op dit artikel
|
Biesbosch.nu in
samenwerking met: |
|
De
vereniging werkt aan onderzoek en behoud van historisch
erfgoed en het bevorderen van belangstelling voor
historische onderwerpen.
www.historiewerkendam.nl |
|