Om de afvoer van rivierwater te bevorderen
hanteert Rijkswaterstaat de uitgangspunten van
Stroomlijn; beleid waarbij vooral gekeken wordt
naar de vegetatieontwikkeling op en langs onze
grote rivieren. Als rivieren veel water afvoeren
dan kan vegetatie (bomen en struiken) die afvoer
belemmeren. In zo’n geval wordt er ook wel
gesproken over ‘hydraulische weerstand’. Het
gehele Nederlandse rivierengebied krijgt te
maken met Stroomlijn. De Biesbosch dus ook. Hoe
het precies uitpakt voor het waterrijke
natuurgebied is nog niet duidelijk.
Opstuwing
In 1996 en 1997 is
een analyse gemaakt naar de mate van opstuwing
van vegetatie op de eigen terreinen van
Rijkswaterstaat. Het landelijk project
Stroomlijn hanteert deze situatie als
referentiekader: alle vegetatie die zich na deze
referentiejaren heeft ontwikkeld, moet in het
kader van Stroomlijn worden gecompenseerd of
verwijderd. De werkzaamheden zullen zich voor
een deel toespitsen op de begroeiing van oevers,
zetwerk en kribben. Deze begroeiing wordt
maximaal 0,10 meter boven maaiveld en tot aan 15
meter uit de grens van de bezetting/bestorting
verwijderd. De uitgangspunten van Stroomlijn
zijn eveneens van toepassing op vegetatie in en
op de rivier. Deze begroeiing dient te worden
verwijderd tot aan het wateroppervlak, uitgaande
van de laagwaterstand. Karakteristieke
beplanting zoals knotwilgen en bomen met een
flinke diameter worden hierbij zoveel mogelijk
gespaard.
Achterstallig
rivieronderhoud
Op de Nieuwe Merwede varen
momenteel regelmatig kraanschepen. Ook die
verrichten werkzaamheden aan de vegetatie; zo
worden er knotwilgen geknot (Gat van de Bakens
en omgeving Ottersluis) en esdoorns opgesnoeid.
Het wegwerken van achterstallig rivieronderhoud
staat hierbij centraal en heeft dus niets te
maken met Stroomlijn. In het Oosten van ons land
speelt Stroomlijn al langer, in onze contreien
is het een nieuw fenomeen. De uiterwaarden van
de Maas in het Limburgse zijn echter niet of
nauwelijks te vergelijken met de beboste oevers
van de Nieuwe Merwede. Het lijkt op appels en
peren vergelijken. Bovendien is er in de
Biesbosch sprake van internationale wetgeving
(Vogel- en Habitatrichtlijn, Natura 2000). Hoe
verhouden die zich met Stroomlijn? Is er
bijvoorbeeld al een inventarisatie gemaakt van
oude, waardevolle bomen (bijvoorbeeld zwarte
populieren) of beverburchten? Wat is de
toegevoegde waarde van Stroomlijn bijvoorbeeld
op reeds uitgevoerde projecten in het kader van
Ruimte voor de Rivier? We kunnen toch wel
stellen dat er in de Biesbosch op dat gebied
veel wordt gedaan (Noordwaard II). In 1993 en
1995 voerde de Rijn (en Maas) veel water af. Het
deel stroomafwaarts van de Kop van ’t Land
speelde toen nauwelijks een rol. De Sliedrechtse
Biesbosch des te meer. Het Rijnwater zocht zich
destijds een weg over het grasland van het
Kraaiennest en vervolgens Sneepkil,
Zoetemelkskil, Kikvorschkil en Wantij. Het
stoomde als een kogel en de reguliere
getijdenbeweging werd weken achtereen
onderdrukt. Het water ging in feite alleen maar
‘af’. Is er in de Biesbosch in die tien jaar
tijd inderdaad veel meer vegetatie ontstaan of
zijn de bomen alleen maar 20 tot 30 centimeter
gegroeid? U merkt het al, er zijn vragen genoeg.
Wordt vervolgd zullen we maar zeggen.
Foto's en tekst
Copyright Jacques van der Neut.
|
|