Biesbosch.nu

Magazine november/december 2009

Terug naar inhoudsopgave

 

De  Biesbosch en Stroomlijn
 
Jacques van der Neut


Om de afvoer van rivierwater te bevorderen hanteert Rijkswaterstaat de uitgangspunten van Stroomlijn; beleid waarbij vooral gekeken wordt naar de vegetatieontwikkeling op en langs onze grote rivieren. Als rivieren veel water afvoeren dan kan vegetatie (bomen en struiken) die afvoer belemmeren. In zo’n geval wordt er ook wel gesproken over ‘hydraulische weerstand’. Het gehele Nederlandse rivierengebied krijgt te maken met Stroomlijn. De Biesbosch dus ook. Hoe het precies uitpakt voor het waterrijke natuurgebied is nog niet duidelijk.

Opstuwing 

In 1996 en 1997 is een analyse gemaakt naar de mate van opstuwing van vegetatie op de eigen terreinen van Rijkswaterstaat. Het landelijk project Stroomlijn hanteert deze situatie als referentiekader: alle vegetatie die zich na deze referentiejaren heeft ontwikkeld, moet in het kader van Stroomlijn worden gecompenseerd of verwijderd. De werkzaamheden zullen zich voor een deel toespitsen op de begroeiing van oevers, zetwerk en kribben. Deze begroeiing wordt maximaal 0,10 meter boven maaiveld en tot aan 15 meter uit de grens van de bezetting/bestorting verwijderd. De uitgangspunten van Stroomlijn zijn eveneens van toepassing op vegetatie in en op de rivier. Deze begroeiing dient te worden verwijderd tot aan het wateroppervlak, uitgaande van de laagwaterstand. Karakteristieke beplanting zoals knotwilgen en bomen met een flinke diameter worden hierbij zoveel mogelijk gespaard.

Achterstallig rivieronderhoud

Op de Nieuwe Merwede varen momenteel regelmatig kraanschepen. Ook die verrichten werkzaamheden aan de vegetatie; zo worden er knotwilgen geknot (Gat van de Bakens en omgeving Ottersluis) en esdoorns opgesnoeid. Het wegwerken van achterstallig rivieronderhoud staat hierbij centraal en heeft dus niets te maken met Stroomlijn. In het Oosten van ons land speelt Stroomlijn al langer, in onze contreien is het een nieuw fenomeen. De uiterwaarden van de Maas in het Limburgse zijn echter niet of nauwelijks te vergelijken met de beboste oevers van de Nieuwe Merwede. Het lijkt op appels en peren vergelijken.   Bovendien is er in de Biesbosch sprake van internationale wetgeving (Vogel- en Habitatrichtlijn, Natura 2000). Hoe verhouden die zich met Stroomlijn? Is er bijvoorbeeld al een inventarisatie gemaakt van oude, waardevolle bomen (bijvoorbeeld zwarte populieren) of beverburchten? Wat is de toegevoegde waarde van Stroomlijn bijvoorbeeld op reeds uitgevoerde projecten in het kader van Ruimte voor de Rivier? We kunnen toch wel stellen dat er in de Biesbosch op dat gebied veel wordt gedaan (Noordwaard II). In 1993 en 1995 voerde de Rijn (en Maas) veel water af. Het deel stroomafwaarts van de Kop van ’t Land speelde toen nauwelijks een rol. De Sliedrechtse Biesbosch des te meer. Het Rijnwater zocht zich destijds een weg over het grasland van het Kraaiennest en vervolgens Sneepkil, Zoetemelkskil, Kikvorschkil en Wantij. Het stoomde als een kogel en de reguliere getijdenbeweging werd weken achtereen onderdrukt. Het water ging in feite alleen maar ‘af’. Is er in de Biesbosch in die tien jaar tijd inderdaad veel meer vegetatie ontstaan of zijn de bomen alleen maar 20 tot 30 centimeter gegroeid? U merkt het al, er zijn vragen genoeg. Wordt vervolgd zullen we maar zeggen.

Foto's en tekst
Copyright Jacques van der Neut.

 

Reageer op dit artikel

Tekst en foto's: Jacques van der Neut, boswachter Staatsbosbeheer.

Terug naar inhoudsopgave

Niets uit deze pagina mag worden gepubliceerd zonder toestemming van de auteur(s).
Ongevraagd gebruik van andermans beeldmateriaal is strafbaar
2009 © Biesbosch.nu