Vlindervleugels
Ab H. Baas |
'Face to face' met een
Steppeparelmoervlinder.
Foto Ab H.
Baas (Copyrights De
Vlinderstichting).
|
De geurschubben
De mannetjes van de dagvlinders
hebben, in tegenstelling tot de
vrouwtjes, op hun vleugels
plekken bezet met speciale
schubben die feromonen
uitstoten. Deze vluchtige
insecten-lok/geurstoffen hebben
een bijzonder aantrekkingskracht
voor de andere sekse.
De geurschubben hebben over het
algemeen een kwastvormig
uiteinde, zijn veelal zeer klein
en mechanisch zwak. Ze zijn dan
ook altijd beschermd
ondergebracht, zoals
bijvoorbeeld bij de Grote
parelmoervlinder. Daar zijn ze
geplaatst op een aantal aders
aan de bovenzijde van de
voorvleugels onder een dubbele
baan grote schubben.
Bij het Kaasjeskruiddikkopje
zijn ze ondergebracht in een
voorrandplooi van de
voorvleugel. |
|
Geurschubben, voorvleugel,
bovenzijde, Groot dikkopje. |
|
|
|
Deze plooi kan door de vlinder
naar keuze worden geopend of
gesloten.
Een ander voorbeeld is de
Argusvlinder, waarbij de
geurschubben ondergebracht zijn
tussen andere schubben op grote
plekken aan de bovenzijde van de
voorvleugel.
Bij nachtvlinders die elkaar
niet kunnen zien in het donker,
worden de geurstoffen afgegeven
door geurklieren aan het
achterlijf van het vrouwtje.
De mannetjes bezitten uiterst
selectieve en gevoelige
reuksensoren in hun antennes.
Daarmee kunnen ze op grote
afstand de aanwezigheid van een
vrouwtje vaststellen. Sommige
soorten zelfs tot op enkele
kilometers afstand.
De volgende keer gaan we het
hebben over de prachtige kleuren
van vlindervleugels.
Wordt vervolgd... |
Geurschubben, bovenzijde,
voorvleugel, mannetje Grote
parelmoervlinder |
|
Groot dikkopje
Foto Ab H. Baas (Copyrights De
Vlinderstichting).
|
|