Enorme
publiciteitsgolf
Bij de uitzettingen van de bevers waren diverse
hoogwaardigheidsbekleders betrokken. Vooral de
uitzetting met Prins Bernhard in 1989 trok een
geweldige belangstelling. Onder toeziend oog van
zo’n 200 genodigden, tientallen fotojournalisten
en diverse cameraploegen kropen twee bevers
behoedzaam naar de vrijheid. Deze uitzetting
zorgde voor een enorme publiciteitsgolf. De
eerste vijf jaar werden de bevers op de voet
door biologen gevolgd. Om ze tijdens de
aanloopfase van deze herintroductie goed te
kunnen volgen werden de meeste dieren voorzien
van een zonder. Met een ontvanger en
richtantenne konden de onderzoekers de beesten
relatief gemakkelijk opsporen en volgen.
Thans staat het wetenschappelijk onderzoek naar
bevers in de Biesbosch op een laag pitje.
Boswachters van het Staatsbosbeheer en
medewerkers van de lokale
muskusrattenbestrijding brengen periodiek wel
het aantal burchten in kaart en vrijwilligers
van de zoogdierenvereniging VZZ voeren in de
waterrijke Biesbosch jaarlijks tellingen uit.
Het waarnemen van bevers is niet altijd even
gemakkelijk. De forse knaagdieren laten hun
sporen in het terrein echter duidelijk achter.
De ‘glijbanen’(locaties waar bevers het water in
en uit kruipen), de ‘wissels’(vaak belopen
paadjes) en karakteristieke vraatbeelden zijn
opvallend: aangevreten wilgen, essen, zwarte
populieren en zwarte elzen.
In de zomer eten de bevers veel kruiden zoals
kattenstaart, fluitenkruid, dotterbloem, gele
lis, berenklauw en smeerwortel. Bij de start van
het project werd gesteld dat bevervraat een
positief effect zou kunnen hebben op de
soortenrijkdom en structuur van de
doorschietende wilgenbossen. Twintig jaar
bevervraat heeft echter niet of nauwelijks
geleid tot een opvallende variatie in de
begroeiing of grotere afwisseling in het
Biesboschlandschap. De effecten van een razende
noordwesterstorm zijn bijvoorbeeld veel
duidelijker in het landschap waarneembaar.
Desondanks is en blijft de Biesbosch, met zijn
netwerk van kronkelende kreken en weelderige
wilgenbossen, een uitzonderlijk goed
bevergebied.
|
In de winter loop je een beverburcht
niet zo maar voorbij…
(foto: Jacques van der Neut)
|
Netwerk
Inmiddels hebben bevers zich ook in de directe
omgeving van de Biesbosch gevestigd. Zo zijn er
burchten gevonden langs de Boven Merwede (Avelingen),
Nieuwe Merwede, Hollandsch Diep, Amer, Bergse
Maas, Donge en Oude Maas. Sommige burchten
hebben enorme afmetingen en zijn vooral in de
winter goed zichtbaar. Het blad is dan immers
van de bomen.
De bevers slepen ’s winters veel afgeknaagde
boomtakken naar hun burchten. De kieren en
spleten stoppen zij vervolgens dicht met slib en
blad. Bevers maken niet altijd gebruik van
burchten. Zo verblijven zij in de zomermaanden
ook wel in legers, in de beschutting van een
stel omgewaaide bomen. Na de uitzettingen in de
Biesbosch werden er ook bevers uitgezet op
andere locaties zoals het Natuurpark Lelystad
(zij ontsnapten daar echter uit), in de Gelderse
Poort en in Limburg. Vorige maand zijn er enkele
bevers uitgezet op een nieuwe locatie in Drenthe
(Zuidlaardermeer).
Langzaam ontstaat er een netwerk van
beverpopulaties in Nederland. De diverse
uitgevoerde natuurontwikkelingsprojecten in het
rivierengebied spelen hierbij een belangrijke
rol. In het rivierengebied ontstaan immers
geschikte woongebieden voor bevers. |