De 'oude Biesbosch'
In de ‘oude’ Biesbosch, die van voor 1970, kwamen amper
waterplanten voor.
Door de grote getijdenverschillen was
dat niet mogelijk. Na de ingebruikname van de Haringvlietsluizen op 2 november 1970 viel een groot
deel van het tij weg en verminderden de stroomsnelheden
aanmerkelijk. Vanaf die tijd ontstond er geleidelijk een
gunstiger milieu voor waterplanten.
Onlangs vonden
medewerkers van Rijkswaterstaat in het Spijkerboor
stukjes groot nimfkruid. Nieuwsgierige boswachters van
het Staatsbosbeheer gingen kort daarop op onderzoek uit
en vonden deze nieuwkomer massaal in het Slootje van St.
Jan, het Spijkerboor en in de Aakvlaai. Gezien de
grootte van de groeiplaatsen, in sommige gevallen
bestonden die uit vele honderden vierkante meters, moet
deze soort er al langer voorkomen maar is op de een of
andere manier onopgemerkt gebleven. Misschien is de
ondergedoken leefwijze daar debet aan.
Groot nimfkruid
is een verticaal groeiende, ’s zomers bloeiende
waterplant die enige centimeters tot enkele meters lang
wordt. De ‘cactusachtige’ bladeren zijn bochtig en
stekelig getand. De stengels hebben een brosse structuur
en breken makkelijk. Waar met buitenboordmotoren over de
(buitendijkse) groeiplaatsen wordt gevaren is dat
duidelijk te zien. Overal drijven stukjes afgebroken
blad of stengel. Ondanks intensieve zoekacties werd
groot nimfkruid niet in of langs de Nieuwe Merwede
gevonden.
Het voorkomen van groot nimfkruid lijkt dus
beperkt te zijn tot de Brabantse Biesbosch. Van de
ongeveer veertig soorten nimfkruid komt een viertal in
de noordelijke helft van Europa voor. Alle vier hebben
ze op basis van fossielvondsten vroeger – ook nog nà de
laatste ijstijd – een ruimere verspreiding gehad dan
tegenwoordig; hun areaal is aan het inkrimpen.
|
Rivierfonteinkruid groeit massaal in de kreken.
Copyright Jacques van
der Neut. |
Welkome voedselbron
Waterplanten vormen voor
veel watervogels een welkome voedselbron. Zo zijn
foeragerende knobbelzwanen tuk op het massaal
voorkomende schedefonteinkruid. Het is de sneeuwwitte
vogels dan vooral te doen om de sterk vertakte
wortelstok, waaraan zich de knolvormige
overwinteringsorganen (‘wortelknolletjes’) bevinden.
De
stengels van het schedefonteinkruid, die enige meters
lang kunnen worden, zijn vooral naar boven toe sterk
vertakt, wat vaak een ‘bezemachtig’ geheel oplevert.
Bij
andere soorten waterplanten zoals kleine egelskop,
pijlkruid en aarvederkruid valt het op dat er niet of
nauwelijks sprake is van bloei. Blijkbaar zorgen
factoren zoals zuiging, golfslag en getijden voor te
veel dynamiek. Een optimale bloei in rivierwater is
zodoende niet mogelijk. Rivierfonteinkruid vormt echter
een uitzondering.
Deze waterplant groeit en bloeit
massaal in kribvakken, in de stroomluwte van eilanden,
in doodlopende kreken en achter stenen glooiingen. Hier
is sprake van een weelderig vegetatiedek. Niet alleen de
zwanen houden hiervan, maar ook libellen zoals weidebeekjuffer, grote keizerlibel, gewone oeverlibel en
grote roodoogjuffer maken er dankbaar gebruik van om hun
eieren op af te zetten.
Een groot aantal kreken bood de
indruk van een openluchtaquarium, compleet met scholen
zwemmende vis. Prachtig om overheen te roeien of te
kanoën. Natuurliefhebbers waren met dit groene decor
uiteraard bijzonder in hun nopjes. Voor gebruikers van
buitenboordmotoren was het iets minder. Hun schroeven
raakten snel verstrikt in de plantenbrei en dat
veroorzaakte vervolgens weer problemen met de koeling.
Nieuwe soort
In september 2007 werd er
op diverse locaties in de Kort en Lang Ambacht en de
Ruigten bezuiden de Perenboom, een
natuurontwikkelingsgebied op het Eiland van Dordrecht,
waterteunisbloem
(Ludwigia grandiflora) gevonden.
Deze waterplant, een exoot uit Zuid-Amerika, bloeit met
opvallend gele bloemen en is een nieuwe soort voor de
Biesbosch.
Waterteunisbloem is in
tuincentra te koop als vijverplant, maar blijkbaar voelt
die zich ook thuis in het stilstaande water van het
natuurontwikkelingsgebied. Op sommige plaatsen in
Nederland is hij al met vrachtwagens vol afgevoerd,
nadat hij sloten en vaarten volledig had overwoekerd. De
vraag is of de plant zich zal handhaven, als de kreken
straks onder invloed van eb en vloed komen te staan.
|