Als
je het letterlijk vertaald staat er: "het groentje met
de opgeblazen buik". Immers: viridis = groen, gaster =
buik en phusao = blazen/opblazen.
En deze naam past echt volledig bij het groene
zuringhaantje. Vooral bij het vrouwtje. Dat heeft zo'n
opgezwollen buik dat de dekschilden er niet meer
overheen passen. Helemaal vol eitjes. Die gele eitjes
kun je in groepjes bij elkaar vinden aan de onderkant
van de bladeren van de ridderzuring, die in de Biesbosch
overal voor komt. Het mannetje is veel kleiner.
Uit de eitjes komen zwarte
larfjes die de bladeren tot op het skelet opvreten. Er
bestaat ook nog het tweekleurig zuringhaantje, maar dat
heb ik in de Biesbosch nog nooit aangetroffen. De
zuringhaantjes horen bij de bladhaantjes, een heel grote
familie van plantenetende kevers.
De coloradokever, de schrik van de
aardappeltelers, hoort er ook bij. Het zijn over het
algemeen kleine beestjes. De coloradokever hoort bij de
grootste.
Reageer op dit artikel