Een
stijgende stand
met zinkend land
(Waterbeheersingssystemen
in polder
Nieuw-Reijerwaard
(1441 - 1880)
Bertus Wouda
Anders dan
vele andere
geschriften
die gaan
over de
waterbeheersingssystemen
van het
Hollandse
veen-polder
gebied heeft
Bertus Wouda
ook
uitgebreid
onderzoek
gedaan naar
de
sociaal-economische
achtergronden
die bij het
beheer van
een polder
als de Nieuw-Reijerwaard
speelde.
Daarmee
krijgen we
een
gedetailleerd
inzicht in
hoe men
vanaf de
late
middeleeuwen
tot in de
19de eeuw
het
polderbestuur
regelde.
De vele
beschrijvingen
van de
lokale
situatie in
beeld en
woord maken
dit boek tot
een 'must'
voor hen die
bezig zijn
met
historie.
Voor het
eerst legt
Wouda bloot
hoe een
aantal
individuele
stedelingen
bereid waren
in
bedijkingen
te
investeren.
Agrarische
opbrengsten
in andere
polders
hadden
aangetoond
dat
investeringen
in
vruchtbare
gronden
winstgevend
was.
De opkomende
klasse van
Dordtse
kooplieden
wilden dan
ook
(geholpen
door de hoge
graanprijzen)
wel
investeren
in dit
bedijkingproject.
De steeds wisselende belangengroepen, die in verschillende perioden iets te zeggen hadden, of wilde hebben over het beheer van de polder komen aan bod; van de eerste bedijkers, naar de plaatselijke ingelanden en de Dordtse notabelen.
Deze studie
en scriptie
van Bertus
Wouda,
waaraan hij
9 jaar heeft
gewerkt,
ligt in het
verlengde
van
publicaties
als die van
W.H. van
Bilderbeek
en L.F.
Teixeira de
Mattos. Zij
het dat het
hier
specifiek om
een
afgebakend
gebied gaat.
In het zeer
leesbare
boek met
prachtige
illustraties
zijn een
groot aantal
verhelderende
kaarten
opgenomen
die de
(waterstaatkundige)
situatie in
en rondom de
polder
Nieuw-Reijerwaard
uitstekend
in beeld
brengen.
Rest nog te
zeggen dat
wat voor
Nieuw-Reijerwaard
geldt, in
meer of
mindere mate
ook voor
andere
bedijkingsprojecten,
inpolderingen
en
ontginningen
in het
Hollands-Utrechts
veengebied
van
toepassing
is. De
overzichtelijke
en
analytische
wijze waarop
Bertus Wouda
het
aangepakt
heeft
verdient
navolging.
Wie volgt?