De Donkerslootse twisten
(440 jaar gesteggel en gekrakeel)
Henk van de Graaf
De mirakelse moeilijkheid van het
kapelletje aan de dijk
Toen ik de Leidse Donkerslootkaart voor
het eerst onder ogen kreeg en een kapel
zag aangegeven ten westen van de
Alblasserdamse sluis dacht ik even dat
deze kaart weergaf wat andere kaarten
niet deden; de locatie van de
mysterieuze kapel op de grens van
Kinderdijk/Nieuw-Lekkerland.
Over deze raadselachtige kapel zijn de
laatste jaren wat publicaties verschenen
naar aanleiding van mondelinge en
schriftelijke notities van dhr A.M. Lels
(zie hier het
artikel van Cees van Tol uit het AD
van 25-06-2008).
Het zou gaan om een kapel en een oude
begraafplaats van Nieuw-Lekkerland die
ongeveer achter het huidige
Hotel Kinderdijk gelegen zou hebben. De
tuinman van de grootvader van dhr. Lels,
die daar in het jaar 1884 een huis liet
bouwen, zou gestuit zijn op menselijke
resten en de fundamenten van een kapel.
|
De
kapel zoals op de 'Leidse
Donkerslootkaart' staat
weergegeven ten westen van de
sluis van Alblasserdam en direct
aan de oostzijde van het
Rijzenwiel.
De 'Leidse
Donkerslootkaart'. Universiteit
Leiden, COLLBN Port 051-26-001 |
Bij het beter bekijken van de 'Leidse
kaart' blijkt de kapel echter op een
andere plaats te zijn aangegeven,
namelijk ten oosten van het Rijswael
(het huidige Rijzenwiel) in plaats van
de, zoals wordt aangenomen westelijker
gelegen Nieuw-Lekkerlandse kapel. De
kapel komt niet voor op de 'Gorkumse
kaart', maar er staat wel een kerkhof
aangegeven.
Op dit kerkhof, die volgens de
Hoge Heemraden van de Alblasserwaard
binnen het grondgebied van
Nieuw-Lekkerland ligt (wat de
ambachtsheer van Alblasserdam in de
jaren 1545 - 1549 met succes voor het
Hof van Holland betwiste) zouden naar
schatting ongeveer 145 jaar mensen
zijn begraven. Zelfs nadat de kapel al
verdwenen was, werd vanuit Nieuw-Lekkerland nog jaarlijks processie
gelopen.
Een verbaal van 15 oktober 1545 zegt
hierover; “dat die van Leckerlant alle jaer
opte heyligen sacramenstdach, doende
huer processie zijn gewoonlicke te comen
op den dijck naest t’ voornoemde Ouwe kerckhoff, doende aldaer huer devotie,
biddende voer all geloevige sielen die
aldaer begraven zijn, ende keerende
nadien met cruys vanen ende de processie
naer Leckerlant”.
We moeten aannemen dat er bij dit
kerkhof een kapel heeft gestaan
omdat dhr. Lels er resten van zegt te
hebben opgegraven en omdat het verbaal
spreekt over “een cleyn hoochte
gelijcken oft daerop een cappel gestaen
hadde…”.
Dat er mensen begraven zijn is tijdens
één van de opvolgende inspecties ter
plaatse overigens een twistpunt waarbij
de ambachtsheer van Alblasserdam stelt
dat de 'cleyn hoochte' niet groot genoeg
is geweest om er mensen op te begraven.
|
‘Dat oude kerkhoff van
Lekkerlant’ zoals weergegeven op
de 'Gorkumse Donkerslootkaart'.
Het kerkhof ligt een stuk verder
westelijk van het Rijzenwiel dan
de kapel op de Leidse kaart.
Regionaal archief
Gorinchem, Hoogheemraadschap
Alblasserwaard en Arkel beneden
de Zouwe, inv. nr. 92
Foto's Geert Ouweneel. |
Dijkherstel is een kapel waard
Als de op de Leidse kaart aangegeven
kapel ten oosten van het Rijzenwiel ook
daadwerkelijk heeft bestaan dan is het
de eerste keer dat er sprake is van een
kapel aldaar. De vraag is dan ook; is
er sprake van een tweede, oostelijker
gelegen kapel?
Op de Leidse kaart is het dijkvak van
Alblasserdam tot Elshout zeer verkort
weergegeven.
De verhoudingen kloppen daardoor niet.
Dit is begrijpelijk omdat men in die
tijd nog niet veel ervaring had met het
op schaal tekenen van geografische
kaarten. De Leidse kaart is één van de
oudste detailkaarten die we van dit
gebied hebben.
De kapel wordt gesitueerd in het
verlengde van de kerk van Alblasserdam,
op de meest westelijke punt, daar waar
het buitendijks gelegen Cortgene
aansluit op de zeedijk.
A.M. Lels stelt dat ‘zijn’
westelijker gelegen, Nieuw-Lekkerlandse kapel, die op de
plaats heeft gestaan van het ‘Oude
kerkhof van Nieuw-Lekkerland’, mogelijk
is opgericht toen de ringdijk om de
West-Alblasserwaard is hersteld na de
verwoestende stormvloeden van 1373 t/m
76. Het herstellen van dit dijkdeel was
volgens hem 'een kapel waard’.
De vraag is nu; als er aan de westeinde van
de 'Dijk op Donkersloot' (zoals de
Westkinderdijk toen heette) een kapel
heeft gestaan bestond er dan ook een
kapel aan de oostzijde?
Ik wil er de volgende hypothesen op los
laten;
Hypothese 1
Was het herstellen van de ‘Dijk op
Donkersloot’ (de benaming die de 'Gorkumse
Donkerslootkaart' en een aantal
processtukken geven aan dit
dijkdeel) een kapel waard, zoals Lels
stelt voor de Nieuw-Lekkerlandse kapel?
En dan niet aan één zijde maar aan beide
zijden van de herstelde dijk?
Als we dit voor waar aannemen rest er
nog een probleem; waar heeft deze tweede
kapel exact gestaan en zijn er nog
bewijzen van te vinden? Op de Leidse
kaart na is er tot op heden niets bekend
van een kapel oostelijk van het
Rijzenwiel, maar hetzelfde had kunnen
gelden voor de Nieuw-Lekkerlandse kapel.
Als de tuinman van Jan Lels (1848-1933)
niet bij toeval de resten van de kapel
had ontdekt, had tot op heden niemand
geweten van de kapel. Zelfs het
Waterschap wist niets meer van de kapel
en begraafplaats toen ze in 1747 het
gebied inrichtte voor waterberging. De
tot nu toe bekende schriftelijke bronnen
spreken slechts eenmaal (in het verbaal
van 1545 uit de mond van een advocaat
met mogelijk andere belangen) van een
processie die jaarlijks vanuit
Nieuw-Lekkerland naar deze begraafplaats
zou zijn gegaan.
De kapel van de Leidse kaart ligt veel
te oostelijk om verward te kunnen worden
met de Nieuw-Lekkerlandse kapel. Of de
kaartenmaker moet zich schromelijk
hebben vergist. Dit lijkt
onwaarschijnlijk omdat de huizen op de
dijk met de namen van de personen die er
wonen wel juist lijken te zijn
weergegeven. We weten inmiddels ook dat
de opdrachtgever van de kaart,
Godschalck van Oudheusden, ambachtsheer
van Alblasserdam is. Het lijkt
onwaarschijnlijk dat hij op zijn 'eigen'
kaart de kapel verkeerd heeft laten
intekenen.
Is dit dan de ontdekking van een nieuwe
kapel? En is deze oostelijker gelegen
kapel eerder ‘van de kaart verdwenen’,
maar heeft ze wel degelijk bestaan?
Hypothese 2
Een processtuk van 1542 stelt “dat
de kerck van Alblasserdam plach te staen
buytendijcxs”.
Wat wordt hiermee bedoeld? Geert
Ouweneel van de Historische vereniging
West-Alblasserwaard stelt; “het is
bekend dat de eerste kerk van
Alblasserdam in een deel van de polder
Blokweer stond wat nu overspoeld wordt
door het water van de Noord. Wanneer die
kerk gebouwd is, is niet meer na te
gaan. De naam Blokweer wordt sinds 1280
genoemd en door de stormvloed van 1374
werd de loop van de rivier zo gewijzigd
, dat het kerkje in de golven verdween”.
We weten inmiddels dat het buitendijks
gelegen Donkersloot niet ineens in 1374
verspoeld is. Daarnaast was de tweede
kerk (aan de kerkstraat) pas omstreeks
1475 klaar.
Heeft de kapel op de Leidse kaart een
relatie met deze eerste kerk van
Alblasserdam?
Geeft het de plaats aan waar hij
ongeveer heeft gestaan?
Ook kan de kapel de vervanging van de
parochiekerk van Donkersloot geweest
zijn, immers deze kon na de verspoeling
ervan niet meer gebruikt worden.
Mogelijk is deze kerk dus verplaatst
naar de dijk.
Hypothese 3
Zowel de Gorkumse,- als de Leidse
kaart zijn proceskaarten. Het is
genoegzaam bekend dat deze kaarten vaak
werden gemanipuleerd om de rechtbank in
haar uitspraak te beïnvloeden.
Het kan zijn dat de kapel bewust op de
verkeerde locatie is getekend om
gebiedsaanspraken en grenzen ten gunste
van de aanklager te laten vallen.’ Uit
de processtukken zou dan moeten blijken
of de betrokkenen daar profijt van
zouden hebben. Het is belangrijk te
weten waar in die tijd de exacte grens
tussen Alblasserdam en Nieuw-Lekkerland
heeft gelegen. De uitspraken van dhr.
Lels en de informatie op beide kaarten
lijken niet in overeenstemming met elkaar
te zijn.
Hypothese 4
Het fout intekenen is uiteraard ook niet
ondenkbaar omdat de vele wielen in de
dijk gemakkelijk (ook nu nog) tot
spraakverwarring geleid kunnen hebben.
Daarnaast kan het zijn dat de Leidse
kaart in haast getekend is waarbij de
kaartenmaker is afgegaan op mondelinge
mededelingen en zelf niet ter plaatse is
geweest. Het ontbreken van de oostelijke
kapel op de Gorkumse kaart
ondersteund deze hypothese.
Hypothese 5
Hoewel het vermoeden bestaat dat het
Rijzenwiel ontstaan is in de roerige
jaren 1373 t/m 1376, staat dit niet met
zekerheid vast. Gezien het feit dat de
kaartenmaker de kapel plaatst op de
oosthoek van het Rijzenwiel en de
ringdijk, kan het mogelijk ook verband
hebben met het dichten van deze grote
dijkdoorbraak.
Vooralsnog blijft deze ‘Donkerslootse
kapellen kwestie’ nog vol raadsels.
Misschien dat verder onderzoek meer
uitkomst biedt.
Nabericht: inmiddels is er, uit een
oude publicatie van Ad Korpel, een eerste
indicatie dat er inderdaad een kapel
oostelijk van het Rijzenwiel heeft
gestaan. Momenteel wordt er in het
archief van Utrecht gezocht naar meer
informatie over de kapel.
Henk van de Graaf
|