Rivierdriet
(of het einde van een
riviertijdperk)
Vroeger
sloegen ze
becrammingen in je kreken, maakte je oevers kaal om de
doorstroming te bevorderen, maar je zandbanken lieten ze liggen,
hoe kregen ze die immers weg en dienden ze niet prima als 'rugje' om
er de netten van de zegenvisser op uit te brengen, waterwild op
te vangen of bies of riet vanaf te oogsten of 'aard te halen' om
de dijken mee te versterken of op te hogen, of sterker nog, te
herstellen na een dijkdoorbraak want liet je niet iedereen, elk
jaar duidelijk weten dat alles tijdelijk was en daarmee niets
zeker, dat je een zandbank kon opruimen bij een stormvloed om
haar even verderop weer achteloos achter je neer te kwakken en
dat je
wist dat ze de becramming van je kreken toch wel weer
zouden slopen, want de Gorkummers, (de schijtluizen) die bang
waren dat je water niet snel genoeg werd afgevoerd en je
daardoor de dijken bovenstrooms zou doen doorbreken en je heel
de mieterse boel onder water zou zetten, staken daar vaak een
stokje voor, maar wat deed dat ertoe omdat je net zo goed wist dat de arrogante Dordtenaren op hun beurt je
becrammingen weer zouden herstellen, ze een broertje dood hadden
aan zandbanken in je stroombed (en aan de Gorkummers
natuurlijk), omdat ze je deed verzanden en
dat was verrekte slecht voor het tolheffen, voor de notabelen van de stad
dan uiteraard want tol, dat was niemandsverdriet, net als het
kappen van het weelderig tierende hout op je
oevers..., maar ach dat zouden ze uiteindelijk wel laten, daar
was toch geen beginnen aan.
En hoe staat het dan nu met je, becrammen ze je niet meer, of zijn de betonnen oevers, damwanden en basaltkeien de
reïncarnatie van de becrammingen zoals ze toen in je kreken
stonden en kappen ze je oevers nu rigoureuzer en zonder
scrupules kaal op zoek naar meer uitzicht, wandelpromenades en
industrieterreinen en zijn al je zandbanken inmiddels vergraven,
want met groot materieel opgeruimd om de racebaan te creëren
voor de binnenvaart en hebben ze daarmee je, destijds nog steeds
licht meanderende stroombed, vergraven tot een kanaal, 'als een
getijdenbanaan' zoals wijlen Jan Eijkelboom, je vriend de
rivierdichter, het gezegd zou kunnen hebben, met rechte lijnen
want zo hoort dat toch in deze strak georganiseerd tijd en is er
van jouw als rivier, in de letterlijke betekenis van het woord
inmiddels nog maar weinig over, maar ach... wat zou het.. wie
kan dat nu nog iets schelen, jou?
Henk van de Graaf
Uit getijdendichten
Papendrecht, september 2009
|