|
De Nederlandse naam
voor deze struik is eigenlijk verkeerd gekozen: de
bloemen, die vroeger het wapen van het hertogdom
Gelre tooiden, moeten in werkelijkheid van de mispel
afkomstig zijn geweest. Meer passend is een andere
oude naam van de plant: Watervlier.
De meest plastische naam is wel “pêpkeutels”,
ontleend aan de vruchten, waarover straks meer. |
Gelderse Roos is een
meestal hoge struik of ook wel een kleine boom. Haar wortelstelsel gaat niet
diep. Halfbeschaduwde plaatsen aan bosranden dicht bij water
met min of meer voedselrijke bodem hebben wat standplaats
betreft de voorkeur. Wilt U haar in alle glorie haar
vruchten zien dragen, loop dan eens vanaf de eendenkooi op
de Hofmansplaat naar het brugje van St. Jan. Reeds sinds
augustus pronkt zij daar met haar felrode vruchten,
halverwege, rechts op de dijk.
Haar twijgen zijn grijs en een
beetje kantig. Het heldergroene drie- tot vijflobbige blad
is aan de bovenkant kaal en aan de onderzijde enigszins
behaard. s’ Zomers kunnen zij er skeletachtig uitzien als het
sneeuwbalhaantje er tot op de hoofdnerf zijn maaltijd mee
gedaan heeft.
|
In mei staat de struik in
bloei, meestal niet langer dan een maand, met prachtige
crèmekleurige vlakke tuilen. De randbloemen, die groter zijn
dan de “binnenbloemen”zijn steriel, maar hebben de
belangrijke functie insecten aan te trekken voor bestuiving
van de fertiele bloemen middenin. Die bestuivers zijn veelal
zweefvliegen, maar ook wel kevers en vlinders. De
vruchtbodems van de ´binnenbloemen´ groeien in
augustus,september, uit tot scharlakenrode glanzende
steenvruchten met slechts één pit. Grote trossen bessen zijn
het. Ze geven vrolijk kleur aan de aan het eind van de zomer
langzaam vervagende tinten van lager groeiende planten. Wel
tot in januari hangen de bessen aan de struik. Daar is een
goede reden voor .Vogels vinden de bessen niet
lekker, ze zijn galbitter en ze zullen ze pas eten
als er niet veel anders voorradig is. |
Alleen pestvogels, die in
sommige winters in grote groepen ons land bezoeken, vinden
de bessen een delicatesse. Ze geven ze enthousiast aan
elkaar door; eten het vruchtvlees van de kernen en laten de
pitten dan ter plekke op de grond vallen.
Anders wordt het als de bessen
bevroren zijn geweest. Lijsters vooral gaan er van snoepen.
Ook voor de mens worden ze dan te gebruiken. Ze verliezen
hun bittere smaak voor het grootste deel en worden gezoet
met honing geschikt voor de behandeling van verkoudheid,
hoest, astma, diarree en maagstoornissen. Behalve stoffen
als pectine, sacharine, organische zuren, tannine en
caroteen bevatten de bessen meer vitamine C dan citroenen
dat doen. In de Verenigde Staten zegt de naam American
Cranberrybush waarvoor hij daar gebruikt wordt: voor een
heerlijke compote bij vleesgerechten, gemaakt van de verse
of de gedroogde vruchten. In de voedingsindustrie wordt het
helderrode pigment anthocyaan gebruikt voor het kleuren van
dranken.
De schors van Gelderse Roos
blijkt nog stoffen te bevatten, die krampwerende
eigenschappen hebben. In Angelsaksische landen is de naam
“cramp bark”niet onbekend.
Tenslotte: als U deze winter
weer eens scrabbelt… Vindt U een blad van de Gelderse Roos,
dat gevouwen is, dan is daar wellicht ter verdere
ontwikkeling ingetrokken de rups van de sneeuwbalvouwmijnmot.
Denk aan hem! 19 letters!
|
|
|