Halverwege mei van
dit jaar werden er in ons land meer dan 1000
witvleugelsterns gezien. Groepjes sterns waren tijdens
de trek vanuit hun overwinteringsgebieden in Afrika naar
de broedgebieden in Oost-Europa, in Nederland
terechtgekomen.
De witvleugelstern wordt jaarlijks in kleine aantallen
in ons land gezien maar niet eerder waren het er zoveel
als dit voorjaar. In gedrag en uiterlijk lijkt de
witvleugelstern op de zwarte stern, maar het verenkleed
van de broedende nieuwkomer is veel contrastrijker. ’s
Zomers zijn de bovenvleugel, stuit en staart zeer licht
en de ondervleugeldekveren pikzwart. In de Engelse
naamgeving komt dat aspect goed tot uiting. Zo heet de
zwarte stern bij hen ‘black tern’ en de
witvleugelstern ‘white-winged black tern’. Beide
namen onderstrepen de verschillen in uiterlijk van deze
twee overwegend in moerassen voorkomende vogels. Beide
soorten maken in de zomer gebruik van laagveenmoerassen,
met dit verschil dat witvleugelsterns op stillere en
geïsoleerdere locaties broeden dan hun zwarte
soortgenoten.
In
enkele waterrijke gebieden bleven witvleugelsterns
pleisteren en vogelaars hoopten op broedgevallen van
deze bijzonder sierlijke vogels. Dat zij op twee
plaatsen in ons land gingen broeden was een grote
verrassing. Eén keer eerder was er sprake van een
broedgeval. In 1979 ontdekte men in de Ankeveense
Plassen het legsel van een gemengd paartje (witvleugelstern
x zwarte stern). De twee eieren kwamen toen echter niet
uit. De recente, succesvolle broedgevallen haalden met
gemak de landelijke pers. Twee broedparen bij Stolwijk
in de Krimpenerwaard en twee paartjes in de Biesbosch.
Een primeur. Vogelminnend Nederland slaakte een zucht
van verlichting! Aangezien Natuurwerk betrokken was bij
de broedgevallen in de Biesbosch hierbij nog wat
aanvullende informatie.
Het nest tussen de Pitrus.
Copyright Jacques van
der Neut. |
De
witvleugelsterns werden in de Kort en Lang Ambacht, een
natuurontwikkelings-gebied op het Eiland van Dordrecht,
al geruime tijd in de gaten gehouden.
Door overvloedige
neerslag en kwel was er sprake van een hoge waterstand
met een uitstekende waterkwaliteit.
De
witvleugelsterns in de Krimpenerwaard en in de Biesbosch
verbleven in de directe nabijheid van een
visdievenkolonie. Betrokken vogelaars wisselden
regelmatig per email en sms gegevens uit. Naarmate de
waarnemingen zich opstapelden steeg de kans op een of
meerdere broedgevallen. Dankzij digiscoping, een
techniek waarbij een digitale camera op een telescoop
wordt gemonteerd, vormden foto’s kort daarop het
onweerlegbare bewijs. Een volwassen witvleugelstern op
zijn nest met twee donsjongen! Het nest lag in een door
water omgeven pol pitrus. In de directe omgeving
groeiden grote kattenstaart, veenwortel, grauwe- en
schietwilg.
Halverwege de bewuste pol was wat vegetatie aangebracht.
Door het landen en het broeden van de volwassen vogels
zag dit er uit als een nestplatform. Tijdens een
controle in juli zag ik de twee grote donsjongen staan.
De volwassen vogels scheerden er in sierlijke bochten
overheen. De voerbeurten verliepen razendsnel. Terwijl
ik genoot van dit voor ons land uiterst zeldzame
familietafereel, zag ik in mijn ooghoek iets bewegen.
Boven een rij spontaan opgekomen wilgen scheerden nog
twee witvleugelsterns. Ook zij waren aan het voeren.
De
kans dat er wederom broedende witvleugelsterns in de
Kort en Lang Ambacht worden ontdekt is overigens nihil.
Aan het eind van dit jaar zullen er in de omringende
kade van deze voormalige landbouwpolder gaten worden
gemaakt waardoor het getij er vrij spel krijgt. Zo’n
dynamisch broedgebied met wisselende waterstanden
voldoet niet aan de eisen van de witvleugelstern.
|