Biesbosch.nu

Magazine september 2005

Terug naar inhoudsopgave

Atalanta. Copyright Ab H. Baas.Bonte fladderaars
             Jacques van der Neut
                        met foto's van Ab H. Baas

Muggen, dazen en wespen vinden we bijna allemaal enge beesten. Ze zoemen en brommen. Sommige steken bovendien ook nog! De meest fervente insectenhaters gaan echter overstag bij het zien van mooi gekleurde, fragiele vlinders.
Met de stand van onze dagvlinders gaat het niet goed. Er is een duidelijke tendens merkbaar. Algemene vlinders blijven algemeen en zeldzame vlinders verdwijnen langzaam van het toneel.

Detail vleugel Atalanta. Copyright Ab H. Baas.Atalanta, kleine vos, dagpauwoog, koolwitje en citroenvlinder zijn overbekende dagvlinders.
Iedere overdag vliegende vlinder is niet per definitie een dagvlinder. Het tijdstip van vliegen is in dit geval niet van doorslaggevende betekenis. Alle dagvlinders vliegen overdag, maar niet alle nachtvlinders vliegen ’s nachts.
Hoe houden we die bonte fladderaars uit elkaar?

De antennen of ‘sprieten’ van dagvlinders hebben aan de uiteinden kolf- of knotsvormige verdikkingen. Nachtvlinders bezitten gewoonlijk draad- en wimpervormige antennen. De rusthouding van dagvlinders is heel karakteristiek.
De vier vleugels worden dan verticaal boven de rug samengeklapt. De nachtvlinders laat ik verder buiten beschouwing, de prachtige kleuren en namen van al die beesten ten spijt: avondrood, rood weeskind, roesje, harlekijn en drinker.

Oranjetip
Oranjetip. Copyright Ab H. BaasZomers zie ik in de Biesbosch, op kaden met ruigtekruiden zoals moerasspirea, gewone wederik, engelwortel, haagwinde en leverkruid de algemene soorten wel rondfladderen. Een pol leverkruid bezaaid met dagpauwogen, atalanta’s, kleine vossen of landkaartjes. Aan de festiviteiten op koninginnedag lever ik jaarlijks een (bescheiden) bijdrage. Mijn eerste oranjetip probeer ik in deze tijd te zien. Het mannetje van dit fraaie dagvlindertje heeft opvallend oranje  vleugeltoppen.

Onderzijde vleugel Oranjetip. Copyright Ab H. BaasHet vrouwtje zet de eieren af op Kruisbloemigen. In het duingebied is de pinksterbloem de voedselplant voor de rups. In het rivierendistrict is dat gewoonlijk look-zonder-look. Echte trekvlinders zoals de distelvlinder en luzernevlinder ontbreken evenmin. Jaarlijks worden er ook bonte zandoogjes gemeld en in warme, droge zomers krijg ik waarnemingen van koninginnepages.
Soms zelfs in het centrum van een drukke, Dordtse woonwijk als de Stadspolders!

Duidelijke verarming
Koninginnepage. Copyright Ab H. Baas.Ondanks deze optimistische berichten, is er in de dagvlinderfauna toch een zeer duidelijke verarming opgetreden. De landbouwkundige ontwikkelingen van de laatste decennia zullen hieraan voor het belangrijkste deel debet zijn. Daarnaast kunnen we denken aan versnippering van natuurgebieden, vermesting, verdroging en biotoopverlies. De Vlinderstichting hoopt door intensieve voorlichtingscampagnes het tij, ten gunste van de vlinders, te keren.
Dankzij de tomeloze inzet is er al veel bereikt. Plantsoenendiensten vragen nu bijvoorbeeld adviezen voor het uitstippelen van een vlindervriendelijk beheer van openbare plantsoenen. Op scholen circuleren lesbrieven, posters, stickers en levend materiaal (poppen en rupsen). Terwijl ik deze regels stuk voor stuk op mijn beeldscherm zie verschijnen, denk ik terug aan mijn recente verblijf in La douce France. Prachtig begroeide bermen met honderden vlinders. Overal dambordjes, keizersmantels, parelmoervlinders, koninginnepages, koningspages, vuurvlinders.
Te veel om op te noemen…  

Inspiratiebron
Detail vleugel Bruin Zandoogje. Copyright Ab H. Baas.In de loop der tijd vormde de schoonheid van vlinders voor kunstenaars een onuitputtelijke inspiratiebron. Zo maakte Maria Sybilla Merian (1647-1717) zich onsterfelijk door haar met  zorg en toewijding vervaardigde afbeeldingen van vlinders en bloemen. De illustraties in de vlinderboeken van Christiaan Sepp en Richard South zijn eveneens weergaloos.
In al die boeken ook veel aandacht voor de boeiende cyclus van zo’n ‘butterfly’, ‘papillon’ of ‘Schmetterling’. Via ei, rups en pop komen we uiteindelijk toch altijd weer op dat ene moment, ‘Le moment suprème’; het uitkomen van de poppen.

Het aardige van vlinders is dat we ze op de meest uiteenlopende plekken kunnen zien. Op straat, in de tuin of zoals die ene keer op dat ene terras. Genietend van mijn drankje zie ik een atalanta op mijn stoelleuning neerstrijken. Het tere insect spreidt zijn kleurige vleugels. Tegenover me zit een tiener. Het beest interesseert haar nauwelijks. Met een diskman of MP3 speler, of hoe zo’n ding ook heet, luistert ze 'Princeheerlijk' naar wat popmuziek.

Detail vlindervleugels. Copyright Ab H. Baas.


Macro-opnamen vlindervleugels vlnr: koninginnepage, luzernevlinder en dagpauwoog.

 

Tekst: Jacques van der Neut, boswachter Staatsbosbeheer
Foto's: Ab H. Baas, copyrights De Vlinderstichting
2005 © Biesbosch.nu

Terug naar inhoudsopgave