Bonte
fladderaars
Jacques van der Neut
met foto's van Ab H. Baas
Muggen, dazen en wespen vinden we bijna
allemaal enge beesten. Ze zoemen en brommen. Sommige steken
bovendien ook nog! De meest fervente insectenhaters gaan echter
overstag bij het zien van mooi gekleurde, fragiele vlinders.
Met de
stand van onze dagvlinders gaat het niet goed. Er is een duidelijke
tendens merkbaar. Algemene vlinders blijven algemeen en zeldzame
vlinders verdwijnen langzaam van het toneel.
Atalanta, kleine vos, dagpauwoog,
koolwitje en citroenvlinder zijn overbekende dagvlinders.
Iedere
overdag vliegende vlinder is niet per definitie een dagvlinder. Het
tijdstip van vliegen is in dit geval niet van doorslaggevende
betekenis. Alle dagvlinders vliegen overdag, maar niet alle
nachtvlinders vliegen ’s nachts.
Hoe houden we die bonte fladderaars
uit elkaar?
De antennen of ‘sprieten’ van
dagvlinders hebben aan de uiteinden kolf- of knotsvormige
verdikkingen. Nachtvlinders bezitten gewoonlijk draad- en
wimpervormige antennen. De rusthouding van dagvlinders is heel
karakteristiek.
De vier vleugels worden dan verticaal boven de rug
samengeklapt. De nachtvlinders laat ik verder buiten beschouwing, de
prachtige kleuren en namen van al die beesten ten spijt: avondrood,
rood weeskind, roesje, harlekijn en drinker.
Oranjetip
Zomers zie ik in de
Biesbosch, op kaden met ruigtekruiden zoals moerasspirea, gewone
wederik, engelwortel, haagwinde en leverkruid de algemene soorten
wel rondfladderen. Een pol leverkruid bezaaid met dagpauwogen,
atalanta’s, kleine vossen of landkaartjes. Aan de festiviteiten op
koninginnedag lever ik jaarlijks een (bescheiden) bijdrage. Mijn
eerste oranjetip probeer ik in deze tijd te zien. Het mannetje van
dit fraaie dagvlindertje heeft opvallend oranje
vleugeltoppen.
Het vrouwtje zet de eieren af op Kruisbloemigen. In
het duingebied is de pinksterbloem de voedselplant voor de rups. In
het rivierendistrict is dat gewoonlijk look-zonder-look. Echte
trekvlinders zoals de distelvlinder en luzernevlinder ontbreken
evenmin. Jaarlijks worden er ook bonte zandoogjes gemeld en in
warme, droge zomers krijg ik waarnemingen van koninginnepages.
Soms
zelfs in het centrum van een drukke, Dordtse woonwijk als de Stadspolders!
Duidelijke verarming
Ondanks deze optimistische berichten,
is er in de dagvlinderfauna toch een zeer duidelijke verarming
opgetreden. De landbouwkundige ontwikkelingen van de laatste
decennia zullen hieraan voor het belangrijkste deel debet zijn.
Daarnaast kunnen we denken aan versnippering van natuurgebieden,
vermesting, verdroging en biotoopverlies. De Vlinderstichting hoopt
door intensieve voorlichtingscampagnes het tij, ten gunste van de
vlinders, te keren.
Dankzij de tomeloze inzet is er al veel bereikt.
Plantsoenendiensten vragen nu bijvoorbeeld adviezen voor het
uitstippelen van een vlindervriendelijk beheer van openbare
plantsoenen. Op scholen circuleren lesbrieven, posters, stickers en
levend materiaal (poppen en rupsen). Terwijl ik deze regels stuk
voor stuk op mijn beeldscherm zie verschijnen, denk ik terug aan
mijn recente verblijf in La douce France. Prachtig begroeide bermen
met honderden vlinders. Overal dambordjes, keizersmantels,
parelmoervlinders, koninginnepages, koningspages, vuurvlinders.
Te
veel om op te noemen…
Inspiratiebron
In de loop der tijd vormde de
schoonheid van vlinders voor kunstenaars een onuitputtelijke
inspiratiebron. Zo maakte Maria Sybilla Merian (1647-1717) zich
onsterfelijk door haar met zorg en toewijding vervaardigde
afbeeldingen van vlinders en bloemen. De illustraties in de
vlinderboeken van Christiaan Sepp en Richard South zijn eveneens
weergaloos.
In al die boeken ook veel aandacht voor de boeiende
cyclus van zo’n ‘butterfly’, ‘papillon’ of ‘Schmetterling’. Via ei,
rups en
pop komen we uiteindelijk toch altijd weer op dat ene moment, ‘Le
moment suprème’; het uitkomen van de poppen.
Het aardige van
vlinders is dat we ze op de meest uiteenlopende plekken kunnen zien.
Op straat, in de tuin of zoals die ene keer op dat ene terras.
Genietend van mijn drankje zie ik een atalanta op mijn stoelleuning
neerstrijken. Het tere insect spreidt zijn kleurige vleugels.
Tegenover me zit een tiener. Het beest interesseert haar nauwelijks.
Met een diskman of MP3 speler, of hoe zo’n ding ook heet, luistert
ze 'Princeheerlijk' naar wat popmuziek.
|
Macro-opnamen vlindervleugels vlnr: koninginnepage,
luzernevlinder en dagpauwoog. |
|