In
onze regio is al veel boerenland op de
schop gegaan. Natuurontwikkeling en
Ruimte voor de rivier zijn de drijfveren
van dit proces. Door deze ingrepen
vallen er bij lage waterstanden
honderden hectaren slik droog, waarvan
pionierplanten zoals bruin cypergras,
hazenpootje en klein vlooienkruid
profiteren. Sinds kort komt ook
goudknopje in de Biesbosch voor.
Binnenzee
Na graafwerk veranderden uitgestrekte
landbouwpolders in brede geulen met
ondiepe oeverzones en aangelegde
eilanden. Op 7 mei 2008 stak prins
Willem Alexander symbolisch een dam bij
de Bandijk door, waardoor de polder
Hardenhoek (onderdeel van de Noordwaard)
in een zoetwatergetijdengebied
veranderde. Sindsdien schommelt het
waterpeil in dit
natuurontwikkelingsgebied Bij
noordwestenwind verandert dit jonge
natuurgebied in een grote binnenzee
terwijl het bij aanhoudende oostenwind
bijna leeg loopt. Vooral in jaren met
warme zomers en lage waterstanden,
ontstaan er op de grens van water en
land, goede vestigingsmogelijkheden voor
pionierplanten zoals bruin cypergras.
Van de cypergrassenfamilie dringt bruin
cypergras het verst noordwaarts door.
Het komt onder meer voor in Europa,
Engeland, het Oostzeegebied en de
noordrand van Afrika. Bruin cypergras is
een zeldzame soort in het
rivierengebied. Soms verschijnen er
geheel onverwacht ook nieuwkomers, zoals
goudknopje. Vorig jaar werd deze soort
voor het eerst in de Biesbosch gevonden.
|
Goudknopje. Copyright Jacques
van der Neut |
Goudknopje
is een pionier in hart en nieren. De
eerste vondsten van goudknopje in ons
land dateren uit omstreeks 1972, na de
drooglegging van Zuidelijk Flevoland.
Locaties met veel slik vormen een prima
stek voor twee andere bekende pioniers:
slijkgroen en klein vlooienkruid. Ten
opzichte van de tachtiger jaren heeft
vooral klein vlooienkruid zich enorm
uitgebreid. In de Kort en Lang Ambacht
is klein vlooienkruid dominant. Bij eb
valt er in deze voormalige
landbouwpolder tientallen hectaren slik
droog.
|
Klein vlooienkruid. Copyright
Jacques van der Neut. |
Langs de
Hilweg, in de omgeving van het Biesbosch
Museum, groeit veel hazenpootje. Voor de
bloei zijn deze planten enigszins
behaard en sterk wijnrood aangelopen.
Tijdens de bloei is de hele plant viltig
behaard. Hazenpootje kan een hoogte
bereiken van ongeveer dertig centimeter
en is een één- of tweejarige plant uit
de vlinderbloemenfamilie. Gezien het
aantal uitgevoerde projecten zal de
Biesbosch voorlopig nog een uitstekend
gebied voor pionierplanten blijven.
Naarmate de terreinen begroeien zullen
zij echter geleidelijk van het
Biesboschtoneel verdwijnen. Het
onvermijdelijke lot van pioniers.
|
Hazenpootje. Copyright Jacques
van der Neut. |
Pioniers
komen en gaan
Pioniers (planten en vogels) komen als
eersten en zullen geleidelijk door
andere soorten worden verdrongen.
Pionierplanten moeten zonder enige vorm
van beschutting zien te overleven. Zand
bevat nauwelijks voedingsstoffen en
bovendien is er niet altijd sprake van
vochtige omstandigheden. De temperaturen
kunnen op warme zomerdagen extreem hoog
zijn. Pionierplanten hebben door een
wijd vertakt wortelstelsel in het
algemeen een snelle groei. De tijd die
dergelijke planten kunnen besteden aan
groei, bloei en zaadvorming is immers
relatief kort. Als ze afsterven en een
beetje humus vormen in de voedselarme
bodem, graven ze in feite hun eigen
graf. De wat voedselrijkere bodem biedt
mogelijkheden voor soorten die wat meer
eisen stellen aan hun leefomgeving. De
pioniers verdwijnen dan en worden
opgevolgd door ruigtekruiden. Dit proces
heet successie en het eindstadium
bestaat in de meeste gevallen uit bos. |