Biesbosch.nu

Magazine juli/augustus 2009

Foto Ab. H. Baas. (copyright de Vlinderstichting).
 

Terug naar inhoudsopgave

Vlindervleugels
Ab H. Baas


Bruin zandoogje. Foto Ab H. Baas (Copyrights De Vlinderstichting).

Dit prachtige 'Perzisch tapijtje' is een detailopname van de
onderzijde van een vleugel van een Bruin zandoogje.
Foto Ab H. Baas (Copyrights De Vlinderstichting).
 

 

Het eerste wat het imago, de volwassen vlinder, doet als deze uit de pop is gekropen, is het zoeken naar een plek waar de vleugels opgepompt kunnen worden. Dat oppompen gebeurt met lichaamsvocht dat in de aderen wordt geperst. Opgepompt en gestrekt moet de vleugel dan enige tijd vrij hangend kunnen drogen, ofwel uitharden. Als de vleugel in deze kritische periode niet goed in vlakke vorm kan uitharden, ontstaat er een misvormde vleugel.

Bruin zandoogje. Foto Ab H. Baas (Copyrights De Vlinderstichting).

Bruin zandoogje

Meestal is vliegen dan niet meer mogelijk en is de vlinder gedoemd dood te gaan. De aderen waarvan sommige lichaamsvocht transporteren, geven stijfheid aan de fragiele vleugel. Ook bevatten ze soms functionele zenuwen voor het aansturen van de geurschubben. Het patroon dat wordt gevormd door de aders is voor ons mede belangrijk voor de indeling in vlinderfamilies en soorten.

De vliezige vleugelmembraam heeft over het algemeen geen kleur en is zo transparant als kleurloos glas. Bij enkele tropische vlindersoorten is het membraan bruin gekleurd.

De patronen en kleuren op de vleugels zijn niet alleen middelen voor sexherkenning tussen de vlinders, maar ook voor camouflage en nabootsing als passieve verdediging tegen predatoren.

Vleugellengte
De vleugellengte van een Macro kan liggen tussen 10 mm bij een kleine vlinder tot 50 mm bij een grote Europese vlinder. In het algemeen zijn de vrouwtjes iets groter dan de mannetjes.
De variatie in afmetingen tussen de vlinders van een soort zijn klein. Er zijn tropische vlinders die een vleugellengte van 100 mm hebben; dat geeft een spanwijdte van meer dan 200mm!

De Micro's zijn aanzienlijk kleiner, de naam zegt het al. Deze kleine wondertjes van de natuur hebben een vleugellengte van 3 tot 20 mm.

De schubben
Het vleugeloppervlak is meestal bedekt met schubben. Hier komt de

Bruin zandoogje. Foto Ab H. Baas (Copyrights De Vlinderstichting).

Bruin zandoogje, één van de twee 'ogen'
op de bovenzijde van de vleugels.

wetenschappelijke naam 'Lepidoptera' voor vlinders vandaan, hetgeen betekent 'Schubvleugeligen'. De schubben liggen op het vleugelmembraan in rijen als dakpannen over elkaar heen gestapeld en steken met een pennetje dat meestal een verdikt uiteinde heeft, in een zakje van het membraam.

Soms ontbreken schubben op de gehele vleugel of delen ervan. Een voorbeeld is het Groot geaderd witje. Het vrouwtje van deze soort heeft een transparante voorvleugel die vrijwel geen schubben heeft.

Wordt vervolgd...
 


Bont zandoogje. Foto Ab H. Baas (Copyrights De Vlinderstichting).
 

Nog een 'tafelkleedje' dit maal van het Bonte zandoogje.
 Foto Ab H. Baas (Copyrights De Vlinderstichting).
 

©Tekst en foto's Ab H. Baas (Copyrights De Vlinderstichting).
Reageer op dit artikel

Terug naar inhoudsopgave

Niets uit deze pagina mag worden gepubliceerd zonder toestemming van de auteur(s).
Ongevraagd gebruik van andermans beeldmateriaal is strafbaar.
2009 © Biesbosch.nu