Meikever
(Melolontha
melolontha)
Jac
Blommaart
Meikever.
Junikever.
Julikever.
Ongelogen. Ze bestaan echt!
Het meest bekend is wel de
meikever. Na in Nederland bijna uitgestorven te zijn
geweest, zie je ze weer steeds meer, vaak dood onder felle
lampen. Ze vliegen 's avonds en worden onweerstaanbaar
aangetrokken door licht. |
|
Met harde tikken
vliegen ze tegen het glas, steeds opnieuw, tot de
dood er op volgt. Vooral de mannetjes hebben grote, gelobde sprieten. Daarmee
kunnen ze de vrouwtjes op grote afstand ruiken. |
Na de paring, en na flink
gegeten te hebben van allerlei bladeren, wroeten de
vrouwtjes zich tien tot twintig cm de grond in om daar
enkele tientallen eitjes te leggen. De larven zullen zich
daar gedurende drie jaar tegoed doen aan plantenwortels. De
ontwikkeling tot kever vindt in de herfst plaats. De kevers
wachten onder de grond de lente af. Zo kun je bij het
spitten van de tuin al in november een meikever tegenkomen!
Kinderen bonden vroeger een
draadje aan een poot van het beest en lieten hem dan rond
vliegen.
De kinderen stonden toen veel dichter bij de natuur
dan tegenwoordig!!! Ze bliezen kikkers op, verzamelden
eitjes en vingen mussen.
Laat de Partij Voor De Dieren het niet horen!
Junikever(Aphimallon solstitialis)
Lijkt wel een kleinere uitvoering van de meikever. Vliegt zo
rond de langste dag, bij de zonnewende. Solstitium betekend
zonnestilstand. 's Avonds vliegen ze vaak in
groepen rond de kruinen van apart staande bomen. De
levenswijze is ongeveer hetzelfde als bij de meikever,
alleen is de ontwikkelingstijd korter. Komt in Nederland
veel voor.
Julikever
(Polyphylla fullo)
Een knots van een kever! Ook weer van het model van een
meikever, maar veel groter. En bonter. Bruin met groot
aantal lichterbruine vlekken. Komt in Nederland voor op de
zandgronden, vooral in de duinen.
Reageer op dit artikel
|