Libellen
fascinerende insecten!
Door Jacques van der Neut
Gewoonlijk zijn
libellen warmteminnende insecten. Met het aflopen van de zomer
verminderen hun aantallen aanzienlijk. Sommige soorten zoals de
houtpantserjuffer, paardenbijter en de bruinrode heidelibel blijven
tot half oktober actief. De belangstelling voor libellen neemt de
laatste tijd gelukkig steeds meer toe. Dat is geen wonder.
Libellen
zijn de grootste insecten van Europa.
Ze hebben prachtige kleuren,
leveren wonderlijke vliegprestaties en hebben een boeiende
levenswijze.
De aanwezigheid van bepaalde soorten is een betrouwbare
indicatie voor de kwaliteit van het watermilieu. Water is voor
libellen van levensbelang. Hun hele levenscyclus speelt zich immers
in en bij het water af. Van ei, via een aantal larvenstadia tot het
gevleugeld eindstadium, de volwassen libel of met een mooi woord ook
wel imago genoemd. De larven leven in het water, het imago in de
lucht. Vrijwel alle Europese soorten gaan in aantal achteruit door
hun gevoeligheid voor watervervuiling, overbemesting en beek- en
rivierkanalisaties. Zodoende zijn ze één van de meest bedreigde
groepen van de Europese fauna.
Subtiele
verschillen
Herkenning van al
die soorten vereist trouwens wel enige ervaring. Watersnuffels zijn
overwegend blauwzwart getekende waterjuffers. Op het achterlijf,
vlak achter het borststuk, is doorgaans een klein paddestoelvormig
figuurtje te zien. Het spreekt voor zichzelf dat al die subtiele
verschillen van heel dichtbij dienen te worden bekeken. Een streepje
hier of daar. Een al of niet doorlopende buikstreep. Een bepaald
figuurtje op een van de achterlijfsegmenten of een opvallende
borsttekening. En ga zo maar door.
Met zo’n waterjuffer of libel in
de hand gaat dat opperbest. Al die details zijn met een loupe of een
macrolens uitstekend te bekijken. Het verschil tussen een
‘waterjuffer’ of een ‘libel’ is niet zo moeilijk. Waterjuffers
vouwen in rust hun vleugels op, terwijl die bij een rustende libel
gespreid blijven.
Nieuwe
terreinomstandigheden
Libellen reageren
snel op nieuwe terreinomstandigheden. Zo vervullen diverse rondom en
in de Biesbosch liggende natuurontwikkelingsprojecten voor libellen
een belangrijke rol. In dit verband bedoelen we dan de voormalige
landbouwgebieden die met het oog op kleiwinning reeds zijn
afgegraven. De bemaling (met gemalen) is gestaakt. Regenval in
combinatie met kwel zorgen voor hogere waterstanden. Doorgaans is de
waterkwaliteit er dan ook goed.
In die terreinen huizen veel soorten
libellen zoals watersnuffel, gewone oeverlibel, vroege glazenmaker,
glassnijder en grote keizerlibel.
Bij warm, aanhoudend zomerweer
verschijnen er zelfs soorten die gewoonlijk met klimaatsverandering
in verband worden gebracht zoals de zuidelijke glazenmaker, de
zuidelijke keizerlibel en de vuurlibel. In onze grote rivieren is de
laatste jaren ook sprake van een opmerkelijke ontwikkeling. De
verschillende Merwedetakken vormen zelfs een bolwerk voor een
rheofiele (stroomminnende) soort zoals de rivierrombout. De
beekrombout en weidebeekjuffer worden er ook regelmatig
gesignaleerd. Het zien van ‘uitsluipende’ larven, zo noemen kenners
het moment waarop een libel zich uit zijn larvenhuid perst, is een
wonderlijk schouwspel. De aanwezigheid van zandstrandjes met een
weelderige vegetatie is hierbij van doorslaggevend belang.
|
|
Rapport:
Libellen in De Biesbosch
Arno Boesveld en
Jacques van der Neut hebben onderzoek gedaan naar het
voorkomen van libellen in de Biesbosch. In 2005 verscheen:
Libellen in het Nationaal Park De Biesbosch, Een overzicht
van 1993 t/m 2003 verzamelde waarnemingen. Dit 100 pagina’s
tellende werk bevat tientallen kleurenfoto’s en verspreidingskaartjes.
Het rapport kost € 10,00 en is verkrijgbaar bij de
bezoekerscentra in Dordrecht en Drimmelen of bij het
Staatsbosbeheerkantoor in Werkendam (voor de laatste bel 0183-678988).
|
|
|
|