Biesbosch.nu

Nieuwsbrief juli 2004

Terug naar inhoudsopgave

Fragment uit prent uit 'Out Hollant' van Jacobus van Oudenhoven 1654, Gekulkte steur en elftKenmerken en typologieën
     van de zalm

Zalmbenamingen
Salmon salar:
Europese zalm. zijn wetenschappelijke naam komt van het Latijnse werkwoord 'salio' wat springen of spartelen betekent. De vis stond bekend om zijn kracht en de  eigenschap om over obstakels heen te springen.
Parr: het Parr-stadium is de eerste levensfase van de zalm. Ze verblijft 1-3 jaar (15-20 cm) in de beek waarin ze geboren is en voedt zich met insecten(larven).
Smolt: in het smolt-stadium vindt de trek naar zee plaats en krijgt de vis zijn typische zilverachtige kleur. Ze voeden zich met garnaalachtige en visbroed.
Jacobszalm: (vernoemd naar St. Jacobsdag 25 juli) is een twee jaar oude 60-65 cm lange zalm die al na een verblijf van een jaar in zee terugkeerde naar de paaigronden. Plaatselijk ook wel Jaapjes of Kuikjes genoemd.
Zomer- en winterzalm: deze zalmen hadden twee tot drie jaar op zee doorgebracht voor ze de rivier weer opzwommen.
Truytkens: zijn driejarige zalmen van ongeveer een meter lengte, ook wel zomerzalmen genoemd.
Hengsten: zijn zalmen die zich na het paaien terug naar zee lieten drijven. Pas in zee begonnen ze weer te eten en konden ze aansterken van de uitputtende tocht naar de paaigronden. Dit was echter weinige gegeven. De meeste stierven onderweg of na het paaien.
Schotzalm: 'schotjes' is een aparte soort zalm (Salmo trutta). Deze minder talrijke soort is een anadrome (van zoet naar zout water gaande) soort en  is een variëteit van de beekforel.

Zalmbenamingen in De Biesbosch
De Springer: zandplaat die vergraven werd bij het aanleggen van de Nieuwe Merwede. Springer was een bijnaam van de zalm.
Gat van de Hengst: afgedamde kil, hengsten waren zalmen die zich na het paaien terug naar zee lieten drijven.
Gat van de honderdendertig: kreek, verwijst naar een perceel van 130 roeden (1 roede is ca 3,75 meter) lang waarin een zalmsteek (schuttingen van wilgentenen met fuiken) stond. Ze maakte deel uit van de Langesteek één van de meest begeerde steken.
Gat van de Vissen: kil, nu Noordergat en Zuidergat van de Vissen, vernoemd naar een populaire steek aldaar met de naam 'vissensteek'.
Gat van de Slek: vernoemd naar het tweede perceel van de Langesteek dat de naam 'De Slegh' droeg.
De Gijster: spaarbekken, waarschijnlijk vernoemd naar 'Joachim Broekhovens Geyster' die dit perceel in pacht had voor de zalmvangst.

Wetenschappelijke namen
(Salmo salar) orde (Salmoniformes)
De orde bestaat uit 37 families (Salmonidae).
De belangrijkste zalmenfamilie komt voor in het noordelijk halfrond. Er zijn drie onderfamilies, zalmen (Salmoninae), houtingachtige (Coregoninae) en vlagzalmen (Thymallinae). Deze zijn weer onderverdeeld in vijf geslachten, de onderfamilies: zalmen (Salmo-soorten), Pacifische zalmen (Oncorhynchus-soorten), Donauzalmen (Hucho-soorten), zalmforellen (Salvelinus-soorten) en lenoks (Brachymystax).
Vele soorten vormen talrijke plaatselijke rassen, waardoor de juiste plaats in het systeem niet altijd zeker is.

Bronnen: 
Onze speciale dank gaat uit naar:
- Dr. P.J.M. Martens schrijver van het prachtige boek, De zalmvissers van De Biesbosch 1421-1869 voor zijn waardevolle bijdrage aan dit artikel
- Org. ter Verbetering van de Binnenvisserij voor het beschikbaar stellen van een aantal foto's en diverse artikelen. www.ovb.nl  
Literatuur/internet:
- D.J. de Jong e.a., Hardinxveld en de Riviervisserij 
-
Historische vereniging Hardinxveld. www.hv-hardinxveld-giessendam.nl 
- P. Verhagen, Rivieren, boten en vissers 
- Istituto Geografico de Agostini spA, Novara, Italie, De geheimen van het dierenrijk 
-
Grzimeks, Het leven der dieren, deel 4, vissen 1
- H.W. de Nie, Atlas van de Nederlandse zoetwatervissen


© www.biesbosch.nu
Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder de toestemming van
www.biesbosch.nu