Kenmerken
en typologieën
van de zalm
Zalmbenamingen
Salmon salar:
Europese zalm. zijn wetenschappelijke naam komt van het Latijnse
werkwoord 'salio' wat springen of spartelen betekent. De vis stond
bekend om zijn kracht en de eigenschap om over obstakels heen te
springen.
Parr: het Parr-stadium is de eerste levensfase van de zalm. Ze
verblijft 1-3 jaar (15-20 cm) in de beek waarin ze geboren is en voedt
zich met insecten(larven).
Smolt: in het smolt-stadium vindt de trek naar zee plaats en krijgt de
vis zijn typische zilverachtige kleur. Ze voeden zich met
garnaalachtige en visbroed.
Jacobszalm: (vernoemd naar St. Jacobsdag 25 juli) is een twee jaar oude
60-65 cm lange zalm die al na een verblijf van een jaar in zee
terugkeerde naar de paaigronden. Plaatselijk ook wel Jaapjes of
Kuikjes genoemd.
Zomer- en winterzalm: deze zalmen hadden twee tot drie jaar op zee
doorgebracht voor ze de rivier weer opzwommen.
Truytkens: zijn driejarige zalmen van ongeveer een meter lengte, ook
wel zomerzalmen genoemd.
Hengsten: zijn zalmen die zich na het paaien terug naar zee lieten
drijven. Pas in zee begonnen ze weer te eten en konden ze aansterken
van de uitputtende tocht naar de paaigronden. Dit was echter weinige
gegeven. De meeste stierven onderweg of na het paaien.
Schotzalm: 'schotjes' is een aparte soort zalm (Salmo
trutta). Deze
minder talrijke soort is een anadrome (van zoet naar zout water
gaande) soort en is een variëteit van de beekforel.
Zalmbenamingen in De Biesbosch
De Springer: zandplaat die vergraven werd bij het aanleggen van de
Nieuwe Merwede. Springer was een bijnaam van de zalm.
Gat van de Hengst: afgedamde kil, hengsten waren zalmen die zich na
het paaien terug naar zee lieten drijven.
Gat van de honderdendertig: kreek, verwijst naar een perceel van 130
roeden (1 roede is ca 3,75 meter) lang waarin een zalmsteek
(schuttingen van wilgentenen met fuiken) stond. Ze maakte deel uit van
de Langesteek één van de meest begeerde steken.
Gat van de Vissen: kil, nu Noordergat en Zuidergat van de Vissen,
vernoemd naar een populaire steek aldaar met de naam 'vissensteek'.
Gat van de Slek: vernoemd naar het tweede perceel van de Langesteek
dat de naam 'De Slegh' droeg.
De Gijster: spaarbekken, waarschijnlijk vernoemd naar 'Joachim
Broekhovens Geyster' die dit perceel in pacht had voor de zalmvangst.
Wetenschappelijke
namen
(Salmo salar) orde (Salmoniformes)
De orde bestaat uit 37 families (Salmonidae).
De belangrijkste zalmenfamilie komt voor in het noordelijk halfrond. Er zijn drie onderfamilies,
zalmen (Salmoninae), houtingachtige
(Coregoninae) en vlagzalmen (Thymallinae).
Deze zijn weer onderverdeeld in vijf geslachten, de onderfamilies: zalmen
(Salmo-soorten), Pacifische zalmen (Oncorhynchus-soorten),
Donauzalmen (Hucho-soorten), zalmforellen (Salvelinus-soorten) en
lenoks (Brachymystax).
Vele soorten vormen talrijke plaatselijke rassen, waardoor de juiste
plaats in het systeem niet altijd zeker is.
Bronnen:
Onze speciale dank gaat uit naar:
- Dr. P.J.M. Martens schrijver van het prachtige boek, De zalmvissers van De Biesbosch 1421-1869
voor zijn waardevolle bijdrage aan dit artikel
- Org. ter Verbetering van de Binnenvisserij voor het beschikbaar
stellen van een aantal foto's en diverse artikelen. www.ovb.nl
Literatuur/internet:
- D.J. de Jong e.a., Hardinxveld en de Riviervisserij
-
Historische vereniging Hardinxveld. www.hv-hardinxveld-giessendam.nl
- P. Verhagen, Rivieren, boten en vissers
- Istituto Geografico de Agostini spA, Novara, Italie, De geheimen
van het dierenrijk
-
Grzimeks, Het leven der dieren, deel 4, vissen 1
- H.W. de Nie, Atlas van de Nederlandse zoetwatervissen
©
www.biesbosch.nu
Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder de toestemming
van www.biesbosch.nu
|