De Donkerslootse twisten
(1)
(440 jaar gesteggel en gekrakeel)
Deel 1 (De wereld van de kaart)
Henk van de Graaf
Inleiding
Begin 2008 werd aan Geert Ouweneel van
de Historische Vereniging
West-Alblasserwaard door een
antiquariaat uit Haarlem een email
gestuurd met daarin een aantal vragen
over een oude manuscriptkaart van een
deel van het Benedenrivierengebied. De
kaart was in consignatie aan het
antiquariaat gegeven door een bevriende
antiquair. Geert legde direct de link
met een andere manuscriptkaart in het
archief van Gorinchem. Hij had al eerder
onderzoek gedaan naar deze kaart en
transcripties gemaakt van een aantal
bijbehorende processtukken. De processen
hadden zich afgespeeld in de periode
1545 - 1579 tussen de ambachtsheer van
Alblasserdam en de Hoge Heemraden van de
Alblasserwaard.
De kaart werd door het Haarlemse
antiquariaat aan diverse partijen te
koop aangeboden waaronder de
universiteitsbibliotheek van Leiden.
Deze bibliotheek beschikte al over een
groot aantal manuscriptkaarten van het
beneden rivierengebied uit de Bodel
Nijenhuis collectie en de kaart zou een
waardevolle aanvulling zijn op deze
collectie. Ze besloten dan ook de kaart
aan te kopen en na een grondige
schoonmaak en restauratie in de
collectie op te nemen.
Op woensdag 6 mei 2009 was ik, in mijn
hoedanigheid als hoofdredacteur van het
Biesbosch.nu Magazine, in de
universiteit om een aantal ‘Biesbosch’
kaarten te bekijken uit de genoemde
collectie van Bodel Nijenhuis. Ik had
tevens een afspraak met conservator
Martijn Storms van de afdeling
Bijzondere collecties. Tijdens het
gesprek liet Martijn mij de aangekochte
kaart zien met de vraag; ‘dit is toch
jouw gebied, weet jij hier iets meer
over te vertellen?’
Deze op zich eenvoudige vraag zou
uiteindelijk resulteren in een
grootschalig (en naar later bleek
complex) onderzoek naar de kaart en zijn
oorsprong. Aan het onderzoek is in alle
stilte, twee jaar intensief gewerkt. Met
de universiteit was afgesproken dat er
tot aan de afronding van het onderzoek
weinig ruchtbaarheid aan de kaart zou
worden gegeven. Gaandeweg het onderzoek
werd definitief duidelijk dat het om een
zeer bijzondere uitvoering van een
proceskaart ging die inderdaad gekoppeld
kon worden aan de processtukken waarvoor
ook de kaart uit het Gorkums archief was
gemaakt. Hoewel het onderzoek nog steeds
loopt is er inmiddels voldoende
duidelijk om een eerste publicatie te
laten verschijnen en iedereen te laten
genieten van dit prachtige
kaartmateriaal en zijn bijzondere
verhaal.
Het waarom van de kaart(en)
Beide manuscriptkaarten hebben te maken
met een proces gevoerd voor het Hof van
Holland (1545 – 1549). De ambachtsheer
van Alblasserdam Godschalk van
Outheusden eist hierin zijn rechten op
tot het heffen van boetes en
vergoedingen voor het (illegaal)
aardhalen uit polder voor-Donkersloot.
De tegenpartij zijn de Hoge heemraden
van de Alblasserwaard. In 1549 stelt het
hof de ambachtsheer voor het grootste
deel in het gelijk.
Het Hoogheemraadschap laat het hier niet
bij zitten en gaat ten rade bij het
hoogste rechtsorgaan in die tijd; de
Grote raad van Mechelen. Hier volgt een
beroep op de uitspraak van het Hof van
Holland (1549 – 1579). Voor dit proces
brengen Claes van Outheusden en Arent
Coebel namens de erfgenamen nieuwe
feiten naar voren in de hoop wederom een
gunstige uitspraak te krijgen in de zaak
tegen het heemraadschap. Vertraagd door
de Tachtigjarige Oorlog zou de hele
procedure een langslepend en moeilijk
proces blijken, maar uiteindelijk wijst
de Raad in 1579 toch vonnis waarbij ze
de eerdere uitspraak van het Hof van
Holland bevestigd en de ambachtsheren in
het gelijk stelt.
Ter verduidelijking van de complexe
situatie ter plaatse is er in opdracht
van de dijkheemraden van de
Alblasserwaard een landkaart gemaakt.
Deze kaart wordt genoemd in het een
bijzonder verbaal van 15 oktober 1545
behoorde bij het genoemde proces van 1545
- 1547 voor het Hof van Holland waarin
een aantal notabelen een visuele
inspectie uitvoeren in het gebied. Deze
beschrijving levert unieke informatie op
en met de manuscriptkaart in de hand
kunnen we bijna letterlijk de tocht door
het landschap van 1545 maken. Deze kaart
ligt in het archief van Gorinchem en
zullen we in dit artikel voor het gemak
de Gorkumse (Donkersloot)kaart noemen
(zie afb. 1).
|
Afb. 1 De ‘Gorkumse
Donkerslootkaart’,
gemeentearchief Gorinchem,
Hoogheemraadschap
Alblasserwaard
en Arkel beneden de Zouwe, inv.
nr. 92. |
Zoals zal blijken is er nog een tweede
(de in 2008 door de UB Leiden
aangekochte) manuscriptkaart voor dit
proces gemaakt (zie afbeelding 2).
Hoewel deze tweede kaart niet expliciet
in het proces wordt genoemd kunnen we
hem via de teksten op de kaart toch
rechtstreeks aan het verbaal van 1545
koppelen. Tijdens de inspectie langs de
dijken ontstond er tussen de inspecteurs
onenigheid over de ligging en/of
benaming van de ‘polder in questie’.
Opmerkingen van gelijke strekking staan
in zowel het verbaal als in de Leidse
manuscriptkaart onmiskenbaar opgetekend.
Een tweede indicatie is de tekst bij
kasteel Souburg (links uit het midden,
onderaan de kaart). De tekst is zeer
slecht leesbaar maar er staat
waarschijnlijk ‘soburgh es thuys daer [outhu]
esden [woent]’. De eerste Outheusden die
het ambacht in handen kreeg was Jan van
Outheusden in 1533. Daarna kwam het (tot
1548) in handen van Godschalck van
Outheusden Jansz. en Wouter van
Outheusden. Hierna nam Cleas van
Outheusden het over tot 1563. Hoewel de
tekst in de kaart geen absolute
zekerheid geeft om welke van de
Outheusden het hier gaat is het zeer
waarschijnlijk Gotschalck geweest die
het huis op Souburgh bewoonde ten tijde
van het proces. Zowel de Leidse,- als de
Gorkumse kunnen we op basis van deze
argumenten dateren op 1545.
|
Afb. 2 De Leidse
Donkerslootkaart. Universiteit
Leiden, COLLBN Port 051-26-001 |
Verantwoording
In het archief van Rotterdam liggen een
groot aantal processtukken uit het
archief van de Eigenaren polder
voor-Donkersloot en Woude.
Hierin zijn een groot deel van de
processtukken (in zowel origineel als
kopieën) bewaar gebleven. Deze zijn
uitgebreid geïndexeerd en
geïnventariseerd. Een eerste
inventarisatie met betrekking tot beide
kaarten in het archief in Rotterdam
heeft inmiddels plaatsgevonden en heeft
enerzijds een aantal opzienbarende zaken
aan het licht gebracht, maar anderzijds
ook veel vragen opgeroepen.
Ook in het heemraadarchief in Gorinchem
liggen stukken van dit proces.
Een aantal van deze processtukken zijn
inmiddels getranscribeerd. In Brussel
tenslotte liggen de stukken van de Grote
Raad van Mechelen.
Ik zal me in dit eerste artikel voor wat
de hoofdrolspelers en de gevoerde
processen over Donkersloot beperken tot
de hoofdlijnen en me vooral richten op
de weergegeven gebieden, hun
geschiedenis en de problemen die een
reconstructie van het landschap 450 jaar
na dato geeft. Het artikel is zeker niet
volledig omdat er over zowel het proces,
de hoofdrolspelers en de op de kaarten
afgebeelde gebieden nog veel
interessants te vertellen (en zeker nog
te onderzoeken) is. Aan opvolgende
publicaties naar de gevoerde
processen en zijn
hoofdrolspelers wordt momenteel
gewerkt. |
|
Eén
van de processtukken uit het
Rotterdams
archief. Foto Henk van de Graaf. |
Ook wordt er via aanvullend (geologisch,
historisch en archeologisch) onderzoek
getracht antwoorden te geven op de soms
complexe landschappelijke situatie ter
plaatse.
Hoewel de kaarten zijn gemaakt voor het
‘Donkerslootproces’ geldt voor beide dat
ze een overzicht geven van het
zuidwestelijk deel van de Alblasserwaard
en zelfs een deel van de Riederwaard. We
zullen ons dan ook niet beperken tot
Donkersloot alleen, maar de getoonde
gebieden en objecten op basis van het
lopende onderzoek en de daaruit tot nu
toe verkregen inzichten bespreken.
De voorgeschiedenis van het gebied
In het jaar 1374 spreekt de Tielse
kroniekover
een “tot Pasen durende hoge
waterstanden, in Duitsland ontstaan als
gevolg van voortdurende zware sneeuwval
en grote hoeveelheden smeltwater” en
verder “in polder Ryederweer in Holland
heeft de overstroming dorpen en kerken
verwoest”.
De Tielse kroniek spreekt over veel
wateroverlast vanuit zee in oktober 1375
en 1376 en over hoog opperwater in de
rivieren. Voor wat betreft het jaar 1376
heeft het wateroverlast mogelijk te
maken met de nog niet herstelde schade
aan de dijken van de vorige jaren
waardoor het water gemakkelijk het land
opnieuw overstroomd.
Deze roerige periode is verantwoordelijk
voor het begin van een geheel nieuwe
waterstaatskundige situatie ter plaatse.
De rivier de Merwede verlegd ter hoogte
van het ambacht Ridderkerk en het
ambacht Donkersloot geleidelijk zijn
hoofdstroom en zet daarmee een proces in
gang waardoor de Alblasserwaard
uiteindelijk een flink stuk van zijn
zuidwestelijke punt verliest.
Steggel en krakeel
Het gebied gaat niet ineens verloren.
Het deels verspoelde ambacht wordt
waarschijnlijk langzamerhand verlaten en
‘drijft’ na nog een dramatische
overstroming in 1413 inmiddels in het
midden van de rivier de Merwede. In de
volgende decennia claimen steeds meer
partijen stukken van de polder wat
uiteindelijk uitmond het in de processen
van 1545 - 1579.
Eerst spelen er zich een aantal
rechtszaken af voor de vierschaar
(rechtbank) van Dordrecht, vervolgens
gaat men in beroep bij het Hof van
Holland en uiteindelijk komt men bij de
Grote raad van Mechelen uit; het hoogste
rechtsorgaan in die tijd.
Uiteindelijk zou over een periode van
meer den 440 jaar in verschillende
processen gesteggeld en gekrakeeld
worden om het bezit en gebruik van
Polder Donkersloot. Het geruzie zou pas
eindigen in 1814 toen de polder
definitie aan Ridderkerk werd
toegewezen.
De polder in kwestie
Donkersloot is nu de naam van een
industriegebied gelegen aan wat
tegenwoordig de rivier de Noord heet. In
vroegere tijden werd deze rivier,
gelegen in het dynamische estuarium van
de Hollandse delta, de Merwede genoemd.
Donkersloot ligt grofweg tussen de
Oostendam, de oude kerk van Ridderkerk
en het dorp Slikkerveer op de zuidoever
van de rivier de Noord. Aan de andere
zijde van de rivier, op de noordoever
liggen de dorpen Alblasserdam en
Kinderdijk. Deze lintdorpen liggen langs
een in vroegere tijden berucht stuk dijk
aan het westeinde van de Alblasserwaard.
Het gebied zou je, oneerbiedig
gesproken, het afvoerputje van de
Alblasserwaard kunnen noemen omdat veel
van het water uit deze grote polder via
het gemaal bij het Elshout (aan de
lekdijk in Nieuw-Lekkerland) de polder
verlaat richting zee. Dit dijkdeel
heeft, zoals zal blijken in de loop der
eeuwen nogal wat te verduren gehad.
Polder Donkersloot is van origine
eigenlijk een stukje Alblasserwaards
grondgebied. Een, in eerste instantie
onbeduidend lijkend en buitendijks
gelegen gebiedje maar wat, bij nadere
studie model kan staan voor de
grilligheid van het dynamische estuarium
en de strijd van de bewoners tegen het
water tijdens de ontginningsperiode van
de Hollandse delta. Een gebied waarin de
onstuitbare drang van de mens om invloed
op zijn omgeving uit te oefenen volledig
is uitgebuit en waar (met wisselend
succes) de strijd tegen de elementen in
al zijn hevigheid is uitgevochten.
In zijn vroege ontginningsperiode (13de
en 14de eeuw) leek
Donkersloot uit te groeien tot een
potentieel waardevol ambacht, maar na
een aantal dramatische ontwikkelingen
zou ze verworden tot niets meer dan een
drijvende zandplaat. Een plaat met
overigens niet minder potentieel
economisch waarde voor de ambachtsheer
vanwege de pachtinkomsten van
rietsnijders, vissers, eendenkooikers en
vooral voor het delven van het ‘bruine
goud’ van die tijd; aarde (klei). Aardhaling werd veelvuldig toegepast
voor het aanleggen van dijken en kades
of herstel ervan na dijkdoorbraken. Het
heemraadschap wees in overleg met de
verschillende ambachtsheren in de
Alblasserwaard gebieden aan waar de
dorpen mochten aardhalen. Zij konden
hieruit aarde halen om de dijkvak
waarvoor zij verantwoordelijk waren te
onderhouden. Met de betreffende
ambachtsheer werden hierover financiële
afspraken gemaakt. In de zuidwesthoek
van de Alblasserwaard waren de
buitendijks gelegen gebieden Polder
Nieuwland en Polder Donkersloot dé
plekken waar men kleigrond van goede
kwaliteit kon winnen. Mede hierdoor zou
er 440 jaar lang, onder veel gesteggel
en gekrakeel strijd worden gevoerd
over de polder in kwestie; polder voor-Donkersloot.
Pas na verzanding van de oude loop van
de Merwede zou Donkersloot zijn vroege
aspiraties waarmaken en in de loop van
de 19de eeuw van een
traditionele landbouwpolder omgevormd
worden tot een modern industriegebied.
Hoe is dit gebied verloren gegaan en wat
ging eraan vooraf? We beginnen bij de
pioniers die het gebied bevolkten en
verantwoordelijk waren voor de eerste
ontginningen in het grillige
veen/moerasgebied van de Hollandse delta.
Henk van de Graaf
De volgende keer deel twee in deze serie
'De reconstructie van een verloren
landschap'.
|