Column
De
foute column
Henk
van de Graaf
|
Azijnzeikers,
piskijkers, zeurpieten, piespoken en gifmengers kunnen
beter stoppen met lezen, want dit is een foute column.
Columnisten razen wat af.
Al provocerend zoeken ze langs het randje van de
redelijkheid (of net erover) naar wat er zoal mis is om
het vervolgens uit proportie te trekken, op te blazen en
uit te vergroten.
|
|
Soms proberen
ze met een kleine onwaarheid of een leugentje de aangeklaagde
uit de tent te lokken. Als dat lukt is de columnist gelukkig.
Een negatieve reactie op een column of zelfs een regelrechte
aanval op zijn schrijven dat is 'het kaasje'.
Als er dan ook nog bij gescholden wordt, lacht de columnist in
zijn vuistje, wrijft hij in zijn handen, vouwt ze, laat de
vingers knakken en begint rustig tikkende op zijn toestenbord
aan zijn tegenaanval. Een getergde columnist is op zijn best.
Maar helaas
voor u, dit is een foute column.
Wat u deze keer
krijgt is alleen maar positief. Ik kan het niet langer voor me
houden. Het is voorjaar en al fietsend en varend door de
Biesbosch krijg ik een kik van de veranderingen die het gebied
ondergaat.
In een interview uit 2001 met 'Onverwacht Nederland', het
magazine van Staatsbosbeheer, stelde boswachter Jacques van der
Neut; 'Ik kwam hier eind jaren zeventig en eerlijk gezegd had ik
het midden jaren tachtig wel gezien'. Hij bedoelde hiermee
dat er weinig gebeurde in het gebied terwijl de vervuiling en
toerisme (na de afsluiting van het Haringvliet in 1970) alsmaar
toenam.
Misschien zijn het wel de bevers geweest die in de jaren 80
werden uitgezet en met hun geknaag de wederopstanding van de
Biesbosch inluidden. Er kwam weer leven in de brouwerij en toen
in 1993 en 1995 bijna de dijken braken door extreem hoog
opperwater was het hek van de dam.
De Biesbosch werd aangewezen als 'overloopgebied' en samen met
het 'Ruimte voor de Rivier' project stond de 'oude dame' aan
het begin van spectaculaire veranderingen.
'Het kan verkeren' zie Bredero ooit. In 1948 werd er nog een
Biesbosch werkgroep geformeerd die moest voorkomen dat
Rijkswaterstaat het plan tot volledige inpoldering van wat nu de
Brabantse Biesbosch heet ten uitvoer kon brengen.
In het millenniumjaar 2000 bestond de Biesbosch uit 7100 hectare
natuurgebied en nu in 2010 is dat met de toevoeging van
Noordwaard I toegenomen tot 7600 hectare.
En het einde van de uitbreidingen zijn nog niet in zicht.
Uiteindelijk komen we ergens op zo'n 10.000 hectare uit. Wat wil
je dan nog meer als natuurliefhebber?
Het gaat dus fantastisch met de Biesbosch; de bevers zijn een
succes en verspreiden zich inmiddels over het hele
benedenrivierengebied, er is deze winter nog nooit zoveel
waterwild gezien, de zeearend komt eraan en ook de terugkeer van
de zilverreiger en purperreiger mag je spectaculair noemen.
Er is weer meer aandacht voor cultuur en het herstel van oude
keten en (water)kunstwerken en gelukkig verscherpt
Staatsbosbeheer de regels voor zonering van de kwetsbare delen.
Er zijn veel lokale initiatieven tot behoud van gebouwen en oude
vaartuigen en met behoud van het Wantij, dat geweldige
getijdenriviertje, komt het ook wel goed. Daar zit al een tijdje
een waakhond met vlijmscherpe tanden langs de oever.
En het gaat ook
geweldig met het Biesbosch Museum, het is onder een bezielende
leiding en vele enthousiaste vrijwilligers inmiddels een
instituut geworden, ga er eens kijken want het is niet voor
niets dat zo'n relatief klein Nederlands grondgebied met
een bijzondere geschiedenis van meer dan 600 jaar zoveel
aandacht krijgt.
Valt er dan niets meer te provoceren, uit de tent te lokken of
te zeiken
over de Biesbosch?
Ja, natuurlijk wel, maar nu even niet. Dit is een foute column,
weet u nog?
Henk van de Graaf
Papendrecht mei 2010
|