Reeën zijn namelijk niet zo benauwd voor water.
Ze zwemmen als de beste.
Soms steken ze zelfs rivieren over zoals de
Nieuwe Merwede, het Hollands Diep en de Amer.
Bij hoge afvoeren van de Rijn en de Maas lopen
rietgorzen en wilgenbossen in een mum van tijd
onder water. De reeën wijken dan uit naar hogere
terreingedeelten zoals kaden en keetheuvels. Ik
heb ze wel eens zwemmend naast mijn (dienst)boot
gezien. Een mooie belevenis. De neusgaten van
zo’n dier staan wijd open, om zoveel mogelijk
zuurstof te krijgen voor zo’n enorme
krachtsinspanning. Zodra er vaste grond onder de
hoeven komt, verdwijnen ze met grote sprongen
het rietgors in. Op veilige afstand schudt het
dier zich dan uit in een gordijn van
waterdruppels.
|
|
Het gehoor en reuk
zijn prima ontwikkeld. Het gezichtsvermogen is
minder. De ogen zijn astigmatisch, hetgeen wil
zeggen dat vooral bewegende voorwerpen goed
worden gezien.
De mannelijke dieren, de bokken, zijn zwaarder
gebouwd dan de vrouwelijke, de geiten.
In de winter leven reeën niet solitair, maar in
groepen (‘sprongen’). De reeën laten zich dan
bijvoorbeeld geregeld zien in het poldergebied
tussen de Zandsteeg in Nieuwendijk en de A27.
De kans op aanrijdingen neemt hierdoor toe. Het
plaatsen van verkeersborden om weggebruikers op
overstekende reeën te attenderen is een
mogelijkheid, net als het aanbrengen van
reflectoren op paaltjes langs de weg. De dieren
wegvangen is geen serieuze optie. De
opengevallen plekken zullen spoedig door andere
beesten worden ingenomen, bovendien is het
vangen van reeën makkelijker gezegd dan gedaan.
|
Reeën zijn niet bang voor water.
(foto: John van den Heuvel) |
In het voorjaar markeren
reebokken hun territorium, waarbij de beste bokken de
optimale leefgebieden bezetten. De jongere en onervaren
bokken moeten hierdoor genoegen nemen met marginale
leefgebieden die grenzen aan woonwijken en snelwegen.
Zulke dieren verschijnen bijvoorbeeld inééns in tuinen
van particulieren of stadsparken en halen daardoor met
gemak de pers. Het uitgestrekte poldergebied rondom
Werkendam biedt blijkbaar veel veiligheid want reeën
laten zich daar op klaarlichte dag goed bekijken. Die
plekken ontwikkelen zich tot toeristische trekpleisters.
Op je gemak uit de auto, naar ‘hertjes’ kijken.
Natuurlijk gaat het hier om reeën, maar iedereen noemt ze
nu eenmaal zo.
In en rond de Biesbosch is voor reeën genoeg
eetbaars te vinden: bladeren, knoppen,
korstmossen, scheuten van bomen en struiken,
grassen, kruiden en paddenstoelen. Reeën hebben
een hoge stofwisseling. Daarom eten zij
uitsluitend planten met een laag percentage
celwandbestanddelen en een hoog gehalte aan
voedingsstoffen. Evenals schapen en koeien zijn
reeën herkauwers. Het voedsel wordt dus zonder
fijn te malen direct naar de maag
getransporteerd. Later, na de voedselopname,
wordt het in alle rust herkauwd. |
|
Ree
in de vroege ochtend.
(foto: John van den Heuvel) |
|