De geschiedenis van
een estuarium
(en de uitvinding van de sleutel van de
Nederlandse beschaving)
Deel 8: De
toekomst van een estuarium
|
Niet alleen
leidde de uitvinding van de klepduiker tot
internationale faam in de waterbouw industrie,
ook het vervolg van de praktijken van de
grafelijke roofridders leidde rechtlijnig via
legaal tolheffing en stapelrecht naadloos tot de
overslag en allerlei commerciële en industriële
bedrijvigheid, waaronder scheepsbouw, die
uitliepen in de alles beheersend wereldwijde
handel via één van de grootste
internationale havens ter wereld; Rotterdam-Europoort.
Zo voortbouwend op de karakteristieke potentie
van het zoetwaterdeel van het estuarium
verdwenen de natuurlijke contouren ervan onder
asfalt en beton of hoog omdijkte diep
ontwaterde akkers en tuinbouwkassen die, zich
uitbreiden tot buiten het oorspronkelijke
gebied, tot aan zee en in het klei op
veengebied.
Die expansie
had zich reeds ingezet voor de hergeboorte, na
de Sint-Elizabethsvloeden, van een meer
natuurlijke zoetwater-estuarium natuur; de
Biesbosch. Die laatste kwam ook weer meer en
meer onder invloed van het technologische
kunnen. Na eeuwen van een duurzaam te noemen
ontwikkeling in harmonie met de estuarium-natuur,
sloeg rond de eeuwwisseling van de 19de naar de
20 ste eeuw, de begeerte toe. Men
vergat dat een estuarium niet volledig getemd
kan worden. Men bouwde dijken nog dichter bij de
rivier en hoger dan waar de Dijkgraaf van
Tiel reeds vijf eeuwen geleden (Zie Van
Rechteren Altena, 1950) al voor waarschuwde.
|
Het
getij laat zijn grillige sporen na.
Copyright Jacques van der Neut |
Enkele recente
generaties boeren is daar nu de dupe van
geworden. In de twintigste eeuw zijn miljoenen
geïnvesteerd in landbouwkundige verbeteringen,
legale en illegale bekading- en
bedijkingwedlopen, zelfs een hypermoderne,
miljoenen verslindende omdijking annex
ruilverkaveling, die ongeoorloofde verwachtingen
wekten van een veilige toekomst, alsof een
estuarium slechts een stuk van een droog-gelegd
meer is waar je na wat slim aangelegd pomp- en
kavelwerk, naar believen kan maken wat je maar
wilt. Met schade en schande is eindelijk erkend
dat een estuarium een niet geheel te temmen
wilde creatuur is, kind van een wilde
onbetrouwbare zee en een uiteindelijk niet echt
volledig te temmen rivier.
Het
was een belevenis te zien hoe een charmante
jonge vrouw met loshangend blonde haren, als
staatssecretaris van het Ministerie van
Waterstaat, de woorden van de dijkgraaf van
Tiel, na vijf eeuwen, weer in de mond durfde te
nemen: Ruimte voor de rivier gaat voor.
Helaas moeten de nog geen halve eeuw geleden
voor miljoenen, te zeer tegen de aard van het
estuarium aangelegde nieuwe dijken, weer
geslecht en boeren en boerinnen, uiteraard tegen
geldige vergoedingen, maar niettemin, het land
dat zij van vader op zoon en moeder op dochter
hebben verzorgd en waar ze zo gehecht aan zijn
geraakt, terug geven aan de estuarium natuur of
ander landgebruik dat daar minder strijdig mee
is.
Volgende keer het laatste deel in deze serie.
|