Biesbosch.nu

Magazine mei / juni 2007


 

Terug naar inhoudsopgave

Ies Zonneveld. Copyright Jacques van der Neut.De geschiedenis van een estuarium

Ies Zonneveld

(Over het zoetwatergetijdengebied, zoetwatergetijdenvolken,
klepduikers en de bakermat van de Hollandse cultuur van polderjongens
en handelaren)

Inleiding
Ies Zonneveld. Copyright Jacques van der Neut.
Zijn bijnaam 'Ies van de Bies' is ergens in de tijd verzonnen door wijlen Prof. dr. Victor Westhoff (een gezaghebbend plantkundige). En die naam dekt aardig de lading.

Ies Zonneveld, inmiddels 83 jaar oud, is een begrip in Biesboschkringen. Vijftig jaar lang struinde hij als landschapsecoloog door de Biesbosch en bracht het proces van ‘opgorzen en aanwassen’ in kaart.
 
Hij publiceerde in tijdschriften en schreef boeken die een belangrijke bijdrage zouden leveren aan het kennisniveau van zoetwatergetijden-gebieden.

Jacques van der Neut (boswachter in de Biesbosch) kreeg exclusief voor Biesbosch.nu een serie artikelen over de ontstaansgeschiedenis van het estuarium. Hierin doet Zonneveld een aantal pittige uitspraken over falend waterbeheer in ons land en een schrijnend gebrek aan historisch besef bij zowel bevolking als deskundigen.

De geschiedenis van een estuarium
(Deel 1: Het zoetwatergetijdengebied als onderdeel van het estuarium)

Inleiding
L
ange tijd was het enige wat men over de Biesbosch op school hoorde, als die al ter sprake kwam, dat er ooit een ramp had plaatsgevonden die nooit geheel hersteld was: een schandvlek op de nationale geschiedenis van de heldhaftige strijd tegen het water. Sinds een halve eeuw werd het gebied wat meer bekend als interessant natuur- en recreatiegebied.

Dat de Biesbosch, samen met zijn ruime omgeving, tot een, uit historisch oogpunt zeer belangrijk Nederlands landschap behoort namelijk 'het zoetwatergetijdengebied', met bewoning door mensen die teruggaat tot in de Steentijd en die in hoge mate de Hollandse en daarmee ook de Nederlandse cultuur hebben bepaald is echter nog slechts tot weinigen doorgedrongen.

Om daar wat verbetering in aan te brengen zijn de volgende regels geschreven die handelen over de functie van het zoetwatergetijdengebied als 'Bakermat van de Hollandse (Nederlandse) cultuur'.

Biesbosch. Copyright Jacques van der Neut.

Zoetwatergetijdengebied met vloedbossen, kreken en killen in de Biesbosch.
© Jacques van der Neut

Het zoetwatergetijdengebied als onderdeel van het estuarium
Het zoetwatergetijdengebied (waarvan de Biesbosch een essentieel onderdeel is) ligt daar waar het waterniveau van de rivieren zover nadert tot NAP dat de getijdengolf zich, vanuit het zoute water van de zee, voort kan zetten in het zoete rivierwater. Merkwaardigerwijs heeft dit gebied, met zijn eigen bijzondere karakter, als geheel geen eigen naam. Wel karakteristiek zijn de namen van watergangen zoals 'Gat' (de zeegaten), 'Diep' en 'Vlie' in zout en zoetwater.

Kreek

Met de Zeeuwen is dit woord geëmigreerd naar Noord-Amerika waar het als 'creek' een aanduiding is geworden voor de kleinere vormen van stromend water, al of niet in een getijdengebied.
 

Kreek (zie inzet) is voornamelijk Zeeuws voor zoutwaterlopen. 'Killen', 'Gantels', 'Vlaaien' en 'Vleien' zijn Hollandse  zoetwatergetijdengeulen. Waterstaatkundig behoort het tot het gebied van de 'Benedenrivieren'. Internationaal wordt de, nabij het mondinggebied zich veelal verbredende en vaak ook vertakkende laaglandrivier waar getijden in staan 'Estuarium' genoemd. Dit is nader onder te verdelen is in een zout, brak en zoet gedeelte. In ons land noemt men de combinatie van de estuaria van Rijn, Maas en Schelde gezamenlijk wel het 'Deltagebied' hoewel dat wetenschappelijk verwarrend is.
 

Heel Nederland is, met uitzondering van het heuvelland van Zuid- Limburg een uit riviersedimenten opgebouwde Delta van Eems, Rijn (en IJssel), Maas en Schelde en in de ondergrond nog wat Oer-Weser sedimenten.
Traditioneel onderscheidt men in Nederland een aantal hoofdlandschappen: het pleistoceen (diluviale) zandgebied in het Oosten en Zuiden, de hoogveengebieden daarop, de holoceen laagveengebieden (met hoogveenkernen) in het Westen en Noorden, de duinen langs de zee, de zogenaamde (zee)klei of beter, 'getijdenklei' (zie inzet), zoet tot zout in de estuaria en lagunes (Wadden) en het rivierenland met zijn rivierklei (zonder getijden).


Klei

De term klei staat bij deze traditionele globale geografische indeling voor een ruimer begrip dan de textuur, het betreft zowel zavel, lichte en zware klei en zelfs zandige onderdelen van het getijdenlandschap.
Zo is het ook bij de hierna te noemen rivierklei.


De kaart van Staringh (in vrijwel alle schoollokalen) helpt die indeling in te printen in de hersens van alle scholieren. Het zoetwatergetijden-gebied, de feitelijke bakermat dus van de Hollandse beschaving als land van polders, met dijken en duikers, internationaal beroemde waterbouwers, maar ook van de beheersing van handel over de wereldzeen, staat op die kaart niet als zodanig omschreven. Het betreft alleen het zoete deel van de estuaria en is dus getijdenklei, maar in zoetwater.


Zoetwatergetijdengebied Biesbosch. Copyright Daan Bruysters.

Het zoete deel van het  Eems-estuarium ligt nagenoeg geheel in Duitsland, dat van de Schelde in Vlaanderen. Dat van Maas en Rijn en Hollandse IJssel bevindt zich globaal, wat de bodemgesteldheid betreft, van Gorinchem (bovenstrooms) tot in het Westland. De zuidelijke grens loopt van Vlijmen (bij ‘s Hertogenbosch) tot Willemstad. 
De grenzen naar het oosten zijn van nature geleidelijk van aard als gevolg van het uitdimmen van de vloedgolf stroomopwaarts.
De vroegste bedijkingen hebben echter ook haarscherpe begrenzingen gecreëerd, via (soms tijdelijke) verhindering van opslibbing en inklinking door ontwatering. 
Naar het  Westen toe is de grens van nature zeer geleidelijk, samenhangend met de toename van het zoutgehalte van het water, maar is sterk verstoord door menselijke activiteiten. In het zuiden gaat het vrij abrupt over in het zandgebied van Brabant.
In het Noorden en Oosten vingert het uit via voormalige stroompjes die de grote veengebieden aldaar draineerden of ook, deels als netwerk, rivierwater voerden en waarin de getijdengolf ook doordrong.
De belangrijksten daarvan zijn de gantels in het Westland en het Land van Heusden en Altena, de Rotte, de Alblas, de Giessen, de Dubbel, de Alm, de Dussen, de Donge, de Striene alsook de benedenloop van de Mark. Al die wateren zijn afgedamd of (deels) gekanaliseerd .

Wilgenvloedbos. Copyright Jacques van der Neut.

Poel in het wilgenvloedbos
© Jacques van der Neut

Keinere zoetwatergetijdengebieden lagen aan de mond van de Gelderse IJssel  (omgeving  Kampen) en de veenstromen het IJ en de Amstel. Grote delen van de omgeving ervan zijn tegenwoordig bedijkt en bemalen, veelal intensief geürbaniseerd  en bevat zelfs de grootste haven van de wereld met alle erbij behorende industrie;  de Europoort, die tot in het zoute deel van het estuarium doorloopt.
Afgezien van de nog onder getijdeninvloed staande wateren zoals het Scheur, de  Oude- en Nieuwe Maas, Spui , Dordtse kil, Oude maas, Merwede, Noord en de Lek, is het natuurlijk karakter in het grootste deel van dat gebied verdwenen op enkele specifieke eigenschappen van de bodem na. 
Zo kon het gebeuren dat de herinnering aan dit natuurlijk landschap geheel verdween. Ook de vaagheid van de grens naar het zoute gebied, die gedurende de loop van de geschiedenis niet altijd even constant was, draagt daar aan bij. Fragment uit prent uit 'Out Hollant' van Jacobus van Oudenhoven 1654, Gekulkte steur en elft

Alleen in de Biesbosch kon, dankzij een aantal stormvloed rampen (o.a. de Elizabethsvloeden) in het begin van de 15 de eeuw iets van dat oude landschap op grotere schaal herleven. Wel geschiedde dit onder sterkere menselijk invloed dan in de millennia die er aan vooraf ging; de steen-, brons- en ijzertijd, toen de natuur nog oppermachtig was.
In de latere Biesbosch tolereerde de steeds sterker dominerende mens slechts node een (liefst nog functionele) plaats toe aan de natuur binnen de biezen-, riet- en wilgencultuur en de visserij en jacht die daar eeuwen lang werden bedreven.

Van de bewoners langer dan 1500 á 2000 geleden had men tot voor kort geen weet. Op school leerden we dat laag Nederland in de steentijd onbewoond was.
Als men in de nieuwe Canon iets over onze verre voorouders wil inlassen wordt de oudheid gesymboliseerd met de Hunebedden gebouwd door zandhazen, mensen die geen weet hadden van het zompige landschap in het westen dat veel later zou noden, via IJ en Amstel (Amsterdam) en Nieuwe Maas en Scheur (Rotterdam), de wereldzeeën te gaan beheersen. Even ingenieuze mensen, die alleen geen grote stenen tot hun beschikking hadden. De Vlaardinger cultuur bevolkten echter in diezelfde tijd van ruim 2000 jaar voor Christus het zoetwatergetijdengebied zoals intussen uit vindplaatsen in en rond Vlaardingen en Rotterdam blijkt.

Ies Zonneveld. Copyright Jacques van der Neut.Een estuarium is echter een dynamisch tot turbulent gebied. Alle grillen van klimaat, bodemdaling, inklinking, opslibbing en stroomverlegging brengen constant veranderingen aan. Niets blijft eeuwen lang, horizontaal noch verticaal, op zijn op zijn plaats of onbedekt aan de oppervlakte zichtbaar. Terwijl de voetstappen van de hunebedbouwers en hun ploegvoren als het ware nog aan de oppervlakte liggen, zijn de resten van het eerst bekende zoetwatergetijdenvolk, de Vlaardingerjagers (vissers en boeren) meters weggezakt en bedekt met jonge sedimenten of dikke pakketen veen. Voor zover ze al niet geheel verdwenen zijn door de erosie van de getijdenwateren waar ze langs waren gebouwd.
Pas nu we intensief het gebied verder aan het denatureren zijn komen we, wat is overgebleven regelmatig tegen, weggezakt in de weke vaderlandse bagger. Een zelfde lot ondergingen ook recenter culturen, zelfs tot de huidige dag.
In de volgende aflevering werpen we een blik in het verleden vanaf het moment dat zich er mensen vestigden.

Reageer op dit artikel

Tekst: Ies Zonneveld.
Foto's Daan Bruysters en Jacques van der Neut

Terug naar inhoudsopgave

Niets uit deze pagina mag worden gepubliceerd zonder toestemming van de auteur(s).
Ongevraagd gebruik van andermans beeldmateriaal is strafbaar.
2007 © Biesbosch.nu