Mooi weer.
Een bootje in Hank.
Een essenbosje bij het Jeppegat.
Een bever heeft daar onlangs een es
omgelegd.
Enkele essenbastkevers hebben die boom
ontdekt.
Die beestjes zijn druk bezig gangetjes te
graven om hun eitjes af te zetten.
En dat ontdek je, samen met collega kevergek!!!
Essenbastkevers
horen bij de schorskevers.
Ze zijn grijzig met een onregelmatig patroon
van donkere vlekjes (of andersom?).
Het is echt maar millimeterwerk. Ze boren
gaatjes in minder gezonde essen.
We vonden ze niet in gezonde bomen, en ook
niet in bomen en takken die al langer dood
waren.
Ze zijn altijd
met hun tweeën, mannetje en vrouwtje. Eerst
wordt een zes tot tien centimeter lange gang
vlak onder het oppervlak geboord, waarin de
eitjes gelegd worden. De larfjes die daar
uit komen, boren al vretend hun gangetjes
daar loodrecht op. Onder schors van dode
bomen vind je vaak die patronen. Iedere
soort schorskever maakt zijn eigen patroon.
Als
ze verpopt zijn wachten ze geduldig het
volgende voorjaar af, kruipen naar buiten en
vinden door hun reukvermogen weer een es die
in het juiste stadium van verzwakking
verkeert.
Met een
schroevendraaier hebben we de gangetjes
bloot gepeuterd en zo vonden we ze. Het
bleken zelfs twee soorten te zijn:
Leperisinus varius en Leperisinus fraxini.
De boom zat vol gaatjes en we hebben maar
enkele beestjes meegenomen. Dus geen angst:
we hebben de soort niet uitgeroeid!
Tekst Jac Blommaart
©
Foto's Oscar Vorst