Hollands
kant
bloeit uitbundig
Jacques van der Neut
Sommige wilde planten doen
mij aan mijn schooljeugd denken.
Zo probeerden we in één keer de vruchtpluizen van een uitgebloeide
Paardenbloem te blazen.
Ook bestookten we elkaar toen met de stekelige vruchten van de Klis.
Het was daarna weer een hele toer om al dat spul uit je kleren of
haren te peuteren. Enkele jongens waren zeer bedreven in het snijden
van fluitjes uit stengeldelen van het Fluitenkruid. Het Fluitenkruid
bloeit in ons land nog overdadig, maar het snijden van fluitjes is
inmiddels in vergetelheid geraakt.
Uitbundig wit
“Hollands kant” bloeit niet alleen in natuurgebieden
zoals De Biesbosch. Ook in Dordrecht kleuren de diverse dijken en
wegbermen in mei uitbundig wit. Ga maar eens kijken bij de
Vissersdijk, Wieldrechtse Zeedijk, Reeweg Oost of de Noordendijk.
Het wandelpad over de Koeiendijk in Dubbeldam is geflankeerd door
een witte bloemenzee. Heerlijk om langs te lopen en dan die typische
lucht van bloeiend Fluitenkruid op te snuiven. Fluitenkruid behoort
tot de schermbloemfamilie, een familie met bijna drieduizend
soorten. In Nederland zijn ongeveer vijfenveertig soorten inheems.
Tuinpeterselie, Maggiplant, Venkel en Kervel gebruiken we als
keukenkruiden. Niet alle schermbloemige zijn eetbaar. De Gevlekte
scheerling zou ik met rust laten. Deze forse plant is namelijk
dodelijk giftig. Socrates vormt het ‘levende’ bewijs. Omdat deze
Griekse wijsgeer niet in staatsgoden geloofde en “dus een zeer
verderfelijke invloed had op de jeugd” werd hij veroordeeld tot de
gifbeker. In die gifbeker zat de fijngemalen wortelstok van…
Waterscheerling. Schermbloemige worden door drommen, weinig
gespecialiseerde insecten bezocht. De nectar is makkelijk te
bemachtigen.
Op
de bloemschermen van Berenklauw zijn bijvoorbeeld meer dan honderdzestig soorten insecten aangetroffen. Griendwerkers
noemden het Fluitenkruid, omdat dat spul ook wemelt van de insecten,
“luizenblommen”. Er zijn meer van zulke namen in omloop. Wat dacht u
van “hardijzer” (Zuring) of “walschot” (Bitterzoet)? Lisdodde of
rietsigaren werden ook wel “pielepoten”, “koelemeiers” of
“ruggenkrabbers” genoemd.
Bemesting
Fluitenkruid
groeit op voedselrijke, vochthoudende bodem, vooral op klei.
Bemesting is voor fluitenkruid geen probleem. Onder in de Biesbosch
gevestigde kolonies van de Blauwe reiger staat meestal ook veel
Fluitenkruid. Die statige vogels laten uit hun hoge nesten
behoorlijk wat mestklodders naar beneden zeilen. Fluitenkruid vindt
dat helemaal niet erg. Onder de kolonies lopende boswachters (soms)
wel...
|