Het
kleine spul
De Hoornaar
(Vespa crabro)
Jac.
Blommaart
'Eén steek doodt een kind, twee
steken doden een volwassene, drie steken doden een paard'.
Als hetgeen over hoornaars vaak wordt gezegd waar zou zijn, dan
zouden er in 2005 in de Biesbosch meerdere doden zijn gevallen! Het
stikte er van de hoornaarnesten!Heel uitzonderlijk, want de hoornaar
is jarenlang zeldzaam geweest.
Staatsbosbeheer heeft vlak langs de paden veel nesten uitgeroeid
omdat meerdere bezoekers werden gestoken.
De hoornaar is onze grootste wesp. De
wesp op de rand van je limonadeglas is ongeveer 20 mm, de hoornaar
meer dan 30 mm. Ze leven vooral van allerlei vliegende insecten,
vooral van de familie tweevleugelige zoals zweefvliegen, dazen en
horzels, maar ook bijen, wespen, sprinkhanen en zelfs libellen
worden gegrepen.
Met de vangst gaat de hoornaar aan een
achterpoot aan een takje hangen en “demonteert” de buit, zodat
alleen het borststuk over blijft. Daarin zitten de meeste eiwitten,
die van belang zijn als voedsel voor de larven. Dit alles was in
oktober 2005 prachtig te zien op de bloesem van een reusachtige
klimop bij boswachter Dirk Fey.
Het
nest zit meestal in een holle boom. De koningin, die op een beschut
plekje heeft overwinterd, bouwt een kleine, horizontale raat met een
tiental cellen, waarin ze een eitje legt. De koningin zelf moet dan
op jacht om de uitgekomen larfjes te voeren.
De later uitgekomen werksters nemen die taak over.
In
het najaar sterft het hele nest uit, behalve de jonge koninginnen
die op een beschut plekje overwinteren. In hoornaarnesten tref
je vaak, ook in de Biesbosch, een kever aan die helemaal op
hoornaars is gespecialiseerd.
Tekst Jac Blommaart
Foto's
©
Daan Bruysters/www.stockburo.nl
|