Biesbosch.nu

Magazine winter 2011


 

Terug naar inhoudsopgave

De geschiedenis van de
     
Sliedrechtse Biesbosch (deel 8)
Door Cees van der Esch

Amateurarcheoloog Cees van der Esch wroet al sinds zijn jeugd in de bodem op zoek naar sporen uit het verleden. Het Eiland van Dordrecht en in het bijzonder de Sliedrechtse Biesbosch hebben hierbij zijn speciale aandacht. Jarenlang deed hij verslag van zijn opgravingen in het tijdschrift 'Westerheem' van de landelijke vereniging van de Archeologische Werkgemeenschap Nederland, en het regionale kwartaalblad 'Grondig Bekeken' van de afdeling Lek-en Merwestreek.
In samenwerking met Biesbosch.nu gaan we een deel van zijn werk opnieuw publiceren. Zo krijgt u een prachtig inkijkje in de ontstaansgeschiedenis van de Sliedrechtse Biesbosch; een gebied vol tegenstrijdigheden en met een niet mis te verstane historie.


Dammen in de Bassekil
 deel 4
(Voor deel 1 volg deze link voor deel 2 volg deze link

Eeuwen oud rijshout in de polder Kort- en Lang Ambacht in de Sliedrechtse Biesbosch

De datering van beide dammen door middel van C14
Restanten van de Bassekildam. Copyright Cees van der Esch.De archeoloog drs. J.N. Lanting van het Groningse Instituut voor Archeologie, de Rijksuniversiteit, was zo vriendelijk zorg te dragen voor de datering van hout uit de dam.
Ik ga verder niet in op deze gebruikte methode, maar het zal bekend zijn, dat bij allen levende wezens door de kosmische straling radioactief koolstof-14c wordt opgenomen en constant blijft. Na de dood ervan stopt het proces en zeer langzaam vervalt het gehalte aan straling. Het vervalverloop in de tijd is precies bekend, maar de methode levert altijd getallen op met een statische onzekerheidsmarge, die door berekeningen tot een redelijk goed einde moet worden gebracht.

Na het bekend worden van de tijd waarin het hout groeide, was ik verbaasd over de late datering die uit de methode rolde. Ik ging namelijk aanvankelijk uit van een stukje ringdijk van de Grote Waard uit de vroege 13de eeuw, temeer omdat stukjes aardewerk uit die tijd tussen het rijshout uit de eerste dam, meegekomen door het opwerpen van grond, waren terechtgekomen. Mijn gedachten gingen dan ook direct naar een dam omdat je vaag rekening moest houden met genoemd inbraakwater op deze  plek. Toch ook bijzonder interessant!

Riet was een veelgebruikt vulmiddel van oude dammen. Copyright Cees van der Esch.De eerst waargenomen dam stamt volgens Lanting voor 95% zekerheid op een ouderdom tussen 1560 en 1630. Logischerwijs moet dan gekozen worden voor een ouderdom kort voor 1630. Zoals we boven opgemerkt hebben moeten zich nog palen c.q. houtwerk in de bodem bevinden uit de beginperiode van afdammen. Dat is uit de 16de eeuw, die dan uiteraard iets verder westelijker gezocht moet worden, dat is onder de bodem direct westelijk van het huidige instroomgat. Zoals bekend werden de killen afgedamd, dan weer door Gorinchem opengebroken. De tweede dam, lichter en smaller van constructie, die als een soort slaperdijk functioneerde, stamt uit 1730. Deze datum sluit perfect aan op het bovenvermelde dat de voltooide dam uit 1727 door ijsgang werd vernield, een nieuwe werd gelegd in 1730.

Landmeter Abel de Vries moest in opdracht de al genoemde kaart uit 1726 tekenen “Met eenige Concepten van dammen”. De dammen A, B, C en D op zijn kaart zijn dus plannen voor wijzigingen, verbeteringen van de situatie. De tweede dam is dan ook daadwerkelijk uit 1730, eerder was er geen tweede dam. Een lang dijkrelict, opgeknapt door Dordrecht in eerdere jaren nog aanwezig bij Van der Hulst in 1644, is hier bij De Vries verdwenen. Dat de hele zaak is weggespoeld op twee heuveltjes na is niet aannemelijk.

Copyright kaart Nationaal archief, Den Haag inv. 143 / 4.ZHPB4.

Nogmaals de kaart van Abel de Vries uit 1727. Rechtsboven de twee geplande dammen in de Bassekil (C en D). Links in het midden de bekramming in de Hoogh kille (B).
Links uit het midden de twee 'beroemde'
heuveltjes; “Reliquen van den Ouden Dijck”
Het belang van de becrammingen in de Bassekil mogen duidelijk zijn. De Merwede was zijn stroombed aan het verleggen via de Bassekil. De enorme zandbank 'Sanden meest boven water' blokkeert de oude loop. Zonder maatregelen zou de rivier stroomafwaarts richting Dordrecht verzanden met alle gevolgen van dien voor de handelsstad aan het water.
Copyright kaart Nationaal archief, Den Haag inv. 143 /
4.ZHPB4.

We moeten hier denken aan de plannen voor de uitvoering van de Overlaat van Cruquius, van de Delftse landmeter (1678- 1754). De Staten van Holland met een aantal wijze lieden hadden besloten om alle obstakels, alle griendhout en dan ook het, naar alle waarschijnlijkheid door Dordrecht, versterkte dijkrelict op te ruimen. Het betrof de hele oostelijke Sliedrechtse Biesbosch, ondanks fel verzet van het houtexploitanten. Daarvoor diende ter bestudering (weer) een nieuwe kaart van Nico Kruik (Nicolaas Cruquius) uit 1731. Vooruitlopend had De Vries in 1726 het dijkrelict alvast maar geamoveerd 6).   
 

Copyright kaart Erfgoedcentrum Dordrecht, Dordracum Illstratum, inv. nr. 551-20082.

Detail van een kaart van M. Bolstra. Hierop zijn de 'geamoveerde grienden' te zien van de Bassekil (linksonder) tot het 'Gat van den Oude Wiel' (rechtsboven). Amoveren betekend in dit geval het 'bloten' ofwel verwijderen van het opgeschoten (wilgen en elzenhout) op de aangegeven gebieden om een betere doorstroming van het water te bevorderen.
Copyright kaart Erfgoedcentrum Dordrecht, Dordracum Illstratum, inv. nr. 551-20082.


Het water moest voortaan sneller en doeltreffender worden afgevoerd over land bij hoogwaternoodsituaties. In de Hooghkil werd 1727 een vernauwing aangebracht, die echter een enkel jaar daarna helemaal werd afgesloten. Allerlei maatregelen werden genomen om het bij tijden vele bovenwater van Waal (Rijn) en Maas zonder obstakels af te laten voeren, daarbij gebruikmakend van peilingen en stroomsnelheden. Zonder veel succes.

In 1729 komt de Tielerwaard door dijkbreuk onder water, oorzaak wederom een enorme ijsdam als in 1726/27 bij Giessendam. Na lange vergaderingen werd door de Commissie in 1730 besloten tot de kaalslag van alle grienden in de hele oostelijke punt van het gebied boven de Bassekil; de boven al genoemde Overlaat van Cruquius die in de loop van de dertiger jaren zijn beslag moet hebben gekregen. We kunnen hier niet alles noemen, maar het gewenste effect bleef achter toen men in de jaren ’50 van de 18de eeuw het zo ongeveer als afgerond beschouwde. Van lieverlee werden weer wilgenstekken gepoot door de griendbazen, en weer stagneerde de afvoer van het bovenwater tot uiteindelijk ruim 100 jaar later echt verlichting kwam door het grote werk aan de uitvoering van de Nieuwe Merwede. Voordien was dit technisch en politiek niet nog niet haalbaar. 

Copyright Atlas van Stolk.

IJsgang in de rivier bij Gorinchem. De angst van alle bewoners van het rivierengebied.
20 Februari 1799. Gezicht van de bezetting van het ijs tegen den dijk.
Omkruiing van het steenen wachthuis buiten de Waterpoort te Grokum. Cornelis de Jonker 1799.
Copyright Atlas van Stolk

                                                     
Andere tijden
Als we nu kijken naar de grote waterafvoer door de Merwede en de enorme afvoer van de veel bredere Nieuwe Merwede, vooral als het water bruin is (veel bovenwater), dan we concluderen dat door het toenemende debiet van de Rijn de Grote Waard in de middeleeuwen toch niet gehandhaafd kon blijven.

Het begin van een stukje Biesbosch in de 15de eeuw is met veel strijd (Dordrecht -Gorinchem - Alblasserwaard) begonnen, maar er zal altijd een strijd blijven, al was het maar om zoveel mogelijk authentieke elementen van de Biesbosch te behouden. Sinds de bijna watersnood van 1995 streeft men naar snelle waterafvoer en waterberging door de Biesbosch die naar mijn mening door wel erg veel nieuw gegraven water gepaard gaat. Oude boerderijen en schuren moeten verdwijnen, wat zondermeer een verdere verarming betekend van het 19de en 20ste eeuwse akkerland. Maar Gorinchem hoeft niet meer te vrezen voor natte voeten volgens de deskundigen, en Dordrecht ligt niet meer wakker van het opnieuw openen van geulen.

Cees van der Esch, Papendrecht
November 2001, herzien februari 2010.


Cees van der Esch
Papendrecht, 2010
Dit artikel is de bijgewerkte versie van het originele artikel uit november 2001.
 Het is aangevuld en/of gewijzigd in februari 2010 in verband met nieuwe inzichten en/of gegevens.

 

Noten:
6) Renting, 1993, pag. 97. Hier wordt een kaart getoond van Bolstra 1739, waarbij over een oppervlak van 4,5 km lang en 2 km breed staat; geamoveerde grienden, dat is van de Bassekil tot de Oude Wiel.


Literatuurlijst
Esch, C. van der, 1985: Westerheem, j.g. 34 nr. 6, pag. 245 - 258.
Jong, D.J. de e.a. 1988: Hardinxveld en de Riviervisserij, pag. 76 - 77.
Renting, G. 1993: Verdronken land, herwonnen land. Gemeentearchief Dordrecht
Koolen, J.L. 1969(?) Dordrecht stad in de ruimte, pag. 137 - 161
Teixeira De Mattos, L.F. 1936: De waterkeeringen, waterschappen en polders van
Zuid-Holland, deel IX, afd. VI, 's-Gravenhage.
 

 

Terug naar inhoudsopgave

Niets uit deze pagina mag worden gepubliceerd zonder toestemming van de auteur(s).
Ongevraagd gebruik van andermans beeldmateriaal is strafbaar.
2011 © Biesbosch.nu