En dat zal waarschijnlijk ook wel
het geval geweest zijn in een groot
deel van de talloze nesten die toen
in de Biesbosch voorkwamen. Maar ja…
wie is er nou zo gek om in
hoornaarnesten te gaan zoeken. Wij
dus!!
De kevers leven niet echt in het
nest, maar in al het afval dat uit
het nest naar beneden valt. Dat zijn
resten van prooien, dode larven,
dode hoornaars, uitwerpselen enz.
Omdat
ik van die beesten wel wat meer
wilde weten, heb ik naar Duitse
bouwtekening een grote nestkast voor
hoornaars gemaakt en bij boswachter
Fey op mogen hangen. ( foto ) “Maar
niet te dicht bij mijn huis. Mijn
vrouw is niet zo gek op die
beesten“.
En
warempel, er kwam een flink nest in.
Heel veel hoornaars, maar in de
emmer onder het nest géén kevers.
Volgend
jaar (dit jaar dus) hopelijk beter.
En, jawel! Weer bewoning! Maar die
beestjes die af en aan vliegen zijn
toch wel erg klein voor hoornaars.
Zowel de boswachter als ikzelf
dachten dat het gewone wespen waren.
'Ik maak in november, als het hele
volk een natuurlijke dood gestorven
is, de nestkast wel schoon'.
|
Dat heb ik geweten!! Het
bleken geen wespen te zijn,
maar honingbijen!! En die
zijn in november niet dood.
Toen ik de emmer onder het
nest verwijderde, bleek die
vol goed gevulde honingraten
te zitten. De bijen hielden
zich aanvankelijk heel
rustig, maar opeens kwamen
ze met bosjes op me af.
Zeker tien keer werd ik in
mijn hoofd en handen
gestoken. Geloof me, in zo'n
situatie kun je heel hard
lopen. |
Nog een half uur varen naar de haven
en maar hopen dat ik het overleef.
Zo kwam ik thuis met een dik hoofd,
maar ook met ruim een kilo heerlijke
honing.
Je moet er wat voor over hebben!