Deel 6
Wat je niet ziet, dat is er niet
Henk van de Graaf
|
Tweederde van het aardoppervlak is
bedekt met oceanen. Dat zijn
onafzienbare vlakten. Er wordt gezegd
dat we de oceanen aan het leegvissen
zijn, maar wie ziet dat in die grote
lege wereld? Een varende visfabriek heeft er de
grootte van een kokkel in de waddenzee.
Het kilometerslange visnet is niet meer
dan een baardhaar, verloren door een peinzende wadloper. Wie taalt er naar
wat eruit wordt gehaald?
Wat je niet
ziet dat is er niet.
Ontkenning is een natuurlijke reactie
van mens en dier. Tijdens een
territoriumgevecht gaan meerkoeten
ineens gras staan eten. Katten poetsen
zich als ze het even niet meer weten en
stekelbaarzen gaan op de bodem liggen
zandhappen.
Het is een natuurlijke reactie van
dieren om de boel te negeren en totaal
iets anders te gaan doen.
Overspronggedrag noemen ze dat. Als wat
de ogen zien, niet te bevatten is of als
zich iets voordoet waar ze niet direct
raad mee weten, loopt het systeem vast.
Het is een kwestie van vluchten of
vechten, maar als ze daartussen niet
kunnen kiezen krijg je totale apathie.
Een soort kortsluiting.
Het is een ingebouwde veiligheidsklep
die voorkomt dat ze gek worden,
onbesuisde dingen doen of erger, in
paniek raken. Wat ze rest is een back-up
maken, ‘ctrl-alt-delete’ en de hersenen
in de veilige modus opnieuw opstarten.
Wij mensen kunnen er ook wat van. Zo is
het verhaal bekend van een
winkelbediende in Connecticut die
stoïcijns door ging met inpakken toen
een overvaller haar een pistool onder de
neus drukte.
De overvaller ging er uiteindelijk van
ellende maar zonder buit vandoor.
In de oude ‘Tielse kroniek’ staat een
verhaal uit het jaar 1334 over een brand
in het huis van een gehaat persoon uit
de stad Tiel. De bewoners van het dorp
wendden de gezichten af en hielpen niet
met blussen. Als je net doet of je het
niet ziet dan is het er ook niet. Toen
de wind ging draaien brandde alsnog het
hele dorp af.
Ontkenning geldt ook de wadden. Wie ziet
al die duizenden eidereenden in die
eindeloze vlakte met getijdengeulen en
platen? Een enkele visser,
pleziervaarder of eenzame vogelteller op
Griend. Als ze bij honderden sterven,
spoelt er zo nu en dan één aan op de
kust. Wat je niet ziet dat is er niet.
Maar wat in het wad zit, mag niet
verzuren. Niet zolang we weten dat ‘zij’
er zijn, al zien we ze dan niet.
De fotograaf ging door de knieën en
schoot het beeld. Een enkele dode eend
op een langgerekt strand. Als mogelijk
bewijs van dat wat je niet ziet, er
weldegelijk kan zijn.
Reageer op dit artikel |