Inleiding
Deze column is in het voorjaar 2013 geplaatst in het
Papendrecht Magazine en is gebaseerd op een essay wat in
oktober 2013 verzonden is aan lokale politici, media en
maatschappelijke organisaties binnen de Drechtsteden en
de Alblasserwaard.
Waarom dan ook deze column in het Biesbosch.nu Magazine?
Omdat ik denk dat wat voor de Alblasserwaard geldt, ook
voor andere Waarden (polders) in de Zuid-Hollandse Delta
en rond de Biesbosch zou kunnen gelden.
Onderaan deze column kunt u het volledige stuk
downloaden. |
|
Het is mijn inmiddels
duidelijk, het woord Drechtsteden komt alleen ter sprake
als het zo uitkomt. Een containerbegrip waarbinnen heel
veel plannen lijken te passen maar waar nooit iemand
enthousiast van wordt. Dat kan ook niet omdat het woord
Drechtsteden op dit moment niet meer inhoud dan een
samenvoeging van een aantal ambtelijke taken, uitgevoerd
door een snel uitdijend bestand aan ambtenaren,
ondergebracht in een groot, lelijk Dordts kantoorgebouw.
Drechtsteden staat ook voor; een concentratie van macht
met een ondemocratisch gekozen Drechtraad, bestuurd en
aangevoerd door een Dordtse bestuurder die, gestoeld op
historische gronden er altijd een eigenzinnige
eilandvisie op na houdt.
Tot het jaar 1421/24 had
Dordrecht een eigen ‘moestuin’ tot zijn beschikking; De
Grootte of Zuid-Hollandse Waard. Toen deze waard tijdens
de St. Elisabethsvloeden ten onder ging richten de
Dordtse bestuurders hun blik op de Alblasserwaard en de
Zwijndrechtse waard. Inmiddels heeft Dordrecht wederom haar
begerige blik op de haar omringende polders (lees
dorpen) laten vallen. Dit keer echter niet voor voedsel
en grondstoffen maar voor bestuurlijke macht en haar
eigen politiek/economische belangen. Dient zij daarmee
ook de belangen van de Ablasser- en Zwijndrechtse waard?
En wat zijn eigenlijk die belangen voor deze polders en
haar dorpen?
Minister Plasterk van binnenlandse zaken (PVDA) heeft
het plan opgevat gemeenten te laten fuseren tot
tenminste 100.000 inwoners. Dat aantal is overigens niet
maatgevend; ‘als er een creatief plan ligt kunnen we dat
bezien’ aldus de minister. En zo kom ik op een
alternatief plan, een plan waarbij de dorpen van de
Alblasserwaard alles wat ze in huis hebben bundelen tot
een, op historische gronden gebaseerde samenwerking
waarbij het unieke karakter van deze eeuwenoude polder
met zijn dorpen, inwoners en gecultiveerd natuurschoon
in het volle licht komen te staan.
De huidige bevolkingsomvang
van de Alblasserwaard is ± 170.000 mensen. Daar kun je,
om met Plasterk te spreken, met wat creativiteit twee
bestuurseenheden van maken. Eén onder Alblasserdam,
Papendrecht of Sliedrecht (mij om het even) en één onder
Gorinchem.
En waarom zouden we niet? Waarom zoeken we elkaar in de
Alblasserwaard niet op? Waarom gaan we de onderlinge
(historische) banden niet versterken en als een eenheid
samenwerken? We hebben gezamenlijk veel gemeen. Waarom
niet samen optrekken met Oud-Alblas, dat kleine pareltje
in ons hart, Wijngaarden, het vroegere
schurkenvrijstaatje, Molenaarsgraaf en Bleskensgraaf aan
één van de mooiste veenriviertjes van ons land,
Kinderdijk met zijn werelderfgoed en Sliedrecht waar we
de liefde voor de riviervisserij, griendcultuur en
baggerindustrie mee delen.
We hebben een groot gezamenlijk goed en vanaf de
veenontginningen een meer dan 1000 jaar oude en rijke
cultuur opgebouwd. Niet een stadse maar één vanuit
agrarische verbondenheid, niet met een VOC mentaliteit
maar met een ‘Luctor et emergo’ mentaliteit. Want
worstelen en bovenkomen hebben wij uitgevonden in de
Alblasserwaard. Of het nu ging om het langdurig onder
water staan van de polder met verlies van huis, haard en
have of steeds terugkerende veeziekten, misoogsten, krijgsgeweld of
epidemieën, altijd zagen de Alblasserwaarders er weer
gat in en herdijkte en herbouwde het verloren gegane.
Als we de voldoende keizers
en lokale politici van de Alblasserwaardse dorpen zover
kunnen krijgen, de ambtelijke taken, economische
belangen, cultureel/historische en toeristische krachten
bundelen voorspel ik u in alle opzichten een rijker
leven dan onder het ‘machtsmoloch’ van de Drechtsteden.
Lokale politieke partijen kunnen voor wat mij betreft
garen spinnen bij een dergelijk standpunt. Een ruime
meerderheid van de Alblasserwaardse inwoners zou hier
wel eens gat in kunnen zien. De discussie over de eigen
identiteit die in verschillende dorpen wordt gevoerd
lijkt dit te bevestigen.
En Dordrecht? Vanuit een gezamenlijke Alblasserwaard
ontstaat er tegenover Dordrecht een veel gezondere
situatie als serieuze gesprekspartner en
vertegenwoordiger van 170.000 inwoners dan er nu uitgaat
van een door stadse en Dordtse gedomineerde Drechtraad.
Samenwerken hoeft daarmee niet van de baan te zijn. In
deze tijd van effectiviteit en efficiëntie kunnen we
elkaar best wel vinden.
Rest mij als Papendrechter
nog één ding; sommige landelijke politici zeggen dat ik
me een Europeaan moet voelen, dat zal, maar ik houd het
liever klein en dicht bij mezelf. Ik voel me, als
geboren Papendrechter geen Sliedrechter of
Alblasserdammer, laat staan een Ottolander of een
Nieuwpoorter, maar heb vanuit historische gronden wel
meer op met hen dan met een Dordtenaar. Ik ben en voel
me, naast Papendrechter dan ook meer een
Alblasserwaarder.
Download hier het volledige essay
(pdf).
Henk van de Graaf
Papendrecht, februari 2014 |