Vlindervleugels
Ab H. Baas |
De prachtige weerschijn van
de Grote weerschijnvlinger.
Foto Ab H.
Baas (Copyrights De
Vlinderstichting).
|
De kleuren van vlinders
De fraaie kleuren en
kleurcombinaties die
vlindervleugels ons laten zien,
zijn uitsluitend afkomstig van
de schubben waarmee de vleugels
bezet zijn.
Deze kleuren zijn echte kleuren
of ontstaan door interferentie.
Schubben zijn te beschouwen als
platte transparante omhulsels
met een groot aantal kleine
kamertjes erin. Deze ruimten
bevatten lucht of pigment. Aan
de buitenkant bevinden zich
meestal dunne ribben, welke weer
opgebouwd zijn uit lamellen.
Door de zeer kleine afmetingen
van de structuur in en op de
schub en de veelal grote
regelmatigheid daarvan, ontstaan
door lichtbreking
interferentiekleuren. Deze zijn
vergelijkbaar met de
lichtbreking in een zeer dunne
oliefilm op water. De
structuurkleuren worden door
ons, meestal afhankelijk van de
hoek van waarneming, gezien als
vaste-, schitterings- of
weerschijnkleuren. |
|
Bovenzijde
van de voorvleugel van een
mannetje van de Grote
weerschijnvlinder (zie ook
tweede foto van dezelfde
vleugel). |
|
|
|
De weerschijnvlinders hebben hun
naam te danken aan het
verschijnsel van lichtreflectie
door kleine kamertjes in de
oppervlakken van de schubben.
Deze hebben een afmeting die
paars/blauw licht doet
terugkaatsen.
Een eigen kleur en een
interferentiekleur kunnen samen
in een schub voorkomen. De
belangrijkste pigmenten zijn
Melanine dat bruin en zwart
veroorzaakt en Pterine dat wit,
geel, oranje en rood geeft.
De kleuren zilver, goud, blauw,
violet, groen en parelmoer
ontstaan door de lichtbreking in
en op de schubben. Wit ontstaat
meestal ook door lichtbreking en
wel op een vergelijkbare wijze
als de witte kleur van sneeuw.
De vleugels van nachtvlinders en
motten hebben over het algemeen
donkere kleuren in bruin- en
grijstinten met, als
afschrikmiddel tegen een
predator, fel gekleurde plekken
of ogen die in rust afgedekt
zijn door een daar boven
neergelegde vleugel.
|
Door het juist
kiezen van de invalshoek van de
verlichting wordt de paarse
weerschijnkleur zichtbaar. In de
natuur bij een dartelende
vlinder een prachtig gezicht
(zie eerste foto). |
Bij dagvlinders daarentegen zijn de
kleuren over het algemeen zeer helder.
Ter camouflage is de onderzijde bij veel
dagvlindersoorten, die met omhoog
dichtgevouwen vleugels rusten, zeer
donker gekleurd. Ook hier vinden we bij
veel soorten fel gekleurde ogen die
zonodig als afschrikmiddel getoond
kunnen worden door de voorvleugels te
voorschijn te laten komen, dan wel alle
vleugels open te klappen.
Tussen de geslachten zijn er veelal
verschillen in kleur, tekening en vorm
van de vleugel. De patronen op de
vleugels, die bepaald worden door de
ligging van de aders, de combinaties van
kleuren en de afwerking van de randen,
maken vlinders tot een streling van ons
oog.
Wordt vervolgd... |
|
Grote weerschijnvlinder
Foto Ab H. Baas (Copyrights De
Vlinderstichting).
|
|