De Donkerslootse twisten
(440 jaar gesteggel en gekrakeel)
Henk van de Graaf
De mirakelse moeilijkheid van het
identificeren van manuscriptkaarten
Het is een bekend fenomeen onder hen die
onderzoek doen naar oude
manuscriptkaarten. Wie heeft de kaart
gemaakt en/of laten maken, waarom en
waar vindt ik de informatie die bij de
kaart hoort.
Van vele kaarten is min of meer
duidelijk waarom ze zijn gemaakt. De
beroemde kaart van de Biesbosch
bijvoorbeeld uit 1560, getekend door
Pieter Sluyter en Cornelis Pietersz naar
aanleiding van visserijconflicten en
gebiedsaanspraken in het ondergelopen
gebied. Maar van vele kaarten hebben we
geen exacte gegevens over maker(s) en het
waarom van de kaart. De kaarten zelf geven vaak
wel een schat aan informatie die tezamen met
aanvullende informatie uit archieven een
tamelijk compleet plaatje kunnen geven
hoe een gebied er honderden jaren
geleden heeft uitgezien.
|
De
beroemde Biesboschkaart uit 1560
van Pieter Sluyter en Cornelis
Pietersz.
NA
Den Haag, Verzameling
Topografische kaarten Hingman
nr. 189a. |
Als een kaart geïdentificeerd is en er
meer informatie uit bijvoorbeeld
processtukken aanwezig is, zijn er toch
vaak ontbrekende gegevens. Zo staan er
op veel kaarten nummers of cijfers bij
objecten maar ontbreekt de bijbehorende
informatie. Meestal is het betreffende
object wel te identificeren vanaf andere
kaarten of locaal bekende informatie maar het zou toch zeer
informatief zijn als de ontbrekende
informatie bij de kaarten ter plaatse
zou zijn. Ongetwijfeld liggen er in
archieven vele leggers en minuutplannen
die niet meer bij de originele kaarten
aanwezig zijn. Het zou de moeite waard
zijn als archieven deze apart zouden
publiceren zodat kaartonderzoekers ze
bij de betreffende kaarten kunnen
plaatsen.
Over de twee Donkerslootse kaarten is
inmiddels veel duidelijk en ik kan u
hierbij de primeur geven van ontdekking
van de maker en/of opdrachtgevers van de kaarten. Van de Gorkumse was dit al wel bekend maar
recent kwam ik al transcriberend door de
'Donkerslootse' processtukken uit het
Rotterdams archief opmerkingen van de
ambachtsheer en de Hoge Heemraden van de Alblasserwaard tegen.
Ik deel ze graag met u.
|
Tekst uit processtuk waarin de
Leidse Donkerslootkaart ter
sprake komt; 'Item die carthe
bijden impetrant
geproduceert is ongeverifieert
nijet met allen cororderende met
die carthen bijden
gedaichdens geproduceert".
GAR
336-15II omslag A - S |
De impetrant in deze is de ambachtsheer
van Alblasserdam; Gotschalck van
Oudheusden.
De door hem geproduceerde kaart (de
Leidse Donkerslootkaart) wordt niet
geaccepteerd door de tegenpartij omdat
men het niet eens kan worden over de
juistheid van de ingetekende gebieden in
relatie tot de aanspraken hierop. Helaas
wordt in dit stuk niet de maker van de
Leidse kaart genoemd.
Dat ligt anders bij de Gorkumse kaart.
Meerdere malen wordt Symon de Scilder
genoemd als maker van de kaart in
opdracht van de
Hoge Heemraden van de Alblasserwaard. Er
wordt gesteggeld en gekrakeeld tussen
beide partijen over de correctheid van
beide kaarten en de ambachtsheer van
Alblasserdam stelt
de onafhankelijk van Symon ter
discussie, accepteert hem niet als
onafhankelijk kaartmaker en verwijst
naar zijn eigen, volgens zijn zeggen wel
correcte kaart.
Later zal de Grote raad van Mechelen de
ambachtsheer in het gelijk stellen en
daarmee het eerdere vonnis van het Hof
van Holland bevestigen waarmee we kunnen aannemen dat niet alle
informatie op de Gorkumse kaart juist
is. Met name het gebied van wat nu de
Hoge boezem van de Nederwaard is wordt
betwist. Juist aan dit dijkvak lag
polder Donkersloot en wie eigenaar was
van dit gebied kon mogelijk aanspraak maken op de
rechten uit deze polder.
|
Tekstfragment uit
processtuk waarin Sijmon
de Sclider als maker van de
kaart van de Hoge Heemraden van
de Alblasserwaard (Gorkumse
kaart) genoemd wordt.
GAR
336-15III omslag 14 |
Beide charterfragmenten komen uit
extracten. Dat wil zeggen gekopieerde
delen van charters die meestal als kopie
in de verschillende dossiers van de
afzonderlijke partijen terecht kwamen.
Helaas zijn beide fragmenten niet
gedateerd maar voorlopig dateer ze op
het jaar 1545/46. De originelen charters
kom ik nog wel eens tegen als ik ze uit
het archief van de Grote raad van
Mechelen ga onderzoeken.
Hebben we nu voldoende bewijs dat beide
kaarten tot de Donkerslootse processen
behoren?
Voor de Gorkumse kaart stond dit al vast
vanwege het feit dat de kaart in het
betreffende archief van het
hoogheemraadschap aanwezig was.
In andere processtukken worden
letterlijke teksten uit de Leidse kaart
overgenomen dus we kunnen op basis van
deze bewijsstukken tezamen met de
bovenstaande fragmenten concluderen dat
voor 99% vast staat dat de Leidse kaart
tot de genoemde processen behoort. Die
ene procent laat ik staan voor het geval
er nog een andere kaart opduikt met een
zelfde strekking. Bij historisch
onderzoek weet je het immers
nooit voor de volle honderd procent
zeker.
Henk van de Graaf |