Toen de polderkaden
van de Kort en Lang Ambacht en de Ruigten
bezuiden de Perenboom nog niet waren geopend,
vroor het gebied ‘boven’ de schotbalken bij
vorst in een mum van tijd dicht. Grote delen van
de Brabantse Biesbosch lagen eveneens dicht,
zoals bij het Gat van de Visschen en in de
omgeving van Polder de Dood.
Vrijwel nergens was echter sprake van een
aaneengesloten, witte ijsvloer. Op rivieren
zoals de Amer en de Nieuwe Merwede was amper een
stukje ijs te vinden. Dat was tijdens de
winterperiode ’96 wel anders. Op de genoemde
vaarwegen was scheepvaart toen zelfs verboden.
De pont bij de Kop van ’t Land was uit de vaart.
Open water
Open water trekt bij vorst veel
waterwild aan. Zo zwemmen er tientallen grote
zaagbekken. Beurtelings verdwijnen deze fraai
getekende watervogels onder water. Een gespetter
van jewelste! Als er een met een visje in de bek
boven komt stuiven ze er met zijn allen op af.
Bij de ‘bouw’ van de zaagbek is met dat vissen
rekening gehouden. Op de snavelranden staan
namelijk tientallen kleine, naar binnen gerichte
weerhaakjes. Ontsnappen voor een glibberig visje
is er zo niet bij. Zaagbek. Er is niet eens
zoveel fantasie nodig om voor deze watervogel
een naam te verzinnen. In wat grotere wakken
dobberen Nonnetjes. Oogstrelende eendjes die
zich helaas niet zo dicht laten naderen als hun
uit de kluiten gewassen familielid de grote
zaagbek.
|
Een grote zaagbek kun je in de winter
aantreffen in de Biesbosch.
(foto: Jacques van der Neut)
|
Tijdens een vaartocht kun je heel
mooi zien hoe watervogels zoals wilde eenden,
meerkoeten, wintertalingen en krakeenden zich
verschuilen achter overhangend hout of
rietstengels. Geen enkele eend dobbert midden op
het water. Iedere vogel is op zijn hoede voor
jagende haviken, sperwers en slechtvalken.
Meerdere malen heb ik die fascinerende
roofvogels achter watervogels zien aanjakkeren.
Om aan die grijpgrage klauwen te ontkomen laten
watervogels zich tijdens de vlucht als bakstenen
in het water vallen. Een bijzonder spectaculair
gezicht!
|