Biesbosch.nu

Magazine januari / februari 2007

 

Terug naar inhoudsopgave


Grote modderkruiper
(Misgurnus fossilus)
© foto's Jacques van der Neut

 


Baggeren voor de grote modderkruiper
                   Jacques van der Neut

Ruimte voor de rivier en natuurontwikkeling zijn binnen het nationaal park De Biesbosch actuele ontwikkelingen. Voordat de aannemer met het graven van een geulenstelsel in de Zuiderklip, de verzamelnaam voor een aantal landbouwpolders in het hart van de Brabantse Biesbosch, kan beginnen moeten er eerst grote modderkruipers worden verhuisd.
De vissen worden genoemd in de Habitatrichtlijn (Europese regelgeving) en genieten zodoende wettelijke bescherming.

In een schaftkeet, op de grens van de polders De Turfzakken en Kwestieus, zitten de onderzoekers en het personeel van de aannemer achter een dampende bak koffie.
'Het wegvangen van de grote modderkruipers
in de terreingedeelten die worden vergraven of worden opgehoogd is een wettelijke verplichting' zegt Nico de Bruijn, adviseur ecologie bij ingenieursbureau BCC uit Leerdam.

'We sluiten sloten af met gronddammen, zodat er trajecten ontstaan van zo’n 40 tot 100 meter. Vervolgens pompen we het water weg tot een diepte van ongeveer 20 centimeter. Dan lopen we er door en vangen zoveel mogelijk met onze steeknetten. Je moet hierbij vooral denken aan paling, blank- en rietvoorn, baars, zeelt, vetje en de beide soorten stekelbaarzen. Daarnaast vangen we ook groene kikkers, staafwantsen en larven van allerlei soorten libellen. Op deze manier krijgen we echter geen grote modderkruipers te pakken, want die beesten hebben zich in de modder verschanst. Daarom pakt een kraan de bagger uit de sloot en spreidt die op de kant, waaruit wij de grote modderkruipers graaien. Op deze manier hebben wij er maar liefst 1547 kunnen bemachtigen en slechts 15 kleine modderkruipers.

De vangst van een kamsalamander was overigens opvallend. Alle beesten die wij hebben gevangen zetten wij weer terug in slootgedeelten die niet worden vergraven'.   

Signalement
De grote modderkruiper (Misgurnus fossilus) is een fraaie, langgerekte vis (tot 30 cm.) uit de familie van de modderkruipers (Cobitidae).
De soort heeft tien tastdraden op de kop en lijkt qua lichaamsbouw op de kleine modderkruiper (Cobitis taenia). In de paaitijd is het mannetje van de grote modderkruiper oranjekleurig.
Hij heeft dan aan het einde van zijn slanke lijf aan weerskanten oranje, ovaalvormige excretiebulten. De darm van de grote modderkruiper fungeert als een soort long
om zuurstof op te nemen, naast opname via de huid en de kieuwen. De grote modderkruiper heeft verschillende aanpassingen om lange tijd in de modder te overleven, ook als de waterlaag opdroogt. De levensfuncties worden op dat
moment tot een minimum beperkt, waarbij de vis op een levend fossiel gaat lijken (vandaar fossilis in de wetenschappelijke naamgeving).

Voor meer informatie en het verkrijgen van het beeldmateriaal: email.
 

Terug naar inhoudsopgave

Niets uit deze pagina mag worden gepubliceerd zonder toestemming van de auteur(s).
Ongevraagd gebruik van andermans beeldmateriaal is strafbaar.
2007 © Biesbosch.nu